Laat proces-Wilders niet beïnvloeden door racismedebat

Datum:
  • vrijdag 3 juli 2020
  • in
  • Categorie: ,
  • De strafzaak tegen Tweede Kamerlid Geert Wilders (PVV) is hervat.

    3-7-2020

    Door het coronavirus waren we de zaak even vergeten. Een ongewone strafzaak over een uitspraak van een politicus die geen enkel effect had en heeft op het welzijn van minderheden, schrijft Afshin Ellian.

    Sinds de ‘minder-Marokkanen’-uitspraak van PVV-leider Geert Wilders in 2014 is geen haar van een Nederlander van Marokkaanse afkomst gekrenkt. Ook zijn sindsdien in Nederland nogal wat mensen van Marokkaanse komaf op topposities terechtgekomen. Daarbij kunnen we denken aan de voorzitter van de Tweede Kamer en de burgemeester van Arnhem. Daarom moeten we ons de vraag stellen wie in de zin van strafrecht schade heeft opgelopen door de uitspraak van Wilders. Werkelijk niemand.

    Het mechanisme van de zaak-Wilders

    Afshin Ellian

    Prof.mr.dr. Afshin Ellian (Teheran, 1966) is hoogleraar encyclopedie van de rechtswetenschap aan de Universiteit Leiden. Hij schrijft wekelijks onder meer over de idealen en vrijheden van de westerse cultuur.
    De strafzaak tegen Wilders kent een eigen mechanisme. Wilders verweet het Openbaar Ministerie politieke motieven. Dat vonden wij raar. Persoonlijk vind ik dat een verdachte in een strafzaak het recht heeft om van alles en nog wat te beweren. Het is dan aan de onafhankelijke en onpartijdige rechter om die beweringen te beoordelen.
    Later waren er aanwijzingen van ongepaste bemoeienissen van politici en de top van het ministerie van Justitie met de strafzaak tegen Wilders. In 2019 moest het ministerie op verzoek van RTL een aantal documenten openbaar maken. Deze documenten waren buitengewoon relevant voor het proces tegen Wilders. Uit die documenten blijkt dat oud-minister Ivo Opstelten (VVD) en topambtenaren van het ministerie van Justitie zich persoonlijk hadden bemoeid met de strafzaak tegen Geert Wilders.

    Uitspraak tijdens campagne

    Het ministerie deed zijn best om de documenten geheim te houden. Waarom eigenlijk? Pas vijf jaar na de ‘minder-Marokkanen’-uitspraak dook bewijs op dat zij destijds invloed hebben uitgeoefend, al vóórdat het Openbaar Ministerie (OM) definitief besloot om Wilders te vervolgen. Uit die geheime ambtelijke nota uit 2014 blijkt dat in september 2014 alleen nog ‘sprake was van een voorgenomen beslissing’ van het OM over de vervolging van Wilders. Terwijl het OM stelde dat al op 10 september het definitieve besluit was genomen om Wilders te vervolgen. Zelfs deden de topambtenaren in een mail aan het OM suggesties voor de inrichting van het proces. Dit is ongewoon en ongehoord.
    We moeten niet uit het oog verliezen dat we het hier over de oppositieleider hebben. Tevens gaat het hier om een politieke uitspraak tijdens de verkiezingscampagne en niet iets anders.
    Tevens blijkt uit andere geheime documenten dat het ministerie zich had bemoeid met het eerdere proces tegen Geert Wilders inzake de islam en zijn film Fitna. Toenmalig minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin (CDA) had zich in 2008 actief bemoeid met de afweging van het Openbaar Ministerie om de PVV-leider te vervolgen. Terwijl het OM meende dat Wilders geen strafbare uitlating had gedaan. Het OM wilde hem dus niet vervolgen.

    Onafhankelijk expert

    Desondanks liet ‘de minister tot drie keer toe een onafhankelijk expert aanrukken om die beslissing te heroverwegen’ in de hoop het OM te bewegen Wilders te vervolgen. Terwijl ik en anderen als deskundigen op dit gebied veelvoudig hadden geschreven en uitgelegd dat Wilders in zijn kritiek op de islam of de profeet Mohammed de grenzen van het Wetboek van Strafrecht niet had overschreden.
    Het ministerie van Justitie en Veiligheid wil de rechtsstaat verdedigen tegen Wilders. Daarvoor waren topambtenaren en ministers bereid de rechtsstatelijke beginselen te schenden. Dat is pikant: de politieke onafhankelijkheid van het OM aantasten voor het vervolgen van de oppositieleider.
    Zodoende dreigt Nederland in deze zaak te lijken op het Rusland van president Vladimir Poetin en het Turkije van president Recep Tayyip Erdoğan. Nu blijkt zelfs dat het parket in Den Haag Wilders niet wilde vervolgen, omdat ze zijn uitlatingen niet strafbaar achten. Ook het expertisecentrum van het OM achtte ze niet strafbaar.
    Als getuige-deskundige heb ik ook in de minder-Marokkanen-zaak betoogd dat de uitspraken van Wilders niet strafbaar zijn. Maar de strafzaak tegen Wilders begint opnieuw in een onvriendelijke sfeer. Dat komt door het overlijden van George Floyd (een Amerikaanse crimineel) tijdens zijn arrestatie.

    Rechter moet zich niet laten beïnvloeden door racismedebat

    Het excessieve politiegeweld in Amerika, zoals ook gebeurde bij de arrestatie van Floyd, leidde tot demonstraties en tot verontwaardiging in westerse media. Wat begon met een discussie over het politiegeweld in Amerika, werd een wereldwijde antiracismestrijd. Terwijl er nog steeds geen aanwijzing is of de Amerikaanse agent vanuit een racistisch motief heeft gehandeld. Onder deze omstandigheden moet de rechter de zaak tegen Wilders tot een beslechting brengen.
    Het is te hopen dat de rechters zich niet laten beïnvloeden door de mediahype rond het racismedebat. Nu is het aan de rechter om vooral de documenten omtrent de politieke bemoeienis in de strafzaak tegen Wilders goed te bestuderen en als het nodig is, verder onderzoek in te stellen naar de politieke bemoeienissen in deze strafzaak. Dit is van belang voor het gezag van rechter en het gezag van het OM.
    Wat hier gebeurt, is werkelijk een nachtmerrie voor de rechtsstaat: politieke inmenging om een oppositieleider strafrechtelijk te vervolgen. Was ik maar zo’n topambtenaar, dan had ik me vrijwillig bij de media en rechter gemeld om spijt te betuigen. Deze werkwijze hoort in Nederland niet thuis.
    In de strafzaak tegen Wilders moet de rechter vooral een oordeel vormen over de vraag of er sprake is van politieke bemoeienis.

    ELSEVIER

    0 reacties :

    Een reactie posten