Een bijdrage van Kees le Pair. 1-12-2022


De aanslag op onze privacy, die nu plaatsvindt, veegt alles wat als bescherming is bedacht van tafel. CBDC, volgens machthebbers nodig ter volmaking van klimaatbescherming, leidt de bevolking in uitzichtloze slavernij.

Privacy

Beschermen van persoonsgegevens, beschouwen wij als groot goed. Talloze wetten en regels garanderen het. De garanties zijn echter niets waard. Dat merkte ik bij een onbedoelde muisklik. Op mijn scherm verscheen een eindeloze reeks foto’s afkomstig van mijn privé verzameling. Ik had die nooit vrijgegeven. Ze staan in een ‘cloud’, afgetapt van mijn PC. Gelukkig had de schuldige sociale media gigant de scabreuze exemplaren weggelaten. Hoewel tot nu toe de grootst denkbare inbreuk op mijn privacy, was ik niet boos of gekwetst. Laat ze. Ik heb niet veel te verbergen.

Boos ben ik wel omdat afgeleiden van de ‘privacy’-regels, te pas en te onpas aangeroepen door het geprivatiseerde gezondheidssysteem, maakten dat ik vijf maanden heb moeten wachten voor een bezoek aan een zorgverlener. Let wel, het was niet dat de specialisten geen tijd voor mij hadden, maar ze moesten de regels volgen(1).

En op dit moment zijn mijn onvolprezen huisarts, plus drie hulpvaardige assistenten en ik ruim een week bezig geweest, om iets te regelen, dat ik 20 jaar geleden met een kort bezoek aan een apotheek voor elkaar had. Het kostte zo weinig, dat ik mijn verzekeraar, net als nu, er niet eens voor lastig wilde vallen. Maar dat is weer een ander verhaal.

Dit alles diende slechts als voorbeelden van de uitwerking van verkeerde maatregelen.

Slavernij

Zoals zo vaak is regelgeving een groter kwaad, dan het euvel zelf. Dat geldt à fortiori als het euvel een illusie is. Denk maar aan door de mens veroorzaakt klimaatverandering en de CO2-jacht. Nu staat er echter iets op stapel, dat alles wat er tot nu toe misregelt is, in het niet doet zinken. Met koninginnesteun in de rug beijvert de Minister van Financiën zich om ons contant geld af te nemen. Meer gemak voor de burger is de smoes. En bestrijden van gesjoemel met geld het argument voor slaperige ingewijden. In werkelijkheid is het de ergste vrijheidsbeperking, die ooit in georganiseerde samenlevingen is ingevoerd. En de paljassen die het voor het zeggen hebben, denken dat het nodig is om het klimaat te beschermen.

Iedere Euro die we in de toekomst uitgeven, of in een oude sok bewaren, wordt aan de overheid, de onze en die in Brussel, Frankfurt en Bazel, straks gerapporteerd. Maar dat niet alleen. Het nieuwe ruil- en oppotmiddel, dat geld moet vervangen, gaat de overheid gebruiken om onze aanschaf van goederen en diensten te reguleren. Het systeem heet ‘Central Bank Digital Currency’, CBDC. In plaats van geld krijgt ieder een cel van een ‘spreadsheet’ bij de centrale bank. Nog voor het zover is, liggen de plannen voor een CO2-budget al op tafel. Daarmee meet de overheid straks af of u na een autorit naar de Franse Rivièra nog wel genoeg over hebt. Anders zal uw supermarkt gedwongen zijn te weigeren u dit jaar nog een paar ons rundvlees te verkopen.

En ik schat, dat onze huidige volksvertegenwoordiging, na wat publicitair gesputter, het met overweldigende, democratisch georganiseerde, meerderheid zal laten passeren.

Cynisch durf ik wel te voorspellen dat de heer Rutte gaat beloven, de opgeworpen bezwaren serieus te nemen. Hij voegt daar misschien aan toe, dat hij al gedachten heeft, hoe er aan tegemoet te komen. Terwijl mevrouw Kaag daarna vertelt, dat dat laatste geen kabinetsstandpunt is.

Het economisch verkeer tussen mensen, bedrijven en instanties verloopt door afrekening in geld, dan wel in omschrijving in termen van geld. Alles, wat wij onderling afspreken en met instanties regelen word met dit CBDC niet alleen zichtbaar voor de overheid, maar ook beheersbaar. Achttien miljoen redelijk vrije burgers worden met CBDC in een slag achttien miljoen slaven. Vroeger ging dat met hulp van wapens en trof het beperkte ongelukkige groepen. Dit keer lukt het met de hele bevolking. En die juicht het toe, omdat het belooft belastingontduikers, drugs handelaren en ander geboefte het leven zuur te maken. Wanneer daarmee het sjoemelen met geld verholpen zou worden, hadden we iets om voor- en nadelen van CBDC tegen elkaar af te wegen. Maar dat is niet het geval.

De grootste geldsjoemel blijft namelijk met CBDC buiten schot. Die overtreft vele malen de relatief geringe sjoemelarij hierboven genoemd. Ik bedoel de biljoenen €€, $$, ¥¥, renminbi’s, roebels en wat je nog meer hebt, sjoemel door geldschepping, waar geen goederen en dienstenverkeer tegenover staat. Vroeger was geldschepping een kwaad waarmee overheden vaak hun positie redden, op gemene kosten. Maar sinds het in het bereik kwam van de financiële elite(2) loopt dat volstrekt de spuigaten uit(3).

Aan dat euvel maakt de CBDC niet alleen geen einde, het is erger, omdat de controle over het systeem helemaal in handen komt van die geldmakers. Die zijn er niet op uit ons allen eerlijk gedeeld van het nieuwe betaalgemak en anti-sjoemel middel te laten genieten. Wat de goden is toegestaan, geldt nog niet voor het plebs.

De collectieve gekte van de CO2-jacht om het klimaat te redden was eigenlijk de aanleiding. Alleen al daarvoor moest er zoiets als het CBDC komen. Maar nu dat op de rails staat, is duidelijk dat het multi inzetbaar is. Het kan op alle fronten dienen om een “nette, het publiek beschermende” overheid en diens opdrachtgevers te helpen het vulgus onder de duim te houden. Het probleem is, dat we tegen misdadige, het publiek hatende overheden, niet zijn ingeënt.

Marx en Lenin dachten abusievelijk de arbeiders van hun ketenen te kunnen bevrijden. Ik denk, dat we nu een MARX EN EEN LENIN nodig hebben om de ketenen te voorkomen.

***

Noten

  1. Ik zal niet de onafzienbare reeks handelingen beschrijven, maar volstaan met de meest curieuze. Neuroloog X en cardioloog Y waren het eens. De symptomen waren het gevolg van hersen infarct(en). X vertelde het me. Ik kreeg bloedverdunners en hij vertelde over mogelijk nut van symptoombestrijding, hij legde uit, hoe ongeveer. Dat deed een andere instantie. Daarmee moest ik afspreken. Dat kon hij niet regelen omdat ik wegens verslechterd zicht eerst bij de oogarts was geweest. Ik vroeg hoe ik daar kwam? Dat kon zijn receptie regelen. Daar was men vlug van begrip. Ik kon rustig naar huis en zou er wel van horen. Veertien dagen later kwam een e-mail van het ziekenhuis. Er was een bericht voor mij. Daarvoor moest ik op een webstek inloggen, waarvoor eerst een wachtwoord moest worden aangemaakt. Toen ik geleerd had, hoe dat moest, bleek een mobiel telefoonnummer nodig. Het was een heel gezoek, omdat ik zo’n ding niet gebruik. Toen dat obstakel uit de weg was, ging ik inloggen. Er kwam een SMS met een nummer, waarmee ik Sesam kon openen, benieuwd naar het goed beschermde geheim. Dat bleek te luiden, dat dr. Z mij de volgende week vrijdag wilde bellen. Dr. Z was de oogarts, die me eerder naar de neuroloog had gestuurd. Ik was dus benieuwd en wachtte ongeduldig tot het vrijdag was. Dr. Z vertelde mij monter, wat Dr. X al gezegd had. Ik luisterde, geduldig wachtend, op iets nieuws. Z vroeg of ik er nog was? Ik zei “ja, ik wacht tot ik hoor, wat dr.X me nog niet heeft verteld.” Z leek uit het veld geslagen. Hoewel beseffend, dat ik op de hoogte was, maakte die toch het reeds bekende verhaal af. Aldus dubbelgoed voorgelicht, moest ik maar wachten tot de andere instantie mij zou benaderen. Iets waarnaar ik toen al een maand uitkeek. Na veertien dagen kreeg ik via het mij nu bekende berichtensysteem voor privacy gevoelig materiaal, een melding dat dr. Z de bewuste instantie een e-mail had gestuurd. Inderdaad kreeg ik ruim een week later een e-mail met een telefoonnummer. Daarmee gewapend, was contact een fluitje van een cent. En ik kon zes weken later daar terecht. Dat was eergisteren en nu is het wachten op een bericht, of ze denken dat aan mijn toestand nog wat te doen is. Ik bedoel maar, regels en procedures zijn niet altijd bevorderlijk voor de gang van zaken. Ik wil beklemtonen, dat alle personen, die ik in deze martelgang sprak, uiterst vakkundig waren en oprecht hun best deden om mij vooruit te helpen. Vrijwel allen waren ook minstens even gefrustreerd als ik over de gang van zaken. Maar ze waren allemaal gebonden aan procedures en konden niet anders. Een aantal van hen stak hun onvrede ook niet onder stoelen of banken.
  1. In een artikel over de scheve bezitsverdeling, schreef ik in de § “Emergence of a new power concept” over de opkomst van geld als nieuw machtsinstrument. Zie hier.
  1. Twee artikelen over geldschepping: hier en hier.

***