Ollongren verstoort bestuurlijke vrede over windmolens. Is dat erg?

Datum:
  • woensdag 16 september 2020
  • in
  • Categorie: , , ,
  • De energietransitie is een bestuurlijk mijnenveld, heeft minister Kajsa Ollongren (D66) gemerkt. 16-9-2020

    Met haar opmerking dat windmolens veel beter op zee kunnen worden gebouwd in plaats van op land, heeft ze het grootste gelijk van de wereld. Maar ze gaat wel als een olifant door de porseleinkast van het regionale energiebeleid. Hoe erg is dat, vraagt Gertjan van Schoonhoven zich af.
    Ollongren maakte haar opmerking eind vorige week in de context van de Nationale Omgevingsvisie die ze als minister van Binnenlandse Zaken presenteerde. Tegen de NOS zei ze toen, als voorbeeld van ruimtelijke keuzes die het dichtbevolkte Nederland zou moeten maken: ‘Elke regio moet meer woningen bouwen. Doe dat dan op plekken die goed bereikbaar zijn en waar ook werk is. Bouw geen zonneweides, maar plaats zonnepanelen zo veel mogelijk op daken. Laten we windmolens zo veel mogelijk op zee bouwen.’

    Ollongren was blijkbaar de regionale energietransities (RES) even vergeten

    Na die laatste opmerking klonk, blijkens een rondgang van Het Financieele Dagblad, in heel bestuurlijk Nederland massaal het geluid van brekende klompen. Diezelfde ‘regio’s’ namelijk, zitten midden in het uiterst complexe en politiek gevoelige proces van de regionale energietransitie (RES). Blijkbaar was Ollongren dat even vergeten.
    Om te voorkomen dat burgers denken dat de energietransitie van de komende decennia een door Den Haag opgelegde topdown-operatie is, zijn dertig ‘energieregio’s’ momenteel van onderop bezig een zogeheten ‘bod’ aan Den Haag te formuleren. Zo- en zoveel duurzame energie kunnen wij als regio in 2030 leveren. Alle gekozen volksvertegenwoordigingen in die regio’s moeten er hun zege aan geven.

    Energietransitie ‘van onderop’ met nauwelijks keus

    De bewegingsvrijheid is daarbij wel heel beperkt. Alle regio’s samen moeten in 2030 35 terawattuur (TWh) duurzame energie leveren, en die moet uit wind en zon op land komen. Duurzame energie importeren mag niet, kernenergie ook niet. Deze opgelegde beperkingen hebben nogal grote ruimtelijke consequenties in de regio’s. Het kan namelijk bijna niet anders of alle benodigde wind- en zonneparken moeten worden gebouwd op (landbouw)grond in de ‘achtertuin’ van burgers. En die zijn daar, zoals bekend, doorgaans niet blij mee.
    En nu zegt Ollongren doodleuk dat windmolens op land inderdaad een slecht idee zijn. Daarmee heeft ze inhoudelijk ongetwijfeld gelijk. Maar ze verstoort op twee manieren het precaire proces van de regionale energietransitie. Ten eerste doorbreekt ze grondig de zorgvuldig opgebouwde illusie dat de regio’s er iets over te zeggen hebben.

    Collega-minister Eric Wiebes zal hier niet blij mee zijn

    Ten tweede voedt ze met haar opmerkingen de kritiek in die regio’s van bewoners en van provinciale politici die zich tegen al die wind- en zonneparken in hun landschappen verzetten. Deze critici hebben steeds te horen gekregen dat er geen andere keus is. Maar die is er dus wel, zegt Ollongren: naar zee ermee. Collega-minister Eric Wiebes (VVD) van Economische Zaken – die erover gaat – zal er niet blij mee zijn.
    Maar eigenlijk is er alle reden om minister Ollongren heel dankbaar te zijn. De regionale energietransitie zoals die nu verloopt, is vanuit democratisch oogpunt bepaald niet smetteloos. Er is een enorme onuitgesproken druk van bovenaf op alle gekozen volksvertegenwoordigers om ‘ja’ te zeggen. Dat wordt nu verstoord.

    Gekker moet het niet worden: ‘adviseurs’ die tegen een minister zeggen dat ze de lieve vrede verstoort

    Typerend is de opmerking in Het Financieele Dagblad van een betrokken adviseur van een adviesbureau voor windenergie. Hij kapittelt de minister om haar ‘heel onhandige uitspraken’. ‘De eerstvolgende bewonersbijeenkomst krijg ik het zeker voor de voeten geworpen.’ Gezien het ingewikkelde proces is ‘het heel belangrijk dat alle vogels hetzelfde lied zingen’.
    Veel gekker moet het niet worden. Een ongekozen energieadviseur die probeert het democratische proces te stroomlijnen door tegen een landelijk politicus te zeggen dat ze haar mond moet houden. Geen slapende honden – lees: verontruste burgers – wakker maken, minister!

    Er is nog best wat tijd en ruimte om kritisch naar de ‘biedingen’ te kijken

    Is het erg als er een kink in de kabel van de regionale energietransitie komt? Dat valt nog te bezien. Ten eerste zijn de energieregio’s nog bezig met hun ‘concept’-RES. Het definitieve bod moet in de loop van volgend jaar volgen, en dan worden aangenomen door de regionale volksvertegenwoordigingen. Er zit dus best nog wat rek en ruimte in de procedure. Daar komt bij dat de concept-boden van alle dertig energieregio’s samen ver uitkomen boven die opgelegde 35 terawattuur. Dat biedt volop ruimte voor minder wind- en zonneparken op land.
    Elsevieer

    0 reacties :

    Een reactie posten