Een bijdrage van Reynier Pronk.

In een van de vele zijpaden die Maarten van Rossem in zijn Podcast serie inslaat, kwam hij dit keer met een verrassende analyse van het klimaat’vraagstuk’. Ik laat eerst de meester zelf aan het woord in een letterlijke transcriptie van zijn betoog:

Interviewer: In Amerika en Canada, ik weet niet of je het nieuws over de temperaturen hebt gehoord…

Maarten: Ja, dat is een zogenaamde hittebel begreep ik, door luchtlagen. Die blokkeren het opstijgen van de warme luchten dan worden fantastische temperaturen bereikt, die vooral voor ouderen, die toch al last hebben levensgevaarlijk zijn.

Interviewer: Deskundigen zeggen wij kunnen dit los zien van de klimaatverandering dit heeft er sowieso …

Maarten: Ja, dat zeggen ze van alles wat tegenwoordig … In de jaren vijftig zestig zeiden ze bij alles, als het bijvoorbeeld twee weken keihard had geregend wat in dertig jaar niet was voorgekomen, dat komt door de atoomproeven.

Er is klimaatopwarming, maar dat wil niet zeggen dat allerlei extreme vormen van laten we zeggen weer, die kunnen heel lokaal en tijdelijk bepaald zijn. Je moet klimaatopwarming zien over de lange termijn. Niet dat je zegt: het was vorige week zulk gek weer, dat moet de klimaatopwarming zijn.

Dat is heel lastig te bewijzen bovendien. Die lange termijnontwikkelingen die zijn goed te bewijzen en goed waar te nemen, en daar stijgt die temperatuur wel degelijk. Denk bijvoorbeeld aan de hoeveelheid ijs die afneemt in de wereld op deze planeet.

Interviewer: Ik sprak iemand van de waterbescherming en die zegt: in Nederland moeten wij ons gaan voorbereiden op het water dat gaat stijgen; wel op de lange termijn, en een deel van het land dan niet meer bruikbaar is, dus we zullen in zee eilanden moeten opspuiten.

Maarten: Nou, dat weet ik niet, er zijn allerlei leuke scenario’s denkbaar. Het hangt een beetje af van de tijdschaal waarop je wil denken. Maar grote delen van Nederland zijn nooit bruikbaar geweest. Wij hebben ze bruikbaar gemaakt door ze droog te pompen. En dat droog pompen heeft veel verstrekkende gevolgen gehad. De inklink van de bodem is een meter per eeuw of zo, dus dat is echt fors. Nou geloof ik dat Jakarta vier meter gezakt is in de afgelopen dertig jaar, dus dat is wel een heel ander probleem, maar wij moeten in ieder geval ophouden om het land voortdurend droog te pompen, anders houdt die inklink niet op. Die inklink zorgt er voor dat de bodem daalt ten opzichte van het waterniveau. Maar ja, wij doen dat vanwege die landbouw. Dat is een van die vele, vele omvangrijke effecten van de landbouw, die we toch een beetje genegeerd hebben in de afgelopen tijd. Er zijn allerlei instanties die zich er over gebogen hebben, die zeggen: je moet ophouden met het droogmalen van Nederland. Nederland is een nat land; misschien moeten we naar een veel natter soort van situatie. Denk aan een stad als Gouda, die zakt langzaam weg in het veen. Nieuw Gouda is tegenwoordig behoorlijk gefundeerd, maar het oude Gouda is ouderwets gefundeerd; dat zakt gewoon weg.

Interviewer: Hoe zie jij de toekomst dan op langere termijn?

Maarten: Dat hangt erg af van die zeespiegelstijging. Kijk. Ik heb dat nog een besproken met de een of andere hoge piet van Rijkswaterstaat en die zei: tsja, die voorspelling van 60 cm stijging in deze eeuw kunnen we heel makkelijk aan; we kunnen ook springvloeden aan, dan komt het een heel stuk hoger dan die zestig centimeter, al zou je kunnen redeneren: dan komt de springvloed ook hoger. Dat is op den duur een probleem. Ja, dan kun je de bestaande zeeweringen versterken en effectiever maken, je kunt eventueel wat zand opspuiten voor de kust dat is ook een scenario dat is een heel stuk goedkoper…

Interviewer: Dat doen ze nu al hè?

Maarten: Ja op Texel wordt met enige regelmaat zand opgespoten voor de kust

Interviewer: In Zeeland ook …

Maarten: Ja precies, dat schijnt vrij effectief te zijn. Hoe het er over tweehonderdvijftig jaar uit ziet, dat weet ik niet, maar met een dergelijk soort van lange termijn, kun je natuurlijk wonderen verrichten. Tel even tweehonderdvijftig jaar terug nu, dan zitten we in 1770, dat is even wat! Als je denkt dat China, niet waar, een volkomen achterlijk ontwikkelingsland, geterroriseerd door z’n eigen politici, dat binnen veertig jaar waarschijnlijk de grootste economie ter wereld is geworden, daaraan kun je zien waartoe wij in staat zijn. Misschien moeten we de Amsterdamse binnenstad afbreken en op een andere plek herbouwen, wie zal het zeggen. Of het leukste stukje daarvan. Ja niets is voor de eeuwigheid, dus…

Het grootste probleem met de mensheid is, dat we op moeten houden met groeien. Als je bedenkt dat de twintigste eeuw begon met een mensheid die onder de twee miljard zielen zat en dat we nu dik op weg zijn naar, halverwege deze eeuw, naar de negen of de tien miljard. De toename neemt af, maar het is nog steeds een toename. Ja dat is niet verstandig. Er zijn voor de planeet wel wat teveel mensen. Dat wil zeggen, als die mensen het soort leven willen leiden wat wij leiden. Dus dat we allemaal een autootje willen en ruim willen wonen en allerlei spullen willen hebben die we aan de lopende band weer weggooien als we er weer genoeg van hebben. Dat kan ook allemaal beter georganiseerd worden.

Ja de planeet kan een stuk warmer worden, dat zou kunnen en dat heeft ongetwijfeld effect. Het gekke vind ik dat het volgens de waarschuwers alleen maar negatieve effecten heeft. Volgens mij zijn er enorm weinig dingen die alleen maar negatieve effecten hebben, dus misschien heeft het ook positieve effecten, of misschien is het een heel nuttige waarschuwing aan ons om de industriële samenleving anders in te richten dan we tot op heden hebben gedaan.

Interviewer: En van wie komt die waarschuwing? Gewoon van de aarde?

Maarten: Ja… aan de andere kant is het ook vrij wonderlijk dat wij willen dat het bestaande klimaat, zoals dat nu is, dat dat zo blijft als het is. Maar dat is in de geschiedenis van de planeet nooit zo geweest. Er zijn periodes geweest dat de planeet veel warmer was; lange lange periodes dat er überhaupt nergens ijs was, dat er gezellig bomen groeiden op de noordpool zal ik maar zeggen en er zijn periodes dat de planeet is afgekoeld, denk aan ijstijden, die hebben een hoge periodiciteit, dus als je een ijstijd hebt gehad kun je uitrekenen wanneer de volgende komt. Dus ja, over dertig, veertig, vijftigduizend jaar, komt er weer een ijstijd. Misschien ook wel niet omdat we de tent zo opgestookt hebben dat die niet doorgaat, maar dat me toch, eerlijk gezegd verbazen.

Interviewer: Zijn we met zelfvernietiging bezig met die bevolking?

Maarten: Nou, dat moeten we nog even afwachten. Tot op heden is het zo, dat we het zo georganiseerd hebben dat meer mensen een redelijk leven hebben op de planeet dan in het verleden. Het is niet allemaal zoals in Nederland of Denemarken, maar dat weet u ook wel. Er kan wel iets aan gedaan worden zoals in China, dat je een bevolking van honderden miljoenen mensen in relatief hoog tempo naar een redelijk niveau van welvaart kunt brengen. Of ik het nu fijn zou vinden om in een van die torens in Wuhan te bewonen, dat weet ik niet, maar oké, voor hen was het een enorme verbetering.

Einde onderwerp, einde transcriptie.


Waarom is dit betoog zo bijzonder? Let vooral even op wat Maarten niet gezegd heeft. Geen woord over de door mensen veroorzaakte opwarming. Wel spreekt hij z’n zorgen uit over de ongebreidelde, maar inmiddels afnemende groei van de wereldpopulatie.

Ook wijst hij op de natuurlijke variatie in temperatuur en voert hij louter adaptieve oplossingen aan voor als de zeespiegel onaanvaardbaar zou stijgen. Over mitigatie in welke vorm dan ook spreekt Maarten zich niet uit. Dat zou hij zeker gedaan hebben als hij daarvan het nut zou hebben ingezien.

De meest pikante uitspraak: … dus misschien heeft het ook positieve effecten…

***