De nieuwe Omgevingswet die ruimtelijke ordening, onteigening, klimaat en natuur regelt, zet burgers buitenspel.
Rob Wertheim, advocaat Omgevingsrecht, hoopt op uitstel en herbezinning door een nieuw kabinet.
Rob Wertheim
Trouw - 26 januari 2021,
De politieke verontwaardiging in de toeslagenaffaire is groot. “De wetgever – kabinet en parlement – mag het zich aanrekenen dat hij wetgeving heeft vastgesteld die spijkerhard was en die onvoldoende de mogelijkheid in zich had om recht te doen aan individuele situaties”, zo schreef de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag onlangs. Met vergelijkbare parlementaire meerderheden is de afgelopen tijd een ander wetgevingsproject goedgekeurd dat de rechtsbescherming van burgers zal inperken: de Omgevingswet.
De nieuwe wet moet een groot aantal wetten op het vlak van onder andere ruimtelijke ordening, milieu, onteigening en natuur gaan vervangen. Zij bestendigt en versterkt een tendens die al een tijd gaande is.
Onder de camouflage van vereenvoudiging en verbetering gaat deze complexe wetgevingsoperatie ervoor zorgen dat rechtsbescherming bij twee rechters (rechtbank en Raad van State) kan worden vervangen door rechtspraak in één instantie, alleen nog de Raad van State. En daar moeten burgers hun argumenten dikwijls in één keer, binnen zes weken, op tafel leggen, want anders worden die niet meegenomen. Waar de overheid jaren de tijd heeft om dikke technische rapporten op te stellen, moet de burger die in korte tijd zien te doorgronden.
Uitgeklede rol van de rechter
De Omgevingswet zal de Raad van State waarschijnlijk nog vaker dwingen binnen zes maanden uitspraak te doen, bijvoorbeeld wanneer de overheid het etiket ‘publiek belang’ op een project plakt. Rechtszaken over snelwegen krijgen bij de rechter straks dus voorrang boven gedingen over toeslagen. Er is in de toeslagenaffaire nu veel te doen om de rol van de Raad van State, maar moet de wetgever niet vooral naar zichzelf kijken als hij de rol van de rechter uitkleedt?
De wet bevat enkele obligate bepalingen over participatie, maar de vraag is of die bij de rechter af te dwingen zijn. Intussen wordt de formele inspraak versoberd ten opzichte van de huidige wetgeving en kan de lokale overheid of het Rijk vaker zelf beslissen of de formele inspraakprocedure wordt toegepast.
Burgers zonder digitale vaardigheden zullen die procedure trouwens missen, omdat de papieren kennisgeving van vergunningen steeds vaker wordt wegbezuinigd. En wie niet meedoet met de inspraak, is daarna niet welkom bij de rechter.
Dankzij het Europese Hof van Justitie weten we dat die regel bij vergunningen voor grote projecten gelukkig niet altijd meer geldt.
Herbezinning
Kan de burger dan nog terecht bij zijn volksvertegenwoordiger? Steeds minder vaak. De Eerste en Tweede Kamer hebben namelijk met de Omgevingswet vrijwillig een groot deel van hun macht uit handen gegeven. De wet vormt niet meer dan het kader voor lagere wetgeving. In theorie kan dus zonder al te veel parlementaire controle de bescherming van de burger worden uitgekleed. Op gemeentelijk niveau kan het college van burgemeester en wethouders vaker projecten toestaan zonder bemoeienis van de gemeenteraad, tenzij deze zo alert is geweest om van tevoren een rol te bedingen.
De Omgevingswet moet in werking treden per 1 januari 2022, maar de invoering wordt geplaagd door ICT-problemen. Een gigantische operatie als de Omgevingswet verdient herbezinning, zeker nu de kosten voor gemeenten de pan uit rijzen (Trouw, 11 januari) en het kabinet demissionair is.
Uitstel geeft een uitgelezen kans om nog eens na te denken over de vraag of wij een land willen waar opslagloodsen, datacenters, wegen en luchthavens zonder draagvlak de schaarse ruimte opsouperen en individuele belangen in de verdrukking komen.
“De rechtsstaat moet burgers beschermen tegen een almachtige overheid en dat is hier op een verschrikkelijke manier misgegaan,” zei premier Rutte over het aftreden van zijn kabinet.
Even democratisch als de Omgevingswet is aangenomen, kan zij ook – voor de beoogde inwerkingtreding per 2022 – weer worden ingetrokken.
Politici weten dus wat hun te doen staat bij de volgende kabinetsformatie.
1 reacties :
Als er verkiezingen komen gaan de mensen gewoon weer op de gevestigde uiterst corrupte partijen stemmen en zijn daar nog trots op ook.
Het verstand van de Nederlandse burgers begint te dalen tot dat van de gemiddelde Afrikaan, en dat is een IQ van 80.Even voor de goede orde voor de mensen die het niet weten: het gemiddelde IQ ligt op 100 en 80 is min of meer zwakzinnig. Al mag je dat woord tegenwoordig ook al niet meer gebruiken.
Een reactie posten