De zondagse overdenking van Jan van Friesland.

Deze week verscheen een onderzoek naar de ideologische verstrengeling van NPO ombudsman Margo Smit. Het werd verricht door Ongehoord Nederland en beschreef de wereld waarin zij verkeert en de vooringenomenheid die dat, in haar geval, met zich meebrengt. Zie hier.

Climategate.nl besteedde ook al eerder aandacht aan de eenzijdige werkwijze van de ombudsman. Zie hier.

Een ombudsman behoort boven de partijen te staan en moet elke klacht serieus nemen.

Dat is bij haar niet het geval, zo blijkt uit de e-mailwisseling die Climategate.nl met haar had naar aanleiding van eenzijdige klimaatberichtgeving door de NOS. Wat eerst opvalt is haar toon. Daarin zit per definitie een verwijtbaarheid jegens de indiener van de klacht. Naar aanleiding van het feit dat er maar geen antwoord komt van haar kant, maakt ze het heel persoonlijk. Ze stelt haar ‘goede gedrag’ tegenover het ‘slechte gedrag’ van de hulpzoekende indiener van de klacht. De indiener is ‘ongeduldig’:

‘Mij was uw klacht niet ontgaan, noch de mailwisseling tussen u en de hoofdredactie van NOS Nieuws. U was blijkbaar wel ontgaan dat er termijnen zijn vastgesteld (én gepubliceerd) waarbinnen de ombudsman aan klachten aandacht dient te geven als zij ze voor behandeling aanneemt. (…) Geen grond voor uw ongeduld over de behandelsnelheid dus.’

Ook laat zij blijken, nog voor de eindrapportage, zelf een inhoudelijk standpunt te hebben op het gebied van klimaatverandering, wat sterk afwijkt van dat van de indiener van de klacht. Ze draait het daarbij zo dat het eerder door haar afgestrafte ‘ongeduld’ van de bezorgde indiener, nu positief wordt ingezet. Om te pesten wellicht of als een stoot onder de gordel? De ombudsman schrijft:

‘Het inzetten van klimaatbeleid en voortvarendheid in de berichtgeving daarover kunnen enig publiek verwoord ongeduld wel gebruiken. Zo blijkt uit de communis opinio in de wetenschap waarop klimaatbeleid wordt ontworpen en klimaatverslaggeving van NOS Nieuws over dat beleid stoelt.’

Hier maakt zij de fout door te spreken van een communis opinio binnen de wetenschap. Maar die wetenschap is ernstig verdeeld. Misschien is die er aan de kantinetafel van de Publieke Omroep, maar niet tussen wetenschappers zelf. En de aanbrenger van de klacht wil juist met zijn klacht dat andere wetenschappelijke geluid ook terugzien bij de NOS.

Ze neemt het op voor de NOS en zet de klager bij voorbaat in een hoek.

Wetenschap zelf gaat niet over meerderheden en minderheden. Albert Einstein stond eerst alleen tegenover andere wetenschappers in zijn tijd. Ignaz Semmelweis werd ernstig tegengewerkt omdat men hem niet geloofde waarom vrouwen stierven aan kraamvrouwenkoorts. Nic Lewis prikt op het gebied van het klimaat het ene na het prestigieuze wetenschappelijke artikel door.

Soms is het één tegen allen. Journalistiek gaat wel over meerder- en minderheden. Het zijn grote of kleine groepen mensen, met een standpunt of ze nu gelijk hebben of niet. Dat geldt voor euthanasie, voor inenting, corona-beleid, voor de Oostvaardersplassen, voor het klimaatstandpunt van Urgenda en ook voor wetenschappers die heel anders tegen het klimaat aankijken, geologen, fysici, oceanografen. Dat is de kracht van een fair maatschappelijk debat, de kern van onze democratie. De journalistiek moet mensen horen en er verslag van doen.

Onze ombudsman schept er kennelijk genoegen in de door haar zelf geconstateerde ‘overweldigende’ wetenschappelijke consensus nog een keer te benadrukken en zelfs dubbel stelling te nemen: Je hoeft helemaal niet dat andere geluid te laten horen, omdat die andere wetenschappelijke stemmen zo ‘overweldigend’ zijn. Leest u even mee?

‘U bestreed in uw eerdere klacht bij mij de omvang van de wetenschappelijke onderbouwing van en overeenstemming over klimaatproblematiek (en doet dat nog), én welke consequenties een nieuwsredactie daaraan kan of mag verbinden teneinde de berichtgeving feitelijk, gebalanceerd en onpartijdig te laten zijn. Maar onpartijdigheid en evenwichtigheid in berichtgeving zijn bij deze zo overweldigende wetenschappelijke overeenstemming over de richting van klimaatontwikkelingen niet gelijk (noch ooit geweest) aan evenredige verdeling in zendtijd en aandacht.’

Ze zegt hier dat het goed is dat de door haar vastgestelde ‘overweldigende wetenschappelijke overeenstemming’ zoveel ruimte krijgt en bekommert zich niet over een mogelijk minderheidsstandpunt. Ze neemt het daarbij op voor de NOS en zet de klager bij voorbaat in een hoek.


In het mailverkeer is er nog onduidelijkheid over een NOS-video die voor de klager onvindbaar was en waarvan de klager een vermoeden uitspreekt waarom deze mogelijk niet meer te zien zou zijn. De ombudsman onderzoekt dit en de video blijkt wel vindbaar. Maar daarbij komt onze ombudsman in verweer en plaatst ‘vermoeden’ in een frame van ‘insinuatie’ en verlangt dat de auteur van de mail de opmerking in het openbaar moet terugtrekken.

Onze ombudsman richting de indiener van de klacht:

‘Ik mag ervan uitgaan dat u uw insinuaties omtrent de verwijdering (openbaar?) zult intrekken?’

Conclusie: weg met die vrouw! Liever vandaag nog dan morgen.

***