Column Sid Lukkassen: Hoe de overheid de creatieve kracht van het mkb de nek omdraait

Datum:
  • maandag 22 februari 2021
  • in
  • Categorie:
  • Bij het intern overleg van de werkgeversvereniging – zo werd mij bekend vanuit een ondernemer in de uitzendbranche – werd de agenda gevuld met de thema’s inclusiviteit en antidiscriminatie. 

    Sid Lukkassen 22-2-2021

    Let wel: dit was géén overleg van de werkgeversbranche met de vakbonden of politieke partijen. Er is dus de situatie ontstaan dat de ideologie van partijen als GroenLinks en de PvdA, maximaal een kwart van het kiezerspubliek, de agenda bepaalt van werkgevers – hun kapitalistische tegenstrevers.

    Het verhaal van vandaag luidt: ‘De overheid trekt de BV Nederland de crisis door’. De realiteit is: een transformatie richting plan-economie, waarbij de overheid de ondernemingslust in de samenleving overvleugelt en smoort.

    Dit wordt duidelijk zodra we terugkeren naar de kern van iedere discussie over maatschappij en economie. Alles begint met iemand die de drang tot scheppen heeft. Om bijvoorbeeld een fabriek voor fotolijsten uit te rollen. Die persoon zet iets productiefs neer, en vervolgens komt de staat die zegt, je moet dit en dat afdragen, en hier is een lijst regels waaraan jouw bedrijf moet voldoen. De scheppende persoon conformeert zich hieraan, want die wil nu eenmaal scheppen.

    Hiermee voedt de scheppende kracht de bureaucratische laag die hem controleert, en die laag blijft groeien. De scheppende persoon draagt steeds meer mensen op zijn rug. De bureaucratie neemt toe en de hele cultuur plooit mee. Nu wordt de schepper niet meer gezien als de bron van welvaart, maar als een noodzakelijk kwaad.

    Diezelfde ondernemer die ik aanhaalde, omschreef hoe de overheid toewerkt naar een situatie waarin mkb’ers alleen nog werken als logistieke uitvoerders van bedrijven zoals Amazon. Werk zal in de toekomst plaatsvinden vanuit grote corporaties die door de staat gemakkelijker aan te sturen zijn dan honderdduizenden losse middenstanders. Planeconomie dus, met een jasje van crony capitalism. De scheppende persoon wordt zelfs niet meer benaderd als noodzakelijk kwaad, maar wordt nu benaderd met: ‘We moeten je niet, kun je niet stoppen?’

    En hoe reageert de ondernemersverenging hierop? Hun reflex is om de agenda van diversiteit en inclusie zozeer te verinnerlijken, opdat hun ideologische tegenstanders hen aardig zullen gaan vinden. De realiteit is echter dat zij tegenover een existentiële haat staan.

    De ondernemer roept de branchevereniging op om meer van zich af te bijten. Hij krijgt te horen: “Je komt elkaar nog in een andere context tegen.” Maar dat is op de borrels en recepties waar ook de overheid en vakbonden rondlopen. Dit antwoord negeert het belang van een kleine zelfstandige, en zijn of haar beweegredenen om bij een branchevereniging te gaan.

    Het omarmen van de ‘woke’ religie door mkb’ers is een sprong in een ongewisse, want gebaseerd op de hoop dat het bestel zal zeggen: ‘Je mag doorgaan met scheppen’. En precies hier wordt het verschil tussen realistisch rechts en positief pragmatisch rechts duidelijk.

    Want realistisch rechts ziet de werkelijkheid onder ogen zoals die is. Zij staan voor een patriottisch cultuurbeeld gebaseerd op soevereiniteit en realisme, en zullen zichzelf niet verloochenen. Hun analyses van het maatschappelijk verval stuiten op een muur van onwil en onbegrip. Hierom vestigen zij hun eigen zuil op het landschap en waar ze een rol kunnen spelen in onderhandelingen, handelen ze naar bevind van zaken.

    Het verhaal van ‘positief pragmatisch’ rechts is anders – zij geven hoog op van “meewegen” en “in dialoog zijn” en “aan tafel zitten”. Maar wat horen zij aan die tafels? Wederom: ‘We moeten je niet!’ Je kunt ‘woke’ en klimaatneutraliteit verinnerlijken maar in de kern, in je wezen, zul je nóóit worden omarmd. Het gaat immers niet om wat je doet maar om wie je bent. Het is existentieel, niet empirisch.

    De ondernemer blijft een vervuiler/klassenvijand/cisgender/privileged white male. De ondertoon blijft: ‘Kun je niet stoppen? Jezelf opheffen?’ Dit is al zo sinds de opkomst en moord op Pim Fortuyn, en zal, gelet op de heersende ideologie binnen de instituties, niet veranderen. Hierom zijn standvastigheid en weerbaarheid belangrijkere deugden dan ‘aanpassen en meebewegen’.

    Hiermee hangt samen de veranderende verhouding tussen de burger en de overheid. We bewegen ons van het Nederlandse, Noord-Europese model, richting het Belgische, Zuid-Europese model. In het Noord-Europese model houdt een heffing verband met de uitgave: men heft rioolbelasting voor een beter riool en int wegenbelasting voor betere wegen. In het Zuid-Europese model hef je waar je heffen kunt, en bekijk je daarna hoe je het geïnde belastinggeld uitgeeft. Hierdoor nemen burgers een meer berekenende houding aan, leidend tot een oppositionele verhouding tussen burger en overheid.

    Voor de coronamaatregelen geldt hetzelfde. Normaal begrijpt de Nederlander het hogere doel achter de maatregelen en redeneert hij mee met de geest achter de wet. Ramt de overheid er maatregelen door die op weinig draagvlak steunen, dan nemen gemeenschapszin en burgerdeugd af. Omdat de maatregelen disproportioneel zijn, verzinnen mensen trucjes en uitvluchten om formeel aan de regels te voldoen, maar substantieel niet. Tekenend is de groeiende vraag naar thuisbezorgkleding en huurhonden. Op korte termijn dwingt de overheid gehoorzaamheid en conformisme af, maar op de lange termijn zullen burgers en ondernemers de overheid als tegenstander zien.

    Hoe kon dit alles gebeuren onder een ‘liberaal’ regime, Rutte’s bewind met de VVD al jaren als grootste partij? Dit komt doordat rechts geen eigen paradigmatisch counterpoint biedt tegenover de linkse ideologie. Wie hier binnen rechts de aandacht op vestigt, wordt als ‘te ideologisch’ bestempeld en buiten boord gegooid. Voor de beeldvorming willen politici immers ‘pragmatisch’ en ‘optimistisch’ blijven. Het enige gevolg is dat de linkse ideologie de maatschappelijke agenda blijft bepalen. Tevergeefs tracht rechts op de rem te trappen – en zo blijft rechts blijft alsnog achter het linkse programma aansjokken en wordt op de koop toe existentieel gehaat.

    Dit alles overziend, blijft de overheid erop aansturen om ‘professioneel’ zaken te doen, wat wil zeggen, met grote spelers ‘op niveau’. Deze fictieve impuls voor de efficiency knevelt ondernemers. Want hun ondernemingslust komt voort uit dromen, en die dromen worden ondergeploegd. Dit past perfect bij een agenda van schaalvergroting, zoals ook in het onderwijs, bij gemeenten en in zorginstellingen. Het ziet er op de tekentafel leuk uit, maar werkt niet in de praktijk. De overheid zet de motor van de economie uit, namelijk de scheppende kracht van het mkb.

    DDS

    0 reacties :

    Een reactie posten