Kees le Pair.












Een dystopische toekomstverkenning.

Door Kees le Pair.

Het kabinet Rutte gaat de klimaatmaatregelen, de stikstofreductie en duurzame energie inspanning versnellen en intensiveren. Wanneer het zijn zin krijgt, is maatschappelijke onrust waarschijnlijk. Dat leg ik hieronder uit.

En indien de hele wereld zo gek is, verdwijnen 7,5 miljard mensen. Nederland voorop als kampioen lemming, het snelste jongetje van de klas. Wat we doen moeten om heel misschien nog erger te voorkomen.

Waarom?

Rutte’s reactie op de verkiezingsuitslag in Maart 2023 verbaast mij niet ‘ex falso sequitur quod libet‘. (Acceptatie van een onware bewering – hoe gek ook – maakt elke andere bewering aanvaardbaar.) Volgens Harrie de Swart in zijn schitterend opstel steekt een politicus daarom gerust een sigaret in zijn oor om de krokodillen te verjagen. Wanneer je opwerpt, dat er helemaal geen krokodillen zijn, zal hij antwoorden: zie je wel dat het werkt. Bertrand Russell zei het korter. Als 1 = 2 dan ben ik de Paus van Rome.

Ik zag het aankomen toen minister Kamp met steun van een eerder kabinet Rutte onze studie over het onnut van windmolens verwierp. Zijn argument was, zoiets kan je niet concluderen op grond van praktijkgegevens; dat moet je doen met een modelstudie. Waarmee hij vier eeuwen verlichting naar de prullenmand verwees. Niet waarnemen en meten dus, maar filosoferen! En zo de weg vrij maakte voor alle onzin in de eerste regel van dit stuk. Weg met de proefondervindelijke wijsbegeerte, leve de scholastiek.

Omdat wind en zon onze energiebehoefte niet kunnen dekken, steven wij af op honger, kou en armoede. Wat dat betekent voor de staatsontwikkeling leest u nog. Energie is nu eenmaal de motor van elke beweging in het heelal; van Melkweg tot het binnenste van elk atoom, ook van u en mij. Onze voedselproductie en -voorziening, kleding, wegenbouw en transport, behuizing en verwarming hangen af van voldoende energie. Minder energie is minder daarvan. Daar helpt geen gelddrukken tegen.

Staatsontwikkeling

De lessen hieronder over staatsontwikkeling trek ik uit de geschiedenis. Daar komt geen fysica aan te pas:

  1. In een net land neemt de regering goede besluiten, waarmee het parlement na discussie instemt. Daar is het parlement een pro forma instituut. Het is au fond niet nodig. Slechts een verzekering voor als het mis loopt. En het volk is tevreden.
  2. Iets minder utopisch: Indien de regering zich vergist, is een seintje vanuit volk of parlement voldoende om de regering het besluit te laten verbeteren.
  3. Nog moeizamer: Waar een regering halsstarrig vasthoudt aan het verkeerde besluit, dwingt het parlement haar het beter te doen. En komt de regering tot inkeer.
  4. In een nog net fatsoenlijk staatsbestel, waar machthebbers verkeerd besluiten op grond van (verborgen) pseudo argumenten, helpen betere argumenten niet. Dan stuurt een parlement die machthebbers naar huis en wijst een nieuwe regering aan. Ons parlement laat nu dus verstek gaan.
  5. In een staatsbestel waar machthebbers in het parlement genoeg vazallen hebben, worden verkeerde besluiten uitgevoerd.
  6. In een staatsbestel waar verkeerd beleid tot honger, kou en armoede leidt, ontstaan onlusten. Daartegen wordt volgens bestaande wetten hard opgetreden. Omdat dat geen brood op de borden brengt, gaan de onlusten door, wordt de repressie harder, vallen er slachtoffers en verergert de situatie.
  7. Tijdens en na onlusten vallen er slachtoffers zowel onder opstandelingen als onder het ‘ancien régime‘.

Wij zijn nu in de overgangstoestand van 4 naar 5. Want de verrassende kieswinst van de BBB betekent geen verminderde steun voor de machthebbers. De leiding van die beweging stemde tot nu toe met alle verkeerde kabinetsplannen in, op één kleinigheid na. Ze wil de eliminatie van de boeren niet afwenden, maar temporiseren. Tenzij de partijleiding een reuze draai maakt, staat het kabinet Rutte als een rots in de branding.

De nummering in de toestanden hierboven wekt een verkeerde indruk. Namelijk die van een onontkoombare ontwikkeling. Het is echter niets anders dan een opsomming van toestanden van staat, van waaruit een volgende toestand waarschijnlijk is. Waarschijnlijk, maar niet onontkoombaar. Ook vazallen kunnen tot bezinning komen. En misschien zelfs de bovenbazen.

Dan kunnen beleidswijzigingen de angel uit eerdere maatregelen halen en is er kans op het doorlopen van de gesuggereerde volgorde in omgekeerde richting. Op weg dus naar ideale toestand 1. Een steviger houding van het parlement is onze voornaamste hoop om negatieve ontwikkelingen te voorkomen.

Politiek duiden is niet mijn fort. Maar ik schat de kans daarop klein. Het volk is in een waan gebracht van een klimaatramp, indien we niet ophouden met CO2 uitstoten, en oprakende fossiele brandstof. Dus dat gaat niet gauw als blok zijn stem beter gebruiken.

De gezaaide angst en het bijgeloof verdampen minder snel dan verkiezingen komen en gaan. Er is weliswaar een groeiende ontevredenheid gebleken bij de Provinciale Statenverkiezing, maar die zal versplinteren. De BBB zegt op te veel missers van het kabinet ja en amen.

Ik acht de kans het grootst op een “Rutte-5”. Met een milligram meer stikstof en nog steeds alle fatale beslissingen op energiegebied. En juist daarvan hangen onze basisvoorzieningen af en per gevolg maatschappelijke onrust.

Boeren, moe geprotesteerd en teleurgesteld in het bereikte, bijten dit keer niet het spits af.

Onlusten als in toestand 7 zijn een tweevoudige ramp. Slachtoffers zijn voornamelijk onschuldigen en wanhopigen. In ‘new NATO speak, collateral damage‘. Meestal ontspringen de ware boosdoeners de dans.

En verder richten de ontevredenen zich met oogkleppen op de verdedigers van het oude regiem, terwijl ze steevast verzuimen de opkomst van nieuwe potentaten in eigen gelederen te beletten.

Historisch gezien leveren onlusten dus weinig goeds en veel kwaads op. Al kunnen de slachtoffers dat niet beamen.

Wat ons te doen staat

Hoewel op den duur in grote kwesties de partij die gelijk heeft, dat ook wel krijgt, kan in ons geval dat gelijk te laat komen voor een gelukkig einde van toestand 4 en een retourtje naar toestand 2.

Daarom heeft het zin zo lang bovenstaand scenario niet echt werkelijkheid wordt ons best te blijven doen het te voorkomen. D.w.z. het volk, zijn vertegenwoordigers en verdere toonaangevenden ervan te overtuigen,

* dat er geen klimaatcrisis is,
* dat de CO2-jacht zinloos is,
* dat er geen acuut tekort aan fossiele brandstof is,
* dat wind en zon fossiel en nucleair niet kunnen vervangen,
* dat een rationeel energiebeleid gevoerd wordt en
* dat stikstofmaatregelen moeten worden ingetrokken.

Dan kunnen ook de maatregelen die armoede en tekorten bewerkstelligen, ingetrokken worden. Al is dat laatste geen sinecure. Het gaat namelijk niet alleen om het anders richten van een stel bewindslieden.

In de achter ons liggende tijd is het hele bestuurlijke apparaat van hoog tot laag gepenetreerd door klimaat- en CO2-gedrogeerden. Daar krijgen we heel wat mee te stellen. Net als met de net zo geperverteerde rechtspraak. In die regionen heeft men zijn eigen methoden om zich tegen inmenging van de overheid – niet van ‘influencers‘ – te verweren.

En of dat al niet ernstig genoeg is, is er ook nog de geperverteerde financiële bedrijfssector. Die is inmiddels zwaar met het zogenaamd duurzame verweven. De financiële elite is naar mijn mening zelfs de drijfveer op de achtergrond. Die is naar het blijkt de enige die van het huidige beleid profiteert. Dat lees ik in “Forbes“, hun eigen tijdschrift. Ze zorgen natuurlijk wel voor hun leger vazallen.

Enfin, misschien keert daar als eerste de wal het schip.

***