Achter de pracht van bloeiende bollenvelden gaat hard, intensief werk schuil. Een hightech-omslag, geleid door Wageningen University & Research, moet het leven van telers makkelijker maken.
Hans van Zon <
Neem het ‘ziekzoeken’. In het voorjaar lopen ze over de velden, mensen die speuren naar zieke planten. Die moeten de grond uit om te voorkomen dat ziektes bij verwerking en opslag overslaan op gezonde bollen. Een belangrijke klus die veel tijd vergt, veel ervaring vraagt. Het project Bollenrevolutie 4.0 moet redding brengen. Met kunstmatige intelligentie, big data, robots en autonome machines worden drie speerpunten - kwaliteit, duurzaamheid en arbeid - op een nog hoger plan getild. Dan rijdt een machine op eigen houtje over de velden om te ‘ziekzoeken’.
Daarna doet een machine de kwaliteitscontrole op de lopende band. ,,Nu zijn het op piekdagen honderden handen die na de oogst bollen pellen, sorteren en bollen met een afwijking eruit halen. Handen die steeds moeilijker te vinden zijn. Het helpt enorm als een machine met verfijnde cameratechnologie dat werk doet’’, zegt Barry Looman.
Bollenrevolutie
Looman (58), verbonden aan Wageningen University & Research, is de projectleider van de Bollenrevolutie. Vanuit Bleiswijk stuurt zij het onderzoek aan waarin telers samenwerken met wetenschappers, techneuten en machinebouwers. ,,In Bleiswijk doen we met een team van tien bollenexperts onderzoek in het veld. Je kunt niet alles vanuit een laboratorium doen. Ons werk bevestigt de nieuwe trend: innovatief onderzoek in samenwerking met het bedrijfsleven. Daar heeft de overheid financiering voor over. Zij verdubbelt elke euro die het bedrijfsleven hieraan uitgeeft.’’
Met het project 4.0 wordt nu een beroep gedaan op kunstmatige intelligentie, op deep learning. ,,De machines voeren met behulp van camerabeelden controles uit en blijven zichzelf daarbij constant verbeteren, op basis van vergaarde informatie’’, legt de projectleider uit. ,,Zo’n machine neemt bij bijvoorbeeld virusdetectie enorm veel werk uit handen. Nu lopen telers bij gevoelige rassen in één seizoen soms wel tien keer door het veld om met de hand zieke bollen eruit te halen. Bovendien kost het veel tijd om daarvoor het juiste oog te ontwikkelen. Het is dus veel beter om een machine te laten controleren. Als die 24 uur per dag over je velden rijdt, bespaar je veel mankracht.’’
Minder bestrijdingsmiddelen
Nieuwe technologie brengt de bollensector meer kwaliteit en duurzaamheid (minder bestrijdingsmiddelen), maar, zo voegt Looman eraan toe, ‘het moet natuurlijk wel rendabel zijn’. ,,Bloembollenteelt is complex. Bij de teelt van een bol duurt het soms wel drie tot vier jaar voordat je hem in de tuin kunt planten en er bloemen bloeien. We hebben het hier ook niet over ‘de’ bol. Er zijn ongelooflijk veel soorten bollen die allemaal een eigen, andere kwaliteitscontrole behoeven.’’
Machines die autonoom werken, hebben op het gebied van kwaliteitscontrole nog een belangrijk voordeel. ,,Met een eenvormig product krijg je een meer eenvormige teelt. Dat zorgt voor een dubbelslag. Als je meer schonere, gezonde bollen krijgt, heb je minder middelen nodig om te detecteren en te corrigeren. Dan ga je duurzamer met arbeid en middelen om.’’ Behalve op het gebied van detectie en kwaliteitscontrole is er met datamanagement een slag te winnen. Met data van groeimodellen van tulpen kunnen satellieten belangrijke informatie voor hele percelen verzamelen. Looman: ,,Daardoor kun je bijvoorbeeld bepalen welke bol je op welk perceel zet. Welk stuk land het gevoeligst is voor ziekten.’’
Laten we alsjeblieft niet vergeten om van bloembollen te blijven genieten
Barry Looman
Ook machines die over de velden rijden, dragen daaraan bij. ,,Camerabeelden zeggen iets over de groei van het gewas, over de ‘stress’ ervan, of bijvoorbeeld extra bemesting of water nodig is.’’ Wanneer de eerste machines op de markt, komen, durft de projectleider niet te zeggen. ,,Het streven is dat die er over enkele jaren, aan het einde van het project, zijn. Met de ‘ziekenzoeker’ verlopen de testen goed, maar we zijn nog lang niet klaar’’, zegt Looman. ,,Wij, Wageningen University & Research, helpen telers en machinebouwers bij de ontwikkeling van nieuwe technologie en een gezond businessmodel. Het is aan telers om de eisen te stellen waaraan de machines moeten voldoen. Het is aan machinebouwers om producten op de markt te zetten waarmee ze winst kunnen maken.’’
Schoon begin
Wetenschappelijk onderzoek houdt nooit op. Komt er een Bollenrevolutie 5.0 en waar zou die zich op moeten richten? Looman: ,,Als we 4.0 met succes kunnen afsluiten, dan zouden we de cameratechnieken nog kunnen verfijnen. Om bijvoorbeeld bepaalde schimmels of insecten te detecteren.’’
Ook de opzet van een radicaal andere manier van telen, een zogeheten systeemsprong, is belangrijk. ,,Bollen worden al jaren op dezelfde manier geteeld, met de last van ziekten en plagen. Dat moet je doorbreken, omdat het gebruik van bestrijdingsmiddelen naar beneden moet. De teelt moet duurzamer. Bollenteelt is een cyclische teelt. Zij komen uit de grond, ze worden bewaard, gekoeld, geprepareerd en gaan weer terug in de grond voor vermeerdering. Dat kan anders. Je moet schoon beginnen, het liefst met weefselkweek: planten die je in de kas opkweekt voordat je ermee naar buiten gaat. Dan heb je minder ellende. Door de teelt te versnellen kun je ook bijkomende kosten terugdringen’’, aldus Looman. ,,Maar laten we alsjeblieft niet vergeten om van bloembollen te blijven genieten. Ze maken het voorjaar niet alleen extra vrolijk, ze leveren ook de eerste voeding voor insecten.’’
0 reacties :
Een reactie posten