Column: Nederland maakt dramatische val naar Europese achterhoede

Datum:
  • zaterdag 22 augustus 2020
  • in

  • Volgens de eerste berekening van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is het bruto binnenlands product (bbp) van Nederland in het tweede kwartaal van 2020 met 8,5 procent gedaald ten opzichte van een kwartaal eerder. Een dergelijke krimp is ongekend. Eerder maakte dit bureau al bekend dat door de coronacrisis in ons land ruim 320.000 mensen hun baan verloren hebben'
    Voor de achtergrond verwijzen we naar de bijdrage van Martin Visser in de krant van afgelopen vrijdag. Het is opvallend dat in politiek Den Haag over alles wordt gedebatteerd, maar dat de politiek nog steeds niet doorheeft dat onze economie en toekomst in zwaar weer terechtkomen. We staan aan de vooravond van een economische ontwikkeling waarbij Nederland binnen Europa een matig presterende economische middenmoter zal worden en dat tot op heden deze toekomst nog steeds geen debat heeft opgeleverd.

    Dramatische val

    Tot voor kort behoorde ons land nog tot de Europese kopgroep van de best presterende economieën. Vier jaar geleden had Nederland zelfs de hoogste economische groei en waren we een land met een lage werkloosheid en gezonde overheidsfinanciën. Deze dramatische val naar de Europese achterhoede heeft verschillende oorzaken en kan niet aan de coronacrisis worden toegeschreven, maar wordt daardoor wel versterkt. Deze degradatie is vooral te wijten aan het feit dat de Nederlandse politiek en delen van ons bedrijfsleven hebben geteerd op de investeringen en successen uit het verleden. Er was bovendien te weinig oog voor internationale ontwikkelingen, voor technologische vernieuwingen en voor concurrerende landen.
    Ook de opmars van de gigantische marktmacht van de Amerikaanse techreuzen, Apple, Google, Facebook, Amazon en Microsoft hebben we in Europa, waaronder Nederland, zwaar onderschat. In Nederland waren we vooral trots op de jaarlijkse internationale lijstjes waar ons land veelal in de toptien stond van landen met de beste prestaties op een groot aantal terreinen, zoals concurrentiekracht, economische groei, innovatiekracht, vestigingsklimaat, onderwijspeil en welvaart. Door onvoldoende vernieuwingen, maar ook doordat andere landen met betere prestaties hoger op deze lijstjes kwamen, zijn we daarop weggezakt.

    Klap voor Nederland

    Nederland wordt op bovengenoemde terreinen niet alleen ’weggeconcurreerd’ door andere landen, maar ook zwaar getroffen door de internationale trend van anti-vrijhandel en anti-globalisering. Door de coronacrisis waarbij ’ieder voor zich’ als motto geldt, is deze trend versterkt. Voor ons land, dat voor economische groei, banen en welvaart sterk afhankelijk is van de wereldhandel, pakt deze trend slecht uit. Als handelsland zullen wij de komende jaren te maken krijgen met een lagere economische groei, minder werkgelegenheid en een lagere welvaart. Daarom lijkt het ons onmogelijk om in de verkiezingsprogramma’s 2021 beloften te financieren, zoals voor de zorg en een grotere collectieve sector.

    Vechten om multinationals

    In de meeste landen in de wereld zien we een verdere opmars van protectionistische maatregelen en de nadruk op nationaal beleid. Daarbij worden de eigen burgers en het eigen bedrijfsleven beschermd en bevoordeeld ten opzichte van het buitenland. Een bekend voorbeeld is het ’America first’- beleid van Donald Trump, dat inmiddels door steeds meer landen wordt gevolgd. Een belangrijk onderdeel daarvan is dat landen met elkaar concurreren om het beste internationale bedrijfsvestigingsklimaat. In dat kader bieden ze bestaande en nieuwe bedrijven een groot aantal voordelen, zoals lage belastingtarieven, fiscale vrijstellingen, subsidies, investeringsfaculteiten en snelle procedures. Deze landen gaan ervan uit dat ze voor hun toekomstige werkgelegenheid en economische groei interessante bedrijven nodig hebben. Daarbij wordt vooral ’gevochten’ om multinationals.

    Nederland is een verliezer

    Vooral in het begin van 2000 zat Nederland in de kopgroep van landen met het beste bedrijfsvestigingsklimaat. Door een combinatie van verschillende ontwikkelingen zijn we deze plaats kwijtgeraakt. Niet alleen doordat andere landen ’betere aanbiedingen’ hebben, maar ook door eigen beleidskeuzes, zoals een minder aantrekkelijk fiscaal klimaat, een hoge lastendruk op arbeid, bureaucratische regels voor bedrijven, niet mee willen doen aan deze concurrentiestrijd en een anti-stemming tegen bedrijven, vooral multinationals. Een voorbeeld is het voorstel van GroenLinks om Unilever een vertrekboete op te leggen. Zie de column van Martin Visser in de krant van vrijdag. Politiek op zich een creatief voorstel, maar vakmatig menen wij dat het in strijd is met Europese regelgeving. Bovendien geldt deze boete niet als de Britten zelf een dividendbelasting opleggen. Wij menen dat Groen Links de creativiteit van het VK erg onderschat.

    Na de crisis

    De verwachting is, dat na de coronacrisis in het bedrijfsleven digitalisering, robotisering en het gebruik van nieuwe technologieën, zoals kunstmatige intelligentie, versneld zullen worden. Helaas loopt Nederland hier niet voorop. Daarnaast zal binnen het bedrijfsbeleid bij een toenemend aantal bedrijven een duurzame bedrijfsvoering voorop komen te staan: klimaatneutraliteit wordt een must. Door de bovengenoemde technologische versnelling zal ook de effectiviteit van het klimaatbeleid van ondernemingen toenemen.
    Landen moeten er rekening mee gaan houden dat bedrijven en investeerders nog meer dan nu al het geval is overal welkom worden geheten. Binnen het internationale bedrijfsleven is, mede door de anti-stemming in Nederland tegen multinationals, inmiddels het beeld ontstaan dat je voor een mooi welkom beter in een ander land kunt zijn.

    Nederland is niet voorbereid

    De Haagse politiek en het Nederlandse bedrijfsleven zijn niet voorbereid op bovengenoemde ontwikkelingen en ook niet op het feit dat samenwerking binnen de EU steeds belangrijker wordt. Door het recente historische Europese steunakkoord is de internationale positie van de EU bovendien versterkt. Hoewel politieke tegenstanders al decennialang de ondergang van de EU voorspellen, zelfs nog bij dit akkoord, zien we dat binnen de EU-landen een aanzienlijke politieke meerderheid nog steeds voorstander van de Unie is.
    Volgens een recent internationaal onderzoek vindt ruim 60 procent van de EU-burgers ook dat de coronacrisis de noodzaak onderstreept van meer Europese samenwerking. De onderzoekers wijzen er wel op dat deze meerderheid geen voorstander is van een versterking van Europese instituties. Deze samenwerking zou juist gepaard moeten gaan met meer ruimte voor nationale soevereiniteit. Voor een nieuw kabinet een mooie opgave om volop in te zetten op deze Europese samenwerking, maar wel met meer eigen beleidsruimte.

    TELEGRAAF

    1 reacties :

    Anoniem zei

    onze eigen cultuur en tradities zijn meer dan ooit in het gedrag. Een flinke deuk in dd staatsportemonnee heeft het positieve gevolg dat er nu niet zinloos geld meer over de balk kan en hopelijk snel de klimaatwet van tafel gaat. geen nodeloos geld naar green deal of hoe die rare kronkels uit Brussel heten.

    Een reactie posten