Hoe vaak horen of lezen we niet dat een of andere aangekondigde draconische en kostbare beleidsmaatregel noodzakelijk is omdat we anders de doelstellingen van de klimaatovereenkomst van Parijs niet halen? Zo moeten we minder fossiele energie gaan gebruiken om de CO2–uitstoot terug te dringen. Ook moet het door de industrie geproduceerde CO2 worden afgevangen en tegen astronomische kosten in lege gasvelden buitengaats worden geïnjecteerd. Verder moeten we van het gas af en aan de warmtepomp. We moeten minder auto rijden, minder vliegen en meer met de trein. Ons land wordt volgeplempt met windmolens en zonnepanelen. De veestapel moet worden ingekrompen. En we moeten minder vlees eten.
En dat alles kost handen vol geld. Maar Heer Olie B. Bommel zei het al tegen Tom Poes: ‘Geld speelt geen rol, jonge vriend.’
Hoe komt het toch dat Nederlanders, die toch bekend staan als een zuinig volkje, in de komende jaren honderden miljarden willen gaan uitgeven aan dit pakket klimaatmaatregelen? En heeft dat allemaal wel zin?
Laten we eerst eens kijken wat er nu op de klimaatconferentie van Parijs precies is afgesproken.
De doelstellingen zijn duidelijk. We zouden volgens ‘Parijs’ moeten komen tot een vermindering van de door de mens veroorzaakte CO2–uitstoot, opdat de opwarming beperkt blijft tot 2 graden Celsius, liefst anderhalve graad, ten opzichte van het pre–industriële niveau.
De rijkere landen beloofden bovendien vanaf 2020 jaarlijks 100 miljard dollar ofwel 91 miljard euro in het klimaatfonds van de Verenigde Naties te zullen storten om de armere landen te helpen bij hun klimaatbeleid.
Maar zal het lukken om de temperatuurstijging onder het afgesproken niveau te houden? Dat is niet uitgesloten. Want de over de afgelopen decennia gemeten temperatuurstijging is aanmerkelijk minder dan die welke door de alarmistische klimaatmodellen werd geprojecteerd.
Maar àls het al zal lukken, zal dat niet door de afgesproken beleidsmaatregelen komen.
De klimaatconferentie van Parijs eindigde in euforie. De indruk werd gewekt dat de planeet was gered! Maar die indruk was geheel misplaatst. Zorgvuldige lezing van de tekst toont het volgende aan:
  • ‘Parijs’ is niet meer dan een verzameling nationale intentieverklaringen van landen om hun CO2-uitstoot te verminderen.
  • Die intentieverklaringen worden INDC’s genoemd: Intended Nationally Determined Contributions (CO2-reductie).
  • De overeenkomst is niet bindend en er staan geen sancties op niet–nakoming.
Als alle landen zouden doen wat ze hebben beloofd, zal de temperatuur in 2100 0,04 graden Celsius minder zijn gestegen dan wanneer ze niets zouden hebben gedaan. Dat is zó weinig dat dat niet op een thermometer valt af te lezen.
De ‘United Nations Framework Convention on Climate Change’ (UNFCCC), heeft de CO2-reductie en temperatuur weergegeven in bijgaande grafiek.
De rode pijl boven laat de broeikasgasemissies zien als we doorgaan op de ingeslagen weg. De band met gele verticale lijntjes laat zien wat het effect van de nationale plannen is. Daaruit blijkt dat de uitstoot nog steeds toeneemt. De onderste pijlen laten zien wat volgens de voorstanders van een stringent klimaatbeleid nodig zou zijn. Het verschil is groot, om niet te zeggen gigantisch.
Je zou mogen verwachten dat na de overeenkomst van Parijs de wereldwijde uitstoot van CO2 nu wel omlaag zou gaan. Maar dat is niet het geval, zoals uit deze grafiek blijkt.
De uitstoot stijgt nog steeds. Kortom, het bevestigt maar weer eens dat men afspraken op internationale conferenties niet moet verwarren met de realiteit. Het zal duidelijk zijn dat welke maatregelen Nederland ook zal nemen, deze geen merkbare invloed zullen hebben op de mondiale uitstoot. Maar ja, of dat ook tot gekke Henkie doordringt?
En wat zou nu de Nederlandse bijdrage aan de vermindering van de temperatuurstijging zijn? De voormalig staatssecretaris voor milieu, Sharon Dijksma, heeft daarover in een brief aan de kamer in verband met de Urgenda-zaak geschreven:
De extra reductie [van 9%], zoals bevolen door de rechtbank, zal 0,000045 °C minder gemiddelde wereldwijde opwarming tot 2100 tot gevolg hebben.
Rekenen we dit om naar de totale Nederlandse klimaatinspanning volgens het energieakkoord dan komen we op een getal van ongeveer 0,0005 gradenvermeden opwarming.
Het is een getal met drie nullen achter de komma. Kortom, de Nederlandse bijdrage is zó klein dat deze niet aantoonbaar is – ook niet aan het einde van de eeuw.
Maar inmiddels zijn er weer nieuwe, verdergaande afspraken gemaakt in het regeerakkoord.
Hoeveel gaan die dan kosten? Nederland wil zijn emissie in 2030 met 49% verminderd hebben. De kosten van de huidige nieuwe plannen (huishoudens van het gas af en vervanging door warmtepompen) zullen afgerond €580 miljard bedragen en leveren ca. 15% van die doelstellingen op. Tot 2030 is dus ruim 3 maal meer nodig.
  • Wind Energieakkoord 2013                                                                   € 72 miljard
  • Extra stroom door warmtepomp                                                          € 44 miljard
  • Kosten warmtepomp € 10.000/huishouden x 7,7 miljoen hh =       € 77 miljard
  • Afkoppelen van gas € 50.000/huishouden x 7,7 miljoen hh =        € 385 miljard
  • Totaal                                                                                                       € 580 miljard
Dit is een astronomisch bedrag waarbij men zich geen voorstelling kan maken. Maar het komt aardig in de buurt van het jaarlijkse BNP van Nederland. En dan gaat het nog maar om 15% CO2–reductie in plaats van de 49% die de huidige coalitie wenst.
Hoe komt het toch dat deze getallen in de maatschappelijke discussie nooit naar voren zijn gekomen? Ook de media hebben het laten afweten. Want dit zou toch voorpaginanieuws hebben moeten zijn.
De conclusie kan niet anders luiden dan dat we hier hebben te maken met uiterst kostbaar getuigenisbeleid, dat geen aantoonbaar klimaateffect zal hebben.
Waarom doen we dit toch?
Rebus sic stantibus.