Wijnand Hogenkamp 27-7-2020
Dat concludeert de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde na het doorrekenen van verschillende scenario’s van aanpassingen. De KNMvD staat daarom niet achter de geplande voermaatregel die per 1 september moet ingaan. Dat stelt de dierenartsorganisatie op haar site.
KNMvD trok al eerder aan de bel
De dierenartsen voerden al in een eerder stadium met het ministerie gesprekken en uitten daarbij hun zorgen omtrent de risico’s voor de diergezondheid. Er is gesproken over mogelijke flexibilisering van de regeling om de diergezondheidsrisico’s te beperken. Volgens de KNMvD wilde het ministerie daarop onderzoeken of het mogelijk was om binnen de gestelde kaders van de maatregel een aanpassing te doen in het belang van diergezondheid en dierwelzijn. In het vervolgtraject heeft de KNMvD een zienswijze aangedragen om de regeling flexibeler in te vullen. Echter, na doorrekening moet de KNMvD de conclusie trekken dat ook de verschillende scenario’s niet voldoende zijn om alle risico’s op de diergezondheid geheel weg te nemen.
Draagvlak essentieel
De dierenartsenorganisatie zegt wel beschikbaar te blijven voor toekomstige samenwerking met het ministerie. Ze wil graag de veterinaire expertise inzetten om tot maatregelen te komen die, vanaf 2021 en verder, leiden tot eiwitreductie in de melkveehouderij zonder risico’s voor diergezondheid en dierenwelzijn. Daarbij hechten de dierenartsen eraan dat er overeenstemming is met de melkveesector. Zonder draagvlak zal de uitvoering en de naleving van de maatregel niet succesvol zijn en daarmee ook niet het gewenste effect bereiken, stelt de KNMvD.
De Boerderij
0 reacties :
Een reactie posten