WOGNUM - De provincie gaat de plekken bepalen, gemeenten staan buitenspel.
Door Connie Vertegaal - 22-9-2014,
De provincie Noord-Holland passeert de gemeenten volledig bij de plannen voor windenergie die vorige week in de Statencommissie zijn vastgesteld. Dat zeggen Maria Weeber en Siem Zeilemaker van Progressief West-Friesland (PWF). Zij hebben deze week een gesprek met gedeputeerde Tjeerd Talsma, waarin zij hun ongenoegen kenbaar zullen maken.
In Noord-Holland moeten naast windpark Wieringermeer nog naar schatting 50 megaturbines komen.
De provincie gaat de plekken bepalen, gemeenten staan buitenspel. Een slechte zaak, vindt PWF. Bij de Statencommissie bepleitte Siem Zeilemaker een omkering van de manier van werken. ,,Laat gemeentes zelf een plan maken hoe ze duurzame energie willen opwekken, via windturbines of zonnepanelen. En leg als provincie pas de plannen op als gemeenten niet meewerken.’’
PWF vindt de inspraak waardeloos, omdat gemeenten nu totaal buitenspel staan en er tot nu toe niet naar inwoners is geluisterd. ,,We willen dat de provincie het ’handboek burgerinspraak wind op land’ gaat gebruiken. En dat omwonenden van windmolens als een soort genoegdoening goedkope stroom krijgen. Dat verzacht toch de pijn. Daarover gaan we donderdag met Talsma in gesprek. Wij hebben om dat gesprek gevraagd en dat is gelukt, daar zijn we heel blij mee.’’
Onduidelijk is nog waar de windmolens komen te staan. De provincie heeft een aantal ’zoekgebieden’ bekendgemaakt, waarvan verschillende in West-Friesland. Ook zijn er nu kaarten met exacte locaties van windmolens. Van West-Friesland zijn er drie: op een daarvan staan er in de polder het Grootslag bij Andijk allerlei solitaire turbines, op een ander staat er een zeker tien kilometer lange rij molens langs de Zwaagdijk. ,,Als dat gebeurt is het West-Friese landschap compleet verpest. Dat andere is een ramp voor Andijk.’’ Ook is er een kaart met kleinere rijtjes molens, onder meer bij de Zwaagdijk en bij de A.C. de Graafweg tussen Wognum en Benningbroek.
PWF wil ook dat de minimale afstand tussen een molen en de dichtstbijzijnde bebouwing 600 meter wordt, in plaats van 500. En de partij wil inspraak voor West-Friezen makkelijker maken, door vanaf 25 september een voorbeeld van een zienswijze op de eigen site te zetten. Vanaf die datum liggen de plannen voor de windmolens zes weken lang ter inzage.
NHD
0 reacties :
Een reactie posten