Het verhaal is steeds hetzelfde: modulair, goedkoop, snel te bouwen.
2-9-2025
Hiep hype hoera !!! De kleine reactor met grote illusies – SMR als fata morgana van betaalbare energie

Akademik Lomonosov. Foto: Shutterstock.
‘Du choc des opinions jaillit la vérité.’
Door Gerard d’Olivat.
Nederland is in de ban van een nieuwe belofte: de Small Modular Reactor. Alsof het de nieuwe windturbine of zonnepaneel is, wordt de SMR gepresenteerd als dé oplossing voor betaalbare, schone en flexibele stroom. Provincies wedijveren om een plekje, politieke partijen nemen het in hun verkiezingsprogramma’s op, en consultants schuiven met glanzende PowerPoints en “business cases” die er altijd beter uitzien op de tekentafel dan in de praktijk.
Het verhaal is steeds hetzelfde: modulair, goedkoop, snel te bouwen. Alsof de lessen van decennia kernenergie – kostenoverschrijdingen, eindeloos uitlopende tijdlijnen, afvalbergen – plotseling niet meer gelden zodra je het woord “small” toevoegt. In Zeeland droomt men hardop van een SMR in de haven. In Groningen klinkt de roep dat een kleine reactor de werkgelegenheid kan redden. In Brabant worden al locaties genoemd waar “ruimte en draagvlak” zouden zijn. Alles klinkt alsof het gaat om een nieuw soort windpark dat je even neerzet, inplugt en vergeet.
Zo ontstaat de illusie dat Nederland binnenkort kerncentrales op containerformaat neerzet op een bedrijventerrein, of desnoods naast de fietsenstalling van de basisschool – alsof het gaat om een transformatorhuisje. In dit soort plannen, die zich als een meme verspreiden, ligt het gevaar altijd op de loer van de grote redenering: “simpel toch, gewoon doen, en wel zo snel mogelijk, dan zijn we energieonafhankelijk.” Maar zodra kernenergie wordt verkocht als een legobouwpakketje voor de energievoorziening, is het tijd om te kijken of die SMR’s überhaupt al bestaan – en wat ze in de praktijk kosten.
De vliegende Hollander van Pevek
Ja, er bestaat er eentje. Niet in Zeeland, niet in Groningen, maar in de eindeloze leegte van Tsjoekotka, in het Siberische plaatsje Pevek. Daar dobbert sinds 2019 de Akademik Lomonosov, een drijvende kerncentrale met twee reactoren.
Het idee was al oud. In 2007 begon men in Sint-Petersburg aan de bouw. Een prototype, zo werd het genoemd, en de eerste van een hele vloot. Het moest een toonbeeld van Russische ingenieurskunst worden: compact, verplaatsbaar, overal inzetbaar. Begroot op zo’n 140 miljoen dollar. Goedkoop dus, voor kernenergiebegrippen. In werkelijkheid duurde de bouw ruim tien jaar en liep de rekening op tot minstens een half miljard dollar. Wie de tussenstops, aanpassingen en bijkomende voorzieningen meerekent, komt nog hoger uit.
En toen moest het schip nog naar zijn bestemming. Pevek ligt aan de oostelijke rand van Siberië, tegen de poolcirkel, aan een zee die het grootste deel van het jaar dichtgevroren is. Een afgelegen mijnstadje, ooit levendig door tin- en goudwinning, maar inmiddels grotendeels vervallen. Alleen de strategen in Moskou zien er nog toekomst in, als mogelijk knooppunt van de Noordelijke Zeeroute. Daarheen moest de Lomonosov worden gesleept, begeleid door ijsbrekers, een tocht van duizenden kilometers. Het transport zelf was een huzarenstuk, maar ook een kostbare operatie die meteen de belofte van goedkoop en modulair onderuit haalde.
Plug-and-play? Integendeel
En zo kwam de Lomonosov eindelijk aan in Pevek. Daar lag hij dan, een drijvend gevaarte van 144 meter lang, met zijn twee reactoren en zijn glanzende belofte. Voor Rosatom een triomf, voor de inwoners vooral een spektakel in de haven. Maar “eindelijk thuis” bleek een illusie.
Pevek telt amper vierduizend inwoners. De Lomonosov was ontworpen voor een stad van tweehonderdduizend. Het gevolg: structurele overcapaciteit. De reactor draaide vaak op halve kracht, stroom moest worden afgetopt, soms zelfs gedumpt. En het net in Tsjoekotka bleek te fragiel om stabiel nucleair vermogen op te nemen. Spanningsschommelingen en noodstops waren eerder regel dan uitzondering. De oude Bilibino-centrale bleef gewoon doordraaien. De dieselgeneratoren bleven onmisbaar. In plaats van een stabiele oplossing ontstond een stapeling van oud + nieuw + nood.
En dan kwamen de brandstofcycli. Iedere drie à vier jaar moest de Lomonosov worden stilgelegd, want ook uraniumstaven hebben geen eeuwig leven. De reactoren werden gekoeld en ontladen, een operatie die weken van voorbereiding vergde. Met speciale kranen werden de gebruikte splijtstofstaven uit de kern gehaald en in zware containers geplaatst die de straling moesten afschermen. Daarna begon de echte reis: de containers werden op schepen of treinen gezet en duizenden kilometers verder naar Majak in de Oeral gebracht voor opslag of opwerking. Pas wanneer dit proces was afgerond, konden nieuwe brandstofstaven worden ingevoerd, opnieuw onder hoge veiligheidsvoorschriften en met gespecialiseerde teams.
Voor Pevek betekende dit telkens een periode van drie tot zes maanden waarin de reactor maar half draaide of zelfs helemaal stil lag. In die tijd moest de stad weer terugvallen op dieselgeneratoren en restcapaciteit uit de oude Bilibino-centrale. Geen plug-and-play dus, maar een kostbaar en risicovol logistiek circus dat telkens opnieuw moest worden opgevoerd.
Het resultaat: waar ooit 140 miljoen dollar was beloofd, liep de rekening richting een miljard. Voor 70 megawatt. Reken je dat door, dan kost de stroom in Pevek al gauw 400 euro per megawattuur. De duurste elektriciteit ter wereld.
Siberië in Assen of Eindhoven
“Ja,” zult u zeggen, “maar dat is Siberië. Ver weg, koud, Russisch, verouderde technologie.” Dat klopt. Maar stel u voor dat we dit circus naar Nederland halen. Geen poolijs, maar wel dichtbevolkte steden, een wirwar van snelwegen, en een samenleving die allergisch is voor nucleaire transporten.
Want een SMR is nooit een losstaand kastje op een bedrijventerrein. Het vraagt altijd om een zware nucleaire keten: havens voor splijtstof, speciale transporten naar opwerkingsfaciliteiten in het buitenland, beveiligingsteams, technici die Nederland nauwelijks heeft, en een permanente structuur voor afvalopslag en ontmanteling. Iedere SMR wordt zo een dure satelliet in een netwerk dat hier eerst nog moet worden gebouwd. En hoe kleiner de reactor, hoe groter het relatieve nadeel.
Stel dat Nederland zes SMR’s zou bouwen, verspreid over provincies. Elk 75 tot 100 megawatt. Dan lopen de bouwkosten op tot 4 à 8 miljard euro. De vaste lasten: anderhalf miljard per jaar. Daarbovenop brandstof, beveiliging, afval. Het resultaat: stroom voor 300 tot 400 euro per megawattuur. Vijf tot acht keer duurder dan een gascentrale.
En dat brengt ons bij de hamvraag: als u dan toch kleine, modulaire centrales wilt, waarom kijkt u dan niet naar Yamal, Siemens of General Electric?
Hoofdstuk 5 – Yamal, de gas-hub van de poolcirkel
Waar Pevek symbool staat voor een nucleaire Vliegende Hollander, laat Yamal zien hoe eenvoud en logica een energiesysteem wél overeind houden. Yamal is een groot schiereiland in het uiterste noorden van Rusland. Het woord betekent in de Nenets-taal: het einde van de wereld. En toch is het uitgegroeid tot één van de belangrijkste energieharten van de planeet.
Onder de permafrost liggen enkele van de grootste aardgasvelden ter wereld: Bovanenkovo, Kharasavey, Yamal LNG, Arctic LNG-2. Samen goed voor honderden miljarden kubieke meters gas. Voor Moskou is Yamal een strategische troefkaart: via pijpleidingen stroomt het gas naar Europa en Azië, en via LNG-terminals naar klanten over de hele wereld. De haven van Sabetta is speciaal uit de grond gestampt als knooppunt van de Noordelijke Zeeroute, waar ijsbrekers en tankers het Russische gas naar Shanghai en Rotterdam brengen.
En dat alles vraagt elektriciteit. Niet een beetje, maar dag en nacht: voor de compressorstations die het gas in de pijpen duwen, voor de gigantische LNG-trains die vloeibaar gas produceren, voor de havens en de duizenden arbeiders in geïsoleerde kampen. Een nationaal net ligt er niet.
De oplossing? Geen drijvende kerncentrale, maar een vloot van kleinschalige gascentrales. Siemens, General Electric en Russische bouwers leveren er units van 5 tot 50 megawatt. Compact, modulair, op vrachtwagens aangevoerd en direct aangesloten op de gasleiding. Valt er één uit, dan nemen de anderen het over. Komt er een extra LNG-train bij, dan wordt er gewoon een paar generatoren bijgeplaatst. De voordelen zijn glashelder: de brandstof is lokaal en praktisch onbeperkt, onderhoud kan door gewone technici, stilstanden duren dagen, geen maanden en de kostprijs blijft laag: 50 tot 80 euro per MWh.
Een spookschip versus een energiehaven
En zo ontstaat het contrast. Waar Pevek de duurste kilowatturen ter wereld levert en een spookschip in de haven dobbert, bruist Yamal van bedrijvigheid. Geen Vliegende Hollander die rondwaart zonder bestemming, maar een levendige energiehaven die de wereld met en zonder sancties bevoorraadt.
Eén plus één is twee
En dan Nederland. Ook hier ligt een van de best uitgebouwde gasinfrastructuren ter wereld: duizenden kilometers pijpleiding, gasopslag in lege velden, LNG-terminals in Eemshaven en Rotterdam, verbindingen met Noorwegen en Duitsland. Het hele netwerk ligt er al en dat netwerk draait op ondercapaciteit. En wat bedenken we dan in onze ijver om ‘mee te doen’ aan een hype…. SMR’s bouwen logisch toch ?
Als je in Nederland modulair en kleinschalig vermogen wilt bouwen, waarom dan niet hetzelfde doen als op Yamal? Hybride gascentrales, gekoppeld aan een bestaand netwerk, flexibel bij te plaatsen, goedkoop, betrouwbaar. Stroom die drie tot vijf keer goedkoper is dan uit een SMR, zonder circus van kernketens.
Pevek laat zien wat er misgaat als je de logica negeert. Yamal bewijst dat één plus één gewoon twee is. Kortom: stoppen met die onzin. Iedere euro die naar SMR’s gaat, is weggegooid geld. Niet omdat kernenergie in abstracto onmogelijk is, maar omdat de kleine reactor per definitie het slechtste van twee werelden combineert: de hoge kosten van kernsplijting én het schaalnadeel van modulariteit.
Wat overblijft is een circus van ketens, transporten, beveiliging en afval – voor de duurste kilowatturen ter wereld, maar dan met een Nederlands vlaggetje erop.
Elke euro voor SMR’s is een euro die nooit meer terugkomt. Maar meme’s laten zich moeilijk uitroeien dat hebben we wel gezien met zon- en windenergie. Iedereen van links tot rechts zijn energie-illusies als onzinnige borrelpraat zullen we maar denken, dat schijnt nou een keer niet anders te kunnen.
We gaan het zien… bouw toch gewoon gascentrales !
***

0 reacties :
Een reactie posten