Waar blijft nu toch die verschrikkelijke klimaatcrisis? Sterfgevallen als gevolg van klimaatgerelateerde verschijnselen op een dieptepunt












 

Don’t confuse me with the facts; I’ve already made up my mind.

Auteur: Willis Eschenbach.

Vertaling: Martien de Wit.

Ik heb al een aantal van de hierna volgende feiten opgesomd in mijn vorige artikel, en iemand die reageerde, vond dat ze belangrijk genoeg waren om op zichzelf een artikel te verdienen.

Ondanks dat ik er steeds weer naar heb gevraagd in een groot aantal fora, heeft niemand me tot op heden kunnen vertellen wat die veronderstelde klimaatcrisis nu eigenlijk is en waar ik bewijs zou kunnen vinden dat die bestaat. Hieronder volgen enkele feiten voor de mensen die denken dat het klimaat een reëel gevaar voor de mensheid is.

Sterfgevallen als gevolg van klimaatgerelateerde verschijnselen staan op een historisch laag dieptepunt. Als u denkt dat sterfgevallen als gevolg van klimaatgerelateerde rampen een noodsituatie vormen, wijs me dan in de onderstaande grafiek het begin van di‘crisis’.

De hoeveelheid stormen is niet toegenomen, en er is geen toename in orkaankracht of frequentie … geen ‘crisis’ daar.

Zelfs het IPCC zegt dat er maar één kans op vijf is (‘low confidence’) dat de wereldwijde droogte toeneemt. Evenmin zijn de ‘natte gebieden natter geworden en de droge gebieden droger’. Geen noodsituatie dus door overstromingen of droogte

De droogte in de VS is afgenomen, niet toegenomen..

De wereldwijde verliezen als gevolg van weergerelateerde rampen, weergegeven als percentage van de risicodragende activa (mondiaal BBP) nemen af, niet toe.

Alarmisten blijven maar angstaanjagende grafieken publiceren over het verlies van poolijs, zoals deze van Antarctica.

Of deze van Groenland.

Die zien er totaal beangstigend en rampzalig uit … tot je beseft dat ze voorbijgaan aan de realiteit van hoeveel ijs er op die plaatsen is. Hier zijn de overeenkomstige veranderingen in totale ijsmassa voor de twee locaties.

Getijde-peilingen laten geen toename van de zeespiegelstijging zien, alleen het op-en-neer gaan dat al langer dan een eeuw aan de gang is …

 

… en de geclaimde versnelling van het door satellieten gemeten zeeniveau is slechts een artefact* van veranderde satellieten.

[* Artefact: een onderzoeksresultaat dat misleidend is, omdat het voortvloeit uit de gekozen onderzoeksmethode.]

Toen Al Gore werd geboren, waren wij met 7000. Vandaag zijn er nog maar 30.000 van over.

IJsberen, ooit beschouwd als de ‘kanarie in de kolenmijn’ voor de ‘klimaatnoodsituatie’, doen het heel goed, dank je.

Meer hier.

De oogsten van alle belangrijke voedselgewassen blijven stijgen, de mensen zijn beter gevoed, gekleed, gehuisvest en beschermd tegen de grillen van het weer dan ooit in het verleden.

De temperaturen op het land zijn al meer gestegen dan de gevreesde 2°C, zonder catastrofale gevolgen… er is geen historische ‘klimaatnoodsituatie’ ontstaan, ondanks de temperatuurstijgingen.

Geen van de eindeloze litanie van onheilsvoorspellingen van de alarmisten is uitgekomen …

Voor wie het gemist heeft, laten we even recapituleren:

1966: Olie verdwenen binnen tien jaar

1967: Vreselijke hongersnoden rond 1975

1968: Overbevolking in alle delen van de wereld

1969: Iedereen verdwijnt in een wolk van blauwe stoom tegen 1989

1970: De wereld heeft alle natuurlijke bronnen opgebruikt rond 2000

1970: Stadsbewoners hebben gasmaskers nodig in 1985

1970: Stikstof ophoping zal alle land onbruikbaar maken

1970: Rottende vervuiling zal alle vissen doden

1970: Killer-bijen!

1970: In VS water- en voedselrantsoenering rond 1980

1971: Nieuwe ijstijd rond 2020 of 2030

1972: Nieuwe ijstijd rond 2070

1972: Aardolie uitgeput in 20 jaar

1974: Ruimtesatellieten tonen: nieuwe ijstijd komt snel

1974: Nog een ijstijd?

1974: Ozon aantasting een ‘groot gevaar voor het leven’

1976: Wetenschappelijke consensus: planeet koelt af, hongersnood

1977: Energiedepartement zegt; olie piekt in jaren 90

1978: Geen eind in zicht van 30 jarige afkoelingstrend

1980: Zure regen doodt leven in meren

1980: Piek olieverbruik in 2000

1988: Regionale droogtes (nooit gebeurd) in 1990

1988: Temperaturen in DC boeken recordhoogtes

1988: Malediven zullen onderlopen tegen 2018 (niet dus)

1989: Stijgende zeespiegel zal naties wegvagen als er niets gebeurt in 2020

1989: New York City’s West Side Highway onder water rond 2019 (niet waar)

1996: Piek olieverbruik in 2020

2000: Kinderen zullen niet weten wat sneeuw is

2002: Hongersnood in 10 jaar, als we niet stoppen met vis, vlees en zuivel

2002: Piek olieverbruik in 2010

2004: Groot-Brittannië wordt zoiets als Siberië in 2024

2005: Manhattan onder water tegen 2015

2006: Super orkanen!

2008: Noordpool ijsvrij rond 2018

2008: Klimaatgenie Al Gore voorspelt ijsvrije Noordpool rond 2013

2009: Klimaatgenie Prins Charles zegt dat we nog 96 maanden hebben om de wereld te redden

2009: Britse premier zegt: nog 50 dagen om de planeet te redden van een catastrofe

2009: Klimaatgenie Al Gore verschuift voorspelling ijsvrije Noordpool naar 2014

2013: Noordpool ijsvrij rond 2015

2014: Nog slechts 50 dagen voor ‘klimaatchaos’

2019: “Hé Greta, we hebben je nodig om ze te overtuigen dat het nu echt gaat gebeuren”

Er is geen wereldwijde toename van het aantal bosbranden … hier zijn de NASA satellietgegevens.

En hier zijn de gegevens uit Canada…

En nog wat meer gegevens uit de echte wereld over bosbranden…

Toenemende CO2 veroorzaakt wereldwijd meer plantengroei, waardoor de voedselvoorraden van mens en dier toenemen. Hier zijn de gegevens van de NASA.

Eerlijke mensen, waaronder IPCC-functionarissen, hebben toegegeven dat de ‘klimaatcrisis’ slechts een excuus is om de welvaart in de wereld te herverdelen.

Zeer warme dagen in de VS, boven 100°F (38°C) waren er in de jaren 1930 veel meer dan op enig ander tijdstip in de afgelopen 125 jaar.

Er is geen aanwijzing voor de ’50 miljoen klimaatvluchtelingen tegen 2010’ die in 2005 met grote zekerheid door de Verenigde Naties werden voorspeld.

Koraalatollen zinken niet onder de zeespiegel, vele worden zelfs steeds groter.

Sterke wervelstormen in de VS nemen af.

Er is geen aanwijzing voor de geheel gefantaseerde zesde uitstervingsgolf’.

Klimaatmodellen hebben aan de lopende band een veel grotere opwarming voorspeld dan er in werkelijkheid plaats vond.

Dit hoeft niemand te verbazen – zelfs het IPCC heeft al lang geleden erkend dat klimaatvoorspellingen onmogelijk zijn:

Kortom, een strategie moet rekening houden met wat mogelijk is. Bij klimaatonderzoek en -modellering moeten we erkennen dat we te maken hebben met een gekoppeld niet-lineair chaotisch systeem en dat derhalve voorspelling van de toekomstige toestand van het klimaat op lange termijn niet mogelijk is”.

Derde evaluatierapport van het IPCC, De wetenschappelijke basis 14 2 2 2, p.774

Voorts waren alle weerrisico’s die door klimaatalarmisten op dramatische wijze worden voorspeld, altijd al aanwezig voor de mensheid – overstromingen, branden, hongersnood, droogte, hittegolven, orkanen, tornado’s, ze zijn allemaal zo oud als de wereld. We worden tegen de grillen van het weer door maar één ding beschermd: welvaart. Het zijn de armsten van de wereld die het grootste risico lopen op overstromingen, brand en hongersnood. Toen ik geboren werd, leefde driekwart van de wereld van minder dan 1,90 dollar per dag. Nu leeft minder dan 10% van de wereld in die omstandigheden.

Deze toename in welvaart is mogelijk gemaakt en aangewakkerd door één ding: energie; meestal in de vorm van fossiele brandstoffen.

Dus als we mensen willen blijven beschermen tegen de eeuwenoude destructieve gevolgen van het weer, moeten we de hoeveelheid goedkope energie die beschikbaar is in stand houden en vergroten, vooral voor de armen. Als u erop staat om de denkbeeldige klimaatdreiging te bestrijden, wees dan tenminste zo vriendelijk en fatsoenlijk om dat niet over de ruggen van de armen te doen door de energiekosten te verhogen, hetzij door ‘CO2-belastingen’ of op een andere manier. Ik bespreek deze zeer belangrijke kwestie in mijn post We have met the 1%, and he is us

Vervolgens is hier de radicale verandering in neerwaartse straling aan het oppervlak als gevolg van de toename van CO2 die de oorzaak zou zijn van de “KLIMAATCRISIS!!!” Wat ik in de volgende grafiek laat zien, is de verandering die in theorie zou zijn opgetreden door de veranderingen in CO2 van 1750 tot heden, en de verandering die in theorie in de toekomst zal optreden wanneer CO2 van de huidige waarde stijgt tot tweemaal de waarde van 1750.

Hierbij wordt gebruik gemaakt van de algemeen aanvaarde (hoewel niet rigoureus afgeleide) bewering dat de verandering in neerwaartse straling als gevolg van een verdubbeling van CO2 3,5 watt per vierkante meter (W/m2) bedraagt. Het doel is om aan te tonen hoe klein deze door CO2 veroorzaakte veranderingen zijn in vergelijking met de totale neerwaartse straling.

De veranderingen in neerwaartse straling door de toename van CO2 zijn triviaal klein, verloren in het achtergrondruis. .

Tenslotte, een ‘noodsituatie’ wordt in het woordenboek gedefinieerd als “een ernstige, onverwachte en vaak gevaarlijke situatie die onmiddellijke actie vereist“. Alarmisten waarschuwen ons al 50 jaar lang keer op keer voor de vermeende dreigende ‘noodsituatie’, dus het is nauwelijks ‘onverwacht’ te noemen. Geen van hun eindeloze voorspellingen van een op handen zijnde tragedie is uitgekomen, en ondanks decennia van waarschuwingen is er geen belangrijke onmiddellijke actie ondernomen… dus kan er per definitie geen noodsituatie of crisis zijn. 

Al vijftig jaar lang wordt ons elk jaar verteld dat we nog maar vijf, tien of twintig jaar hebben voordat er een ramp gebeurt … Ik bedoel, serieus, hoe kunnen er mensen zijn die deze doemdenkers met alleen maar mislukkingen nog steeds geloven?

Dus voordat we triljoenen dollars uitgeven aan een onhaalbaar plan om de hele mondiale energievoorziening opnieuw op te zetten, waarom wachten we niet tot iemand ons het grote geheim kan vertellen – waar is die mysterieuze “KLIMAATCRISIS!!!”, en wanneer is die begonnen?

___

Mijn allerbeste wensen aan iedereen; zucht maar eens diep, er staat geen ‘Thermageddon’ voor de deur…

Verdere grafieken: Als u andere grafieken hebt, die aantonen dat de wereld geen ‘klimaatnoodsituatie’ doormaakt, gelieve er dan naar te linken zodat ik ze kan toevoegen aan de hoofdpost. Geen garanties.

Mijn verzoek: Wanneer u commentaar geeft, citeer dan alstublieft de exacte woorden die u bespreekt. Dit zal veel van het misverstand dat het internet teistert, vermijden.

___

De IPCC-visie: Hier zijn enkele representatieve citaten van de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering (IPCC) over waar de wetenschappers ‘weinig vertrouwen’ in hebben (accentuering door mij). Let wel, in IPCC-taal betekent ‘weinig vertrouwen’ dat er slechts een kans van één op vijf is dat een bewering juist is … bepaald geen kans waarop je je hele economie zou willen verwedden.

Letterlijke citaten uit diverse IPCC-rapporten

De effecten van veranderingen in overstromingskenmerken zijn ook sterk afhankelijk van de wijze waarop het klimaat in de toekomst verandert, en zoals opgemerkt in paragraaf 3.5.2, is er weinig vertrouwen in de voorspelde veranderingen in overstromingsmagnitude of -frequentie.

Er zijn inconsistente patronen van verandering in zware neerslag in Afrika en er is een gedeeltelijk gebrek aan gegevens; daarom is er weinig vertrouwen in de waargenomen neerslagtendensen.

Er is middelmatig vertrouwen in de voorspelde verschuivingen van stormbanen in het midden van de breedtegraad naar de pool, maar weinig vertrouwen in gedetailleerde regionale projecties.

Er is dus weinig vertrouwen in het niveau waarop de opwarming van de aarde zou kunnen leiden tot zeer grote risico’s in verband met extreme weersomstandigheden in de context van dit verslag.

Weinig vertrouwen in een waargenomen trend van droogte of droogte (gebrek aan neerslag) op wereldschaal sinds de jaren 1950, door gebrek aan directe waarnemingen, methodologische onzekerheden en keuze- en geografische inconsistenties in de trends.

Weinig vertrouwen in het toeschrijven van veranderingen in droogte boven landoppervlakten wereldwijd sinds het midden van de 20e eeuw aan menselijke invloed, vanwege onzekerheden in de waarnemingen en moeilijkheden bij het onderscheiden van droogtevariabiliteit op decadale schaal van langetermijntrends.

Het IPCC AR5 (2013) benadrukte dat er weinig vertrouwen is in een wereldwijd waargenomen trend in droogte, door een gebrek aan directe waarnemingen, afhankelijkheid van de afgeleide trends van de keuze van de index, alsook moeilijkheden om een onderscheid te maken tussen klimaatverandering op lange termijn en droogtevariabiliteit op decadale schaal

De verwachting is dat de frequentie van tropische cyclonen zal afnemen, maar dat het aantal zeer intense cyclonen zal toenemen (beperkt bewijs, geringe betrouwbaarheid).

Er is dus weinig vertrouwen in het niveau waarop de opwarming van de aarde zou kunnen leiden tot zeer grote risico’s in verband met extreme weersomstandigheden in de context van dit verslag.

Waargenomen mondiale veranderingen in de watercyclus, waaronder neerslag, zijn onzekerder dan waargenomen veranderingen in temperatuur (Hartmann et al., 2013; Stocker et al., 2013). Er is een hoge mate van vertrouwen dat de gemiddelde neerslag boven de landzones op middenbreedte van het noordelijk halfrond sinds 1951 is toegenomen (Hartmann et al., 2013).

Voor andere breedtezones hebben gebiedsgemiddelde positieve of negatieve langetermijntrends een lage betrouwbaarheid vanwege een slechte gegevenskwaliteit, onvolledige gegevens of onenigheid tussen beschikbare schattingen (Hartmann et al., 2013). Er is met name weinig vertrouwen met betrekking tot de waargenomen trends in neerslag in moessongebieden, volgens het SREX-rapport (Seneviratne et al., 2012) en AR5 (Hartmann et al., 2013), evenals recentere publicaties (Singh et al., 2014; Taylor et al., 2017; Bichet en Diedhiou, 2018; zie aanvullend materiaal 3.SM.2).

Bijgevolg is de huidige beoordeling dat er weinig vertrouwen is met betrekking tot veranderingen in moessons bij deze lagere niveaus van opwarming van de aarde, evenals met betrekking tot verschillen in moessonreacties bij 1,5°C versus 2°C.

Het IPCC AR5 oordeelde dat er weinig vertrouwen was in de tekenen van droogtetrends sinds 1950 op wereldschaal,

Het AR5 oordeelde dat er weinig vertrouwen was in de toewijzing van mondiale veranderingen in droogte en gaf geen beoordelingen voor de toewijzing van regionale veranderingen in droogte (Bindoff et al., 2013a).

Dergelijke tegenstrijdigheden, in combinatie met het feit dat de bijna vier decennia lange periode van door teledetectie verkregen waarnemingen relatief kort blijft om antropogeen geïnduceerde trends te onderscheiden van decadale en multidecadale variabiliteit, impliceert dat er slechts weinig vertrouwen is in veranderingen in het aantal tropische cyclonen wereldwijd als gevolg van opwarming van de aarde in de afgelopen vier decennia.

Evenzo hebben CMIP5 modelsimulaties van de historische periode geen antropogeen geïnduceerde trends in zeer intense tropische cyclonen opgeleverd (Bender et al., 2010; Knutson et al., 2010, 2013; Camargo, 2013; Christensen et al., 2013), in overeenstemming met de bevindingen van Klotzbach en Landsea (2015). Er is bijgevolg weinig vertrouwen in de conclusie dat het aantal zeer intense cyclonen wereldwijd toeneemt.

AR5 oordeelde dat er bij sterke broeikasgas-effecten (3°C of 4°C opwarming van de aarde) weinig vertrouwen is in de voorspellingen van poolwaartse verschuivingen van de stormbanen op het noordelijk halfrond, terwijl er veel vertrouwen is dat er een kleine poolwaartse verschuiving van de stormbanen op het zuidelijk halfrond zou zijn (Stocker et al., 2013). In de context van dit rapport is de beoordeling dat er beperkt bewijs is en weinig vertrouwen in de vraag of een te verwachten signaal voor hogere niveaus van opwarming zich duidelijk zou manifesteren bij 2°C opwarming van de aarde.

Collins et al. (2013) beoordeelden het geringe vertrouwen in de Antarctische zee-ijsprojecties vanwege de grote verscheidenheid aan modelprojecties en het onvermogen van bijna alle modellen om waarnemingen te reproduceren zoals de seizoenscyclus, de interjaarlijkse variabiliteit en de langzame toename op lange termijn.

Er was echter weinig vertrouwen als gevolg van beperkt bewijs, dat de antropogene klimaatverandering de frequentie en de omvang van overstromingen heeft beïnvloed.

WGII AR5 concludeerde ook dat er geen bewijs is dat de frequentie van droogte in oppervlakte- en grondwater in de afgelopen decennia is veranderd, hoewel de gevolgen van droogte zijn toegenomen, voornamelijk als gevolg van de toegenomen vraag naar water (Jiménez Cisneros et al., 2014).

Verminderde stijging van de oceaan heeft gevolgen voor miljoenen mensen en industrieën die voor hun voedsel en levensonderhoud afhankelijk zijn van de visserij (Bakun et al., 2015; FAO, 2016; Kämpf en Chapman, 2016), hoewel er weinig vertrouwen is in de projectie van de omvang van de gevolgen bij 1,5°C

Het bewijs voor een vertraging van de AMOC is sinds AR5 toegenomen (Smeed et al., 2014; Rahmstorf et al., 2015a, b; Kelly et al., 2016), maar een sterk oorzakelijk verband met klimaatverandering ontbreekt (lage betrouwbaarheid).

De omvang van de wereldwijde zeespiegelstijging die zich de komende twee eeuwen bij een opwarming van 1,5°C-2°C zou kunnen voordoen, wordt volgens de meeste studies geschat op enkele tienden van een meter (lage betrouwbaarheid).

Dat wil zeggen dat, hoewel een beperking van de mondiale temperatuurstijging tot 2°C volgens de prognoses de oogstverliezen bij klimaatverandering zal beperken ten opzichte van hogere opwarmingsniveaus, de daarmee gepaard gaande matigingskosten het risico van honger in lage-inkomenslanden kunnen doen toenemen (lage betrouwbaarheid).

In het algemeen wordt verwacht dat zich in het grootste deel van de ontwikkelde wereld bij een opwarming tot 1,5°C geen statistisch significante veranderingen in het BBP zullen voordoen in vergelijking met de huidige omstandigheden, maar bij een opwarming tot 2°C zullen de gevolgen voor het BBP naar verwachting over het algemeen negatief zijn (lage betrouwbaarheid).

Bovendien wordt verwacht dat de dagelijkse neerslagintensiteit en de afvloeiing zullen toenemen (lage betrouwbaarheid) bij een opwarming van 2°C en hogere niveaus.

Een instorting van de permafrost kan zich voordoen (lage betrouwbaarheid); een drastische verschuiving van de toendra naar het boreale woud is mogelijk (lage betrouwbaarheid)

Het aantal onderzoeken naar hoe de boomfractie in het Noordpoolgebied kan reageren op verschillende niveaus van opwarming van de aarde is beperkt, en studies geven over het algemeen aan dat substantiële toenames waarschijnlijk geleidelijk zullen optreden (bijv. Lenton et al., 2008). Abrupte veranderingen zijn alleen aannemelijk bij een opwarming van aanzienlijk meer dan 2°(lage betrouwbaarheid) en zouden samengaan met een ineenstorting van de permafrost.

Eén modelprojectie (Drijfhout et al., 2015) suggereerde dat hogere temperaturen kunnen leiden tot een kleinere ijsfractie in de toendrabodem, wat leidt tot een snellere opwarming van de bodem en een positief terugkoppelingsmechanisme dat resulteert in het instorten van de permafrost (lage betrouwbaarheid).

Aangezien scenario’s van 1,5°C of 2°C opwarming van de aarde een aanzienlijk kleinere stralingsforcering zouden inhouden dan die welke zijn beoordeeld in de studie van Jiang en Tian (2013), is er weinig vertrouwen in veranderingen in moessons bij deze lage niveaus van opwarming van de aarde, evenals in de verschillen tussen reacties bij 1,5°C en 2°C opwarming.

Er wordt verondersteld dat er een omslagpunt bestaat voor een aanzienlijke teruggang van de boreale bossen, waarbij een verhoogde boomsterfte zou resulteren in het ontstaan van grote gebieden met open bos- en graslanden, wat een verdere regionale opwarming en een verhoogde vuurfrequentie in de hand zou werken en zo een krachtig positief terugkoppelingsmechanisme zou veroorzaken (Lenton et al., 2008; Lenton, 2012). Dit omslagpunt wordt geschat tussen 3°C en 4°C opwarming van de aarde (lage betrouwbaarheid) (Lucht et al., 2006; Kriegler et al., 2009), maar gezien de complexiteit van de verschillende betrokken forcerende mechanismen en terugkoppelingsprocessen, wordt dit beschouwd als een onzekere schatting.

Deze veranderingen kunnen eerder als incrementeel worden aangemerkt dan als een omslagpunt. Grootschalige verminderingen van de maïsopbrengst, inclusief de mogelijke instorting van deze teelt in sommige regio’s, kunnen zich voordoen bij een opwarming van de aarde van 3°C of meer (lage betrouwbaarheid)

Bij een opwarming van de aarde met 3°C zou het areaal dat geschikt is voor veeteelt aanzienlijk kunnen krimpen (lage betrouwbaarheid).


Tropische cyclonen zullen naar verwachting minder vaak voorkomen, maar het aantal zeer intense cyclonen zal toenemen (beperkt bewijs, lage betrouwbaarheid).

Klimaatmodellen houden nu rekening met meer wolken- en aerosolprocessen, en hun interacties, dan ten tijde van het AR4, maar er blijft weinig vertrouwen in de weergave en kwantificering van deze processen in modellen.

Het vrijkomen van CO2 of CH4 in de atmosfeer door het ontdooien van de permafrostkoolstofvoorraden gedurende de 21e eeuw wordt geschat op 50 tot 250 GtC voor RCP8.5 (lage betrouwbaarheid).

***

Bron hier.