Filmmaker Marijn Poels draait met het laatste deel van zijn trilogie eventjes een masterclass ‘mens en natuur’ in elkaar.
Een gastbijdrage van Sietske Bergsma.
Hij is niet bang voor lange afstanden. Als het moet leent filmmaker Marijn Poels (Meerlo, 1975) een camper van vader of oom en toert hij kriskras door Nederland. Om zijn films te promoten, om in gesprek te gaan met experts, ondernemers en boeren. Hij vliegt hele continenten over om op die éne vraag die door zijn hoofd spookt dat éne unieke antwoord te vinden.
Toen in 2017 het eerste deel van zijn trilogie (‘The Uncertainty Has Settled’) verscheen blies Poels op deze manier al het concept ‘zoekt en gij zult vinden’ nieuw leven in. Wat waren we nou eigenlijk allemaal aan het doen met dat klimaatbeleid?! Wie werden daar beter van?
Als een kind dat leert lopen navigeerde hij zich door de irrationaliteit en soms zelfs keiharde leugens van een diep gepolitiseerde wetenschappelijke en ideologische wereld.
Hij eindigde die film met de ironische zin: ‘Daar sta ik dan, net zo slim als ik eerst was’. Poels kon eigenlijk zelf nog niet bevatten wat hij ontdekt had. Dat de zogenaamde consensus over klimaatopwarming en de oplossingen ervoor rammelden. En dat het linkse wereldbeeld, waarbij hij zich altijd had thuis gevoeld, vijandig stond tegenover klimaatsceptici en vrije denkers. Over dat laatste ging het tweede deel van de trilogie: ‘PARADOGMA‘. Die film was wellicht vooral een verwerking van de eerste schok. Dat hij nu ineens ‘rechts’ was. Een label wat hem nu niets meer zegt, laat hij weten.
Ook mentaal is Poels niet bang voor lange afstanden. Drie jaar lang zocht hij geduldig openingen voor het (klimaat)debat, probeerde hij vooroordelen te overbruggen, werd hij door links-extremisten bedreigd (online én voor de deur van de bioscopen) en na een carrière met vele prijswinnende films zo goed als door de mainstream media genegeerd. Anders dan de tierende anti-Trumper Michael Moore, die dit jaar ook een klimaatkritische film uitbracht, was de stijl van Poels altijd die van de afweging en twijfel, of zoals hij het zelf graag zegt: ‘de kijker zelf laten beantwoorden wat er speelt’.
Geen tijd meer voor klimaatgekte
Maar met de film ‘Return to Eden’ doorbreekt hij daarin iets. Misschien raakte zijn geduld op, of werd de ernst van de situatie hem steeds duidelijker. Poels is gewaagder in zijn aannames geworden, vooruitstrevender dan menig ecomodernist. Waar hij in ‘The Uncertainty Has Settled‘ nog anderhalf uur nodig had om heilige huisjes omver te trappen, breekt hij in ‘Return to Eden’ de klimaatgekte in één kort, grappig animatiefilmpje af tot de kern: de heiligverklaring van Greta, de hysterie over smeltend ijs, het vijf voor twaalf narratief, het zonnekoninggedrag van Frans Timmermans, de aanvallen op dissidenten, etc. Poels lijkt te willen zeggen: ‘dat weten we nu wel. En als je het niet weet heb ik er geen tijd meer voor.’ Na ‘PARADOGMA’ is Poels daarmee weer terug bij zijn meer journalistieke kant. En er opnieuw niet op uit om vrienden te maken. Het soort vrienden waar je toch niets aan hebt, weet hij inmiddels. De doos van Pandora gaat niet meer dicht.
‘Terug naar onze oertuin’ is meer dan een optelsom of een conclusie die volgt uit de eerste twee documentaires. Ja, het is een signature Poels film, over de mens en het klimaat, maar met verrassende wendingen. Hij zet de bijl aan de wortels van het dominante, linkse idee van menselijke progressie, en wel die waarin de mens (soms heel letterlijk) van de wereld is, op afstand gezet. Aangestuurd door managers en klimaatcoryfeeën in Brussel. Die zich masters of the universe wanen.
In Enkhuizen, waar ik Poels eind augustus uitgebreid sprak en op de foto zette, vergeleek hij de mensheid met de schimmels in een bos. ‘Het bos floreert door chaos, en wij mensen zijn chaos, dat moet je niet willen managen, controleren of indammen.’ De mythe van ongerepte natuur en wildernis zonder menselijke bemoeienis is de echte vijf voor twaalf in ‘Return to Eden’.
In de film wordt een Amerikaans echtpaar geïnterviewd dat een succesvol familiebedrijf had, een oesterboerderij. ‘Totdat de extremisten kwamen,’ vertelt de man. ‘Andere diersoorten zouden volgens hen lijden onder de oesters en steeds als het tegendeel bleek, kwamen ze met een ander bezwaar.’ Pas als de hele boerderij weg was dan zou het gebied tot zijn recht komen, was de conclusie van de beleidsmakers. Ze moesten sluiten en gingen failliet. Het gebied is nu leeg en verlaten. De zeehonden die er in hun tijd waren zijn nu ook weg. Dat de mens dus meer schade aanricht dan goeds, is niet waar. Net als dat grondstoffen, zoals kolen en olie, slecht zouden zijn. ‘Een grondstof kán nooit slecht zijn,’ zegt een bekende ecoloog in de film.
De mens niet meer schuldig
Dat zelfvertrouwen en geloof heeft een wedergeboorte nodig, zoals de onbeschaamde titel al suggereert. Een terugkeer naar het oh-zo-simpele maar bijna revolutionaire idee van de mens ín de wereld. Dié mens is namelijk niet schuldig en schadelijk voor de planeet maar juist een belangrijk onderdeel ervan. En die mens laat God (of waar je ook in gelooft) aan de knoppen van al het andere draaien.
Poels, nu zelf ook veel in zijn tuin in Duitsland te vinden, waar hij fruit en groente teelt en wat kippen houdt, waarschuwt dat als we de mens en de veehouderij als het probleem gaan zien dat dat desastreuze gevolgen heeft. Voor het hele ecosysteem. Dat we fouten maken en dat we schade aanrichten betekent niet dat we ons moeten terugtrekken uit de wereld maar het beter moeten doen, is zijn impliciete boodschap.
Na het kijken van de film krijg je onmiddellijk zin om een moestuin te beginnen. En geiten te houden. Ik geloof niet dat ik dat ooit na een film had. Op de vraag hoe hij die positieve boodschap heeft kunnen stoppen in een verder nogal somber scenario (dat ook ingaat op de komst van vierde industriële revolutie), vertelde hij mij dat ‘wij als individuen steeds meer de controle over ons leven verliezen, maar dat die controle terugkrijgen bij jezelf ligt’.
De tuin als sleutel tot de vrijheid
De kans op de terugkeer naar zo’n tuin voor ons allemaal, waarin chaos en orde in balans zijn, waarin dus een bepaalde ‘onvolmaakte volmaaktheid’ heerst en de slang ons blijft herinneren aan onze val, hangt van onszelf af. En hopelijk van de inspirerende mensen die Poels voor zijn camera kreeg. De Ethiopische woestijnboeren, de Nederlandse ondernemers in Egypte, de ecoloog die aantoont dat de oplossing voor droogte ligt in het houden van vee. Gehoefde dieren die dicht op elkaar staan woelen de aarde om. Losse aarde houdt vocht beter vast en zo kunnen gras en andere gewassen een kans krijgen. Het bijna onmogelijke blijkt doodsimpel. Woestijngrond bebouwen, bosbranden voorkomen, passaatwinden ombuigen en een continent nieuw leven inademen. Van Egypte opnieuw een kloppend hart maken. Dat is nog eens wat anders dan een beetje doelloos CO2 terugdringen. Of een warmtepomp aan je woning hangen.
Het idee van de tuin is even simpel als groots, en een belangrijke sleutel tot het herwinnen van onze vrijheid. Het is inderdaad een gevecht op leven en dood, vertelt hij me. Het alternatief is dat de tuin van Eden slechts toegankelijk zal zijn voor de elite, die er op den duur uiteraard uit verjaagd zal worden. Uit wanprestatie en overmoed. Maar op dat moment ga ik persoonlijk niet zitten wachten.

Return to Eden’ gaat op 16 september 2020 in première in het Ketelhuis, Amsterdam (uitverkocht). De online première is 17 september op de website van Ongehoord Nederland. Volg voor het laatste nieuws ook @marijn_poels.
***
Met plezier gelezen? Vaste bezoeker? Een rechtstreekse donatie doe je via Tikkie, PayPal of via IBAN: NL45 ABNA0515217093 (S.Bergsma).


Bron hier.