Een bijdrage van André Bijkerk.
Eerder heb ik al eens aangegeven, in een grijs verleden verwonderd te zijn geweest over de tendens in de reacties over mijn relaas dat een mammoet en andere ijstijdgenoten zonneklaar aantoonden dat het klimaatverhaal van het IPCC niet klopte. Je zou toch verwachten dat de meerderheid van de reacties opluchting zou moeten zijn: ‘Gelukkig, dan krijgen we die opwarming dus hoogstwaarschijnlijk ook niet; wat een opluchting’. Van sceptici zou je nog mogen verwachten dat ze de kat uit de boom zouden kijken: ‘Hoe weet je nu dat dat allemaal klopt?’ Maar niets van dit alles. Pek en veren was mijn deel. Maar waarom? Waarom is het ‘not done’ om de klimaatopwarming te ontzenuwen? Wat zit er achter de navolgende observatie van Freeman Dyson?
“… the central mystery of climate science. It is not a scientific mystery but a human mystery. How does it happen that a whole generation of scientific experts is blind to obvious facts? “
(Bron: Foreword to GWPF report #18 Goklany, I.M. 2015, Carbon dioxide, The good news)
Niet alleen Freeman Dyson verwonderde zich over de collectieve abberatie van een hele generatie, bij mijn weten de eerste die vergelijkbare gedragingen van groepen opmerkte en er gedetailleerd verslag van deed, was Charles Mackay, met het indrukwekkende werk “Extraordinary Popular Delusions And The Madness Of Crowds” uit 1841! Hier volgt het begin van van het eerste inleidende hoofdstuk, ‘Nationale waanideeën’, zo goed mogelijk vertaald:
Als we de geschiedenis van naties lezen, zien we dat ze, net als individuen, hun grillen hebben en hun eigenaardigheden; hun periodes van opwinding en roekeloosheid, als het ze niet kan schelen wat zij doen. We zien dat hele gemeenschappen hun gedachten plotseling op één doel richten, en doordraaien in de navolging daarvan; dat miljoenen mensen er tegelijkertijd door worden overweldigd en er achteraan rennen, totdat hun aandacht wordt afgeleid door een of andere nieuwe dwaasheid, nog boeiender dan de eerste.
We zien dat een natie van zijn hoogste tot zijn laagste leden plotseling in beslag wordt genomen door een fel verlangen naar militaire glorie; en een ander die plotseling gek wordt door religieuze scrupules, en geen van beiden komt tot bezinning voordat er rivieren van bloed zijn vergoten, ze zaaiden kiemen van gekreun en tranen, om te worden geoogst door het nageslacht.
In een vroegere periode van de analen van Europa verloor de bevolking het verstand over het graf van Jezus, en er dromden waanzinnige menigten naar het Heilige Land (de kruistochten); In een ander tijdperk werd men gek van angst voor de duivel, en men offerde honderdduizenden slachtoffers op aan de waan van hekserij. Bij een andere gelegenheid geraakten velen krankzinnig over een hypothetische Steen der Wijzen, en begingen ongehoorde dwaasheden op jacht naar deze illusie.
In heel veel landen van Europa werd het ooit als een milde overtreding beschouwd om een ​​vijand te vernietigen door langzaam gif. Mensen die zouden steigeren bij het idee om een man door het hart te steken, drogeerden zijn soep echter zonder enige scrupules.
Dames van goede afkomst en keurige manieren werden besmet met moord, en vergiftiging, kwam behoorlijk in de mode onder hun auspiciën,. Sommige waanideeën, berucht voor de hele wereld, hebben eeuwenlang voortgeleefd, en floreren even wijden zijd onder de beschaafde en gepolijste naties als onder de vroege barbaren waaruit ze zijn ontstaan. Dat van duelleren, bijvoorbeeld, en het geloof in voortekenen en waarzeggerij van de toekomst, die lijken de voortgang van kennis te trotseren om deze volledig uit te roeien uit de gedachten van de bevolking.
Geld, nogmaals, het is vaak een oorzaak geweest van de misleiding van menigten. Sobere naties werden allemaal tegelijk wanhopige gokkers, en riskeerden hun bestaan ​met de grillen van een stuk papier. 
Het achterhalen van de geschiedenis van de meest prominente van deze waanideeen is het doel van deze pagina’s. Mensen, zo is het goed gezegd, denken in kuddes; het zal duidelijk zijn dat ze gek worden in kuddes, terwijl ze slechts langzaam en één voor één tot bezinning komen.
En de volgende vijfhonderd pagina’s van het boek doen verslag van vele tientallen voorbeelden van het op hol slaan van kuddes mensen. De klimaatwaan zou daar perfect in hebben gepast. Maar waarom denken we in kuddes en slaan we op hol in kuddes?
Hier wil ik nogmaals proberen om een antwoord op die vraag te vinden. Daarvoor moeten we terug naar de oermens op die steppe waar die mammoet rondliep uit die eerste zin hierboven, alsmede een keur aan gevaarlijke roofdieren. Vreemd genoeg is die situatie vandaag de dag nog steeds zo, ook al zijn de steppeleeuw, de holenbeer en de wolharige neushoorn al millennialang uitgestorven. Geen nood, de vijanden evolueerden wel mee. Zo kwamen de kwade goden, duivels, draken, hunnen, heidenen en heksen en ander gespuis dat ons naar het leven staat, zoals zure regen, atoom energie, milleniumbugglobal warming. In die vijandige omgeving, al dan niet imaginair, kon de mens zich het beste staande houden in een groep, de stam. Lid zijn van zo’n groep was dus van het hoogste belang. Waardeloze stamleden die er de kantjes afliepen, konden zomaar worden geroyeerd en dan heb je wel een probleem tussen die sabeltandkatten of heidenen. Men moest dus ook aantonen om zo’n groepslidmaatschap waard te zijn.
Hoe kun je nu het beste aantonen dat je een waardig lid bent van de groep? Het handigste is om zo’n vijand te lijf te gaan, in het zicht van de meute, en om de draak verslaan om zo eeuwige roem te vergaren. Wie zal Sint Joris nog vergeten? Maar vaak is zoiets onpraktisch en lukt het niet. Dan moet een meer verbale aanpak de ander overtuigen van onze rechtschapenheid en waarde voor de groep. Een groepsbelijdenis. Dat is bovendien nog veiliger ook. Mooi meegenomen.
En zo is een belangrijke bezigheid het verbaal veroordelen van vermeende misstanden buiten onze groep: We hebben het dan over stellingen als: Ik haat SUV’s, Ik ben tegen kernenergie om het nageslacht voor het afval te bewaren, Zwarte Piet is pure rassenhaat, zelfverklaarde klimaatonkenners zijn zakkengraaiers, en dat soort terminologie. Alles om maar te herbevestigen dat we een waardig, deugzaam lid zijn van de groep, in staat en bereid om de normen en waarden van de groep verdedigen en om bedreigingen het hoofd te bieden.
In het engels is eenterm uitgevonden voor dit gebruik: virtue signalling.
Quote:
Deugdsignalering is een negatief neologisme voor de opvallende uitdrukking van morele waarden. [1] In de evolutionaire psychologie en signaleringstheorie wordt het beschouwd als een natuurlijk gedrag dat zowel gunstige als nadelige effecten kan hebben op collectief niveau, afhankelijk van verschillende factoren. [2] Buiten de academische wereld wordt het vaak negatief gebruikt.”
Deugdsignalering is een aardige vertaling. Het speelt een veel grotere rol dan men zou verwachten en misschien moeten we er daarom een ander –meer pakkend- woord voor vinden, iets met een alliteratie?
Braafbazuinen? Deugdialoog? Keurigkakelen? Kuiskout? Integerinformeren? Oprechtoreren? Vroomvertellen? Zedigzeggen? Rypke Zeilmaker, help? Ideeën?
In de wetenschappelijke literatuur wordt het verschijnsel zelf als positief opgemerkt (bijvoorbeeld Levy 2020kocpecky et al, 2019 ) . Het is absoluut niet fout om deugmens te zijn en aanduidingen als hypocriet of schijnheilig zijn beslist heel iets anders dan kuiskout (dat leek me de leukste). Zou het ooit in de dikke van Dale terechtkomen?
Maar waarom speelt het zo’n grote rol? De doelstelling is om onze hoog moreel aan te tonen en niet om een objectieve waarheid te verkondigen. Tegen kernenergie zijn omdat ons nageslacht dan wordt opgescheept met levensgevaarlijk afval voor miljoenen jaren, is geen objectieve waarheid. De intensiteit van kernstraling en de duur daarvan zijn tegengesteld. Het is relatief kort (enige honderden jaren) “levensgevaarlijk”, maar dan is het miljoenen jaren licht radioactief en stralingstechnisch niet veel gevaarlijker dan bijvoorbeeld vers hout.
Maar het waarheidsgehalte is ondergeschikt, het gaat om de deugdsignalering, de kuiskout, niet om de waarheid. “Ik ben goed want ik ben tegen kernenergie”. En dan maakt het niet uit dat je het nageslacht met een fors energieprobleem opscheept. Ook helpt het niet dat anderen een buitengewoon perfect opbergsysteem voor radioactief afval construeren.
Hetzelfde geldt voor het klimaatprobleem. We moeten het klimaat redden voor het nageslacht en gelukkig kunnen we dat door te stoppen met fossiele brandstof. Hoe krijg je het verzonnen? Ik vrees dat het nageslacht hier later nog harder het hoofd over gaat schudden in ongeloof over de onnozelheid van de kudde dan over de tulpenmanie uit de zeventiende eeuw, waar Mackay overigens uitgebreid verslag van doet.
De bedoeling is helemaal niet om het denkbeeldige probleem op te lossen, de bedoeling is om deugdzaam te zijn. En dat geldt des te meer voor de leiders want wie gaat er stemmen op iemand die niet vooroploopt in de kruistocht tegen de imaginaire vijand en daar zelfs mee lijkt te heulen? En dat is dan meteen de kracht van de manie. Rationele tegenstanders zijn vogelvrij. Niets is een beter doelwit voor virtue signalling, kuiskout, dan de skeptici. Dankbaar vervullen de deugmensen zo hun groepsplicht en tonen hun goedheid en dapperheid door hun afschuw uit te spreken tegen die ‘zelfverklaarde klimaatontkenners’ en meer van dat soort creatief gehoon.
En daarom vrees ik dat Mackay gelijk heeft. Zo’n manie is niet te stoppen. Pogingen daartoe werken zelfs averechts. Alleen de wal kan het schip keren en dan komt men zwaar gedesillusioneerd slechts ‘langzaam en één voor één tot bezinning’ want..
Quote:
Of all the offspring of Time, Error is the most ancient, and is so old and familiar an acquaintance, that Truth, when discovered, comes upon most of us like an intruder…”
Charles Mackay 1841
Maar niet getreurd en gauw op zoek naar een volgende, nog pakkender gekte. We zijn nog lang niet uit de donkere middeleeuwen.