Auteur: John Christy.











Een gastbijdrage van Bert Pijnse van der Aa.

Vooruitlopend op de publicatie van het nieuwe IPCC- rapport verschijnen in de media reeds de meest wonderlijke artikelen. Een IPCC-rapport is de resultante van wetenschappelijk onderzoeken, uitgevoerd door vele (klimaat-) wetenschappers van over de gehele wereld, die ‘peer-reviewed‘ zijn. Dat wil zeggen: beoordeeld door bevriende wetenschappers, een en ander volgens de gangbare wetenschappelijke methode.  Dit rapport werd voorafgegaan door vele eerdere rapporten waarin de catastrofale opwarming van de aarde wordt voorspeld in verschillende gradaties. Het officiële rapport beslaat 1000 den pagina’s met wetenschappelijke artikelen die alleen voor ingewijden te begrijpen zijn, daarom is er voor politici en beleidsmakers de Summary for Policymakers: de SPM.

Het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) is dus een organisatie die valt onder de VN. Het werd opgericht in 1988. Niet geheel toevallig had de oprichting natuurlijk alles te maken met de digitale revolutie; de komst van steeds sneller en krachtiger wordende computers, satellieten, het internet en een wereldomvattend netwerk van meetapparatuur. Het tijdperk van data en de data gedreven economie was aangebroken met ongekende mogelijkheden in het verschiet.  (Weer-)Satellieten die achter elkaar de ruimte in werden geschoten dankzij verbeterde (digitale) rakettechnologie, gingen enorme hoeveelheden data naar de aarde sturen die nu met supercomputers verwerkt kon worden en zo gaandeweg de klimaatrevolutie triggerde.

Sinds de jaren 60 waren er geluiden gekomen over de toenemende concentratie van CO2 in de atmosfeer die verantwoordelijk zou zijn voor de opwarming van de atmosfeer en dankzij de opkomst van de digitale revolutie werd het nu mogelijk onderzoek te doen naar de werking van het klimaat en de rol van CO2 in de atmosfeer. De nieuwe klimaatwetenschap, gebaseerd op data en computermodellen bracht werkgelegenheid voor miljoenen mensen, instituten en bedrijven van over de gehele wereld. Dánkzij de oprichting van het IPCC.  Niet in de laatste plaats de luchtvaartbedrijven waarmee klimaatwetenschappers over de aarde begonnen te hoppen om hun nobele taak ter redding van de planeet te kunnen uitvoeren (kwaad dat ze worden als je dat zegt!).

Ze zouden de stelling: dat de opwarming van de atmosfeer het gevolg zou zijn van het verbranden van fossiele brandstoffen en dus het gevolg van menselijk handelen, gaan bewijzen. Werd de stelling bewezen dan zou de mensheid logischerwijs moeten stoppen met het verbranden van brandstoffen. De economie, die sinds de stoommachine van James Watt (1769) gaandeweg volledig werd gebaseerd op het verbranden van fossiele brandstoffen, zou ver terugvallen in de tijd. Iets wat veel alarmisten graag schijnen te willen.  Het was een heel plausibele stelling want sinds de jaren 20 van de 20ste eeuw (1ste wereldoorlog) was het verbruik van brandstoffen inderdaad sterk gestegen.

De atmosfeer van de aarde bestaat uit 78 % stikstof en 21 % zuurstof, 093 % argon en 0.04 % CO2 en verder een aantal ‘sporengassen’.

Het machtige klimaat wordt bepaald door honderden variabelen die op elkaar inwerken op volledig willekeurige momenten; het is een non-lineair, chaotisch en onvoorspelbaar proces waar de mens geen invloed op heeft.

Maar wetenschappers gingen een computer model bouwen waarin ze het hele klimaat gooiden en lieten het uitrekenen dat we in 2050 geen fossiele brandstoffen meer nodig zouden hebben.  CO2, het gas wat aan de basis staat van al het leven op Aarde,maar wat ze een gifgas hadden genoemd, zouden ze definitief hebben uitgeroeid.  Een moderne Toren van Babel gingen ze bouwen.  De resultaten schreven ze op en dat werd het rapport waarmee Klavers en Jettens het volk om de oren zouden gaan slaan, zodat het zou luisteren.

Ze hoefden niets te vrezen want ze hadden alle wetenschappers van de wereld en de media achter zich staan.  Het werkte. Zo goed zelfs dat mensen niet eens meer zagen dat de uitkomsten van het model voor geen meter overeenkwamen met de werkelijke metingen.  Op deze beroemde grafiek is dat te zien. De rode lijn geeft de gemiddelde waarde weer van 102 runs. De groene rondjes en blauwe vierkantjes rechtsonder geven de metingen weer van respectievelijk weerballonnen en satellieten.

Elk normaal denkend mens zou wetenschappers, die beweerden dat 450 deeltjes de gehele atmosfeer zouden kunnen opwarmen, recht in het gezicht hebben uitgelachen maar dat gebeurde niet. Het woord wetenschapper heeft een magische uitwerking op mensen en wetenschappers kregen een haast goddelijke status toebedeeld in het door de media gecontroleerde klimaatcircus. Iedereen weet dat het KNMI het weer slechts voor enkele dagen vooruit kan voorspellen met behulp van supercomputers, maar klimaatwetenschappers voorspellen zomaar hoe de wereld eruit ziet in 2030 of 2050 en als je zegt dat je ze niet gelooft worden ze pisnijdig. “Wat denk je wel niet tegen wie je het hebt?“ The science was settled !

450 deeltjes CO2 warmen volgens 97 % van alle  ‘wetenschappers’ ter wereld de atmosfeer op. Wetenschap bij handopsteken is verre van wetenschappelijk (stel je voor dat wetenschap bij handopsteken zou worden bedreven). Einstein had in 1911 zijn relativiteitstheorie het licht doen zien en er waren 100 wetenschappers geweest die zijn theorie aanvielen. Einstein zei toen: ‘Warom 100? Eén is toch voldoende?

In 1919 werd zijn theorie bewezen door het experiment van Eddington op het eiland Principe en het geluid van de 97 % van de wetenschappers verstomde. In de huidige tijd hoeven wetenschapper geen stellingen meer te bewijzen. Niet eens als die zulke catastrofale gevolgen zou hebben, zoals de mens voorgespiegeld krijgt in de media. Op de site van de bekende klimaatwetenschapper Bart Verheggen, schrijft Tinus Pulles – oa ”member of the IPCC Expert group on Good Practice and Management of Uncertainties in Greenhouse Gas emission inventories and co-author of several chapters of the resulting report thereof – In het artikel: ”is er bewijs dat CO2-emissies het klimaat opwarmen ? ” (21-02-2020) halverwege:

Deze verwarring tussen evidence en proof maakt het ook lastig te begrijpen wat er precies met wetenschappelijke consensus wordt bedoeld. Die consensus kan dus niet gaan over de vraag of er bewijs (proof) is geleverd dat AGW juist is. Het leveren van zo’n bewijs is immers onmogelijk.

Even verderop in het artikel komt Tinus Pulles  met het antwoord:

Met andere woorden, naar mate je meer verstand hebt van de klimaat­wetenschap, ben je er meer van overtuigd dat het beschikbare bewijs (evidence) voldoende is om er vertrouwen in te hebben dat fossiel CO2, geëmitteerd als gevolg van het stoken van fossiele brandstoffen, inderdaad de belangrijkste “boosdoener” is in het klimaatprobleem.

(Bij het betreffend artikel ook een ondersteunende tweet van Robbert Dijkgraaf.)

Wat nu als de CO2-uitstoot toch stijgt?  En wat nu als wordt  bewezen dat die stijging het directe gevolg is van de Green Deal?

***

Bron: LessWatts Post, pagina hier.