Een medewerker bij Buitenlandse Zaken nam ontslag vanwege het Gazabeleid van het kabinet.
3-2-2025
Goede zaak als politiek gemotiveerde ambtenaren ontslag nemen
Een medewerker bij Buitenlandse Zaken nam ontslag vanwege het Gazabeleid van het kabinet. Deze Eline Bosman verwart de overheid met een mensenrechtenorganisatie, schrijft Afshin Ellian.
Ambtenaren verbeelden zich soms meer dan het mogelijke. De illusie van de vierde macht is zo’n hardnekkige fantasie die eigen is aan het ambtenarenkorps.
Ambtenaren hebben in zoverre macht, dat ze besluiten mogen voorbereiden voor politici. Maar die macht eindigt waar de politiek begint. En het primaat ligt altijd bij de politiek.
Of het nu in een democratie is of onder een despoot: de ambtenaar dankt zijn macht het feit dat de politieke macht die toestaat. De ambtenarij is een machine in dienst van de politiek.
Te rijke verbeelding
Eline Bosman is een perfecte illustratie van een ambtenaar met een te rijke verbeelding. Zij werkte meer dan tien jaar bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Vanwege het Gazabeleid van het kabinet nam zij ontslag.
Volgens NRC hanteert zij ‘heldere principes’: Nederland is door het ‘ijs gezakt als internationale voorvechter van de mensenrechten’, aldus Bosman.
Zijn de mensenrechten dan het enige principe waarop het buitenlandbeleid wordt gebaseerd? In dat geval had Nederland, onder aanvoering van ambtenaar Bosman, de Islamitische Revolutionaire Garde in 2022 op de terrorismelijst moeten plaatsen vanwege de gewelddadige onderdrukking van de vrouwendemonstraties die zich in Iran afspeelden.Ondanks een overgrote Kamermeerderheid, adviseerden ambtenaren de minister dat niet te doen. Ambtenaar Bosman dacht toen niet aan Nederland als ‘voorvechter van de mensenrechten’.
Kwaadaardige redenering
Bosman verwart de overheid met een mensenrechtenorganisatie. Zo’n organisatie is, anders dan Bosmans politiek leidinggevende, niet verantwoordelijk voor de belangen van een land.
Een ngo interesseert zich niet voor de veiligheid en economie van Nederland. De diplomatieke machtspositie van Nederland is niet van belang voor een mensenrechtenorganisatie. Zo’n organisatie dankt haar bestaansrecht aan een rabiate houding ten aanzien van mensenrechten.
Bosman is ook een politicus zonder een politieke functie. Zij was politiek assistent van oud-minister Bert Koenders (PvdA). Maar haar PvdA is niet aan de macht. Sterker: de PvdA bestaat niet langer. De partij is opgegaan in GroenLinks-PvdA.
PvdA’er Bosman nam ontslag omdat minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) ‘bondgenoten in Europa had kunnen bellen om samen op te trekken’.
Ze vervolgt: ‘In plaats daarvan zei hij in de Tweede Kamer dat IsraĆ«l geen rode lijnen had overschreden, terwijl het Internationaal Gerechtshof zegt dat genocide plausibel is en het Internationaal Strafhof [de IsraĆ«lische premier] Benjamin Netanyahu beschuldigt van oorlogsmisdrijven.’
Een buitengewoon kwaadaardige redenering. Er is nog geen strafgeding, maar de PvdA’er weet al dat ‘genocide plausibel is’.
En dan pretenderen zulke figuren hoeder van de rechtsstaat te zijn. Terwijl in een rechtsstaat een strafbaar feit pas een plausibele mogelijkheid is als een onafhankelijke en onpartijdige rechter dat ook zo ziet.
Schending van de Grondwet
Bosman kent haar handelen legitimiteit en legaliteit toe door te zeggen: ‘Ik heb als ambtenaar de eed afgelegd aan de Grondwet. Voor mij betekent dat: een waardengedreven buitenlandse politiek.’
Maar deze eed afleggen, betekent voor een ambtenaar slechts dat hij de Grondwet in acht dient te nemen. De Grondwet bepaalt dat de Koning onschendbaar is: de ministers zijn verantwoordelijk (artikel 42, lid 2). De minister – de politiek leidinggevende van een ministerie – is verantwoordelijk voor de daden en woorden van de Koning, zichzelf en zijn ambtenaren.
Wie beoordeelt vervolgens of een minister de Grondwet in acht neemt? Het parlement, als hoogste staatsorgaan. De persoon Bosman is irrelevant in dit constitutionele vraagstuk. Anders zouden we niet in een democratie leven.
De Kamer bepaalt of de minister conform de wetten handelt. Dat is een politiek vraagstuk.
Een ambtenaar die zichzelf de parlementaire bevoegdheid toekent om de grondwettelijkheid van handelen van een minister te bepalen, schendt juist de Grondwet.
Er zijn verder nog specifieke cases, waarin het gaat om mensenrechtenbepalingen uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Maar dan bepaalt de rechter of een wet of beleid die bepalingen schendt. En is mevrouw Bosman als ambtenaar niet bevoegd om hierover te oordelen.
Bosman houdt van de Grondwet, maar niet van haar grondwettelijk ondergeschikte positie.
ELSEVIER
0 reacties :
Een reactie posten