Guus Berkhout.











Een gastbijdrage van Guus Berkhout, president van CLINTEL. (Climate Intelligence).
CLINTEL richt zich op klimaatverandering, een autonome verandering ten gevolge van de natuurlijke variabiliteit. We zien vele autonome veranderingen op onze planeet. Het bestrijden daarvan is als het trekken aan een dood paard.
 
We moeten niet vechten tegen het ontstaan van autonome veranderingen, maar we moeten ze vroegtijdig signaleren (‘weten door meten’) en ons vervolgens slim aanpassen. Van mitigatie- naar adaptatiebeleid.
 
Op dit moment wordt er in de wereld getrokken aan vele dode paarden op het gebied van geo-engineering, eco-engineering en socio-engineering. Door deze laterale verbanden te maken, kunnen we de klimaatcontext van CLINTEL verbreden en onze klimaatboodschap aanzienlijk versterken. De bredere context biedt ons ook een sterke basis voor een effectievere PR-aanpak naar het grote publiek.
 
CLINTEL heeft een ‘spot on the horizon’ geformuleerd, waarmee zij parlementsleden wereldwijd een hart onder de riem steekt: “Als we ons aanpassen, gaan we het redden”. Deze titel zal ook onze nieuwe CLINTEL-slogan worden: “If we adapt, we will succeed“. Er is zojuist een korte versie gepubliceerd in de Telegraaf. De volledige versie zal naar alle leden van het Nederlandse parlement worden gestuurd.

Als we ons aanpassen, gaan we het redden!

Een stip aan de horizon voor het Nederlandse parlement om onze economie

weer op gang te krijgen zonder utopische experimenten.

Na het opheffen van de COVID-19 lockdown moeten nationale parlementen zich gaan verzetten tegen de groene maakbaarheidsagenda’s van supranationale organisaties. In plaats van maakbaarheid moeten zij zich gaan richten op het aanpassen aan de autonome veranderingen ten gevolge van de natuurlijke variabiliteit op aarde. Niet aanpassen betekent niet overleven. Vecht dus niet tegen het ontstaan van klimaatverandering en virusuitbraken, maar vecht tegen de gevolgen daarvan. Van mitigatie naar adaptatie.
Beslissingen over het reilen en zeilen van de samenleving worden steeds meer genomen door slecht geïnformeerde politici, die een onvoorwaardelijk geloof hebben in de uitkomst van ondoorzichtige computermodellen en onbewezen technologie. Het idee dat de mens met supercomputers alle problemen kan oplossen – het maakbaarheidsideaal – is in de afgelopen jaren sterk gegroeid. Door computergestuurd beleid te koppelen aan supranationaal bestuur, wordt een toekomst beloofd waarin alle wereldproblemen kunnen worden opgelost. Maar de werkelijkheid is heel anders. Het klimaatdebat van de afgelopen jaren en de coronachaos van nu laten zien dat dit utopische toekomstbeeld niet klopt en dat we met de grote beleidsvraagstukken collectief de verkeerde richting in worden geduwd. Nationale parlementen worden marionetten van de machtige supranationale organen van de VN en de EU.
[Noot HL: Voor een overzicht van de beperkingen van de modelmatige benadering van het verloop van de coronacrisis zie het vraaggesprek van Jord Kelder met Wouter Keller en Maurice de Hond hier.]
We zien dat de marketing van dit totalitaire maakbaarheidspakket in volle gang is.
Voorspellingen van computermodellen worden omarmd door supranationale organen, vertaald naar wereldwijde beleidsmaatregelen en vervolgens overgenomen door nationale politici. Maar de ervaring leert dat die ondoorzichtige computervoorspellingen en die centralistische beleidsrichtlijnen ver afliggen van de realiteit.
De combinatie van computermodellen en supranationalisme leiden tot het verspreiden van zekerheden, die er niet zijn en het nemen van maatregelen, die averechts werken. Dat wordt nog verergerd doordat critici de mond wordt gesnoerd. Tegenspraak wordt niet geduld. Actuele voorbeelden zijn het klimaatdebat en de coronacrisis.
Klimaatverandering en virusuitbraken zijn autonome fenomenen met totaal verschillende ontstaansprocessen – macro fysisch versus microbiologisch – maar na hun ontstaan hebben beide verrassend veel gemeen. Beide gebeurtenissen hebben wereldwijde gevolgen, die om een bestuurlijk vergelijkbare aanpak vragen. Inhoudelijk is het interessant dat bij beider gevolgen kleine deeltjes in de lucht (‘aerosolen’) een grote rol spelen.
De geschiedenis van de aarde laat zien dat klimaatverandering wordt veroorzaakt door een complexe combinatie van grote natuurkrachten, waarop de mens maar weinig invloed heeft. Het klimaatpanel van de VN, IPCC, coördineert wereldwijd wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaak van klimaatverandering met behulp van computermodellen. In de afgelopen decennia hebben deze modellen extreme opwarming voorspeld ten gevolge van menselijke CO2 uitstoot. In de praktijk zijn dergelijke voorspellingen nooit uitgekomen.
Ondanks al die foutieve voorspellingen blijft het IPPC volhouden dat menselijke CO2 de boosdoener is. Door voortdurend te blijven herhalen dat we daardoor afstevenen op een onomkeerbare klimaatcrisis, wordt de burger angst aangejaagd en worden nationale regeringen moreel gedwongen het low-carbon IPCC beleid serieus te nemen en daadwerkelijk uit te voeren. Het heeft in de afgelopen jaren geleid tot grote maatschappelijke onrust en peperdure klimaatmaatregelen, tot nu toe zonder enig meetbaar effect. Dat zijn harde feiten.
De geschiedenis van pandemieën laat zien dat virusuitbraken ontstaan door veranderingen op microbiologische schaal. Coronavirussen wijzigen zichzelf voortdurend door complexe genetische recombinatie. Dat leidt tot nieuwe genotypen en onverwachte uitbraken. Net als bij klimaatverandering heeft de mens daar weinig invloed op. Daar komt nog bij dat adviserende virologen in de afgelopen maanden lieten zien onvoldoende kennis te hebben van hoe ‘corona aerosolen’ zich in de lucht verspreiden, cruciale fysische kennis voor het nemen van effectieve maatregelen.
Net als bij klimaatverandering worden ondoorzichtige modelvoorspellingen met grote zekerheid gepresenteerd, waardoor iedere keer weer de burger op het verkeerde been werd gezet. Om er moedeloos van te worden. Denk daarbij vooral aan de tegenstrijdige informatiestromen over het dragen van mondkapjes, de noodzaak om te testen, de vraag naar IC-bedden, de immuniteit van kinderen, het isoleren van ouderen, het sluiten van landsgrenzen, enzovoorts.
In november brak in de Chinese stad Wuhan het COVID-19 virus uit, half januari vertelde de modellen van de VN gezondheidsorganisatie WHO nog aan de wereld dat geen besmetting van mens op mens kon plaats vinden en zelfs in februari sloeg de WHO nog geen alarm. Net als in het klimaatdebat werden critici monddood gemaakt (denk aan de Chinese arts Lee Wenliang). In plaats van met betrouwbare adviezen te komen over het nemen van coronamaatregelen, werd burgers angst aangejaagd en werden nationale regeringen moreel gedwongen het politiek-getinte WHO beleid serieus te nemen.
Hulde aan alle zorgverleners die in deze beleidschaos dag en nacht hun werk bleven doen.
Maar het kan nog erger. In duurzaamheidskringen wordt een oorzakelijk verband gelegd tussen het ontstaan van klimaatverandering en het ontstaan van corona- uitbraken. En – het is moeilijk te geloven – met argumenten als ‘klimaatstraf van God’ en ‘natuur slaat terug’. IPCC en WHO, waarom hebben jullie dit zo ver laten komen?
CO2 moleculen zijn bouwstenen van het leven en corona virussen zijn bouwstenen van de dood! Het is een utopie te geloven dat de mens in staat is om autonome veranderingen ten gevolge van de altijd aanwezige natuurlijke variabiliteit te stoppen. Denk hierbij aan het ontstaan van aardbevingen, ontstaan van klimaatverandering, het ontstaan van extreem weer, het ontstaan van nieuwe virussen, enzovoorts. Daarom moeten we ze niet proberen te bestrijden. Als we dat toch doen, gedragen we ons als een moderne Don Quichotte.
We moeten leren leven met die veranderingen, ze vroegtijdig signaleren (‘weten door meten’) en ons vervolgens slim aanpassen. Bij klimaatverandering betekent aanpassing: het nemen van maatregelen tegen de gevolgen van hogere temperaturen en zeespiegelrijzing. Daarvoor is veel meer kennis nodig dan klimatologie. Bij virusuitbraken betekent aanpassing: het nemen van maatregelen om verspreiding in de kiem te smoren en immuniteit tijdig te verhogen. Daarvoor is veel meer kennis nodig dan microbiologie. De ervaring leert dat aanpassing aan verandering altijd werkt, wat de oorzaak van die verandering ook moge zijn.
Levensvormen die daartoe niet in staat waren, hebben het niet overleefd. Veranderingen horen dan ook bij het leven. Het succes van toekomstige samenlevingen zal daarom afhangen van het lerende vermogen om zich aan te passen aan verandering (‘adaptatie’).
Door te proberen om met mondiale maakbaarheidsagenda’s veranderingen tegen te houden, zijn we in de grote beleidsvraagstukken collectief de verkeerde richting ingeslagen. We zien dat maakbaarheidsidealen burgers weinig goeds hebben gebracht. Het is zorgelijk te zien dat in de verwarring van de coronacrisis maakbaarheidsidealisten hun ‘green deals’ er heimelijk proberen door te drukken.
Met wat voor een economische chaos zadelen deze evangelisten de nieuwe generaties op?
Tot slot, maakbaarheidsbeleid staat lijnrecht tegenover adaptatiebeleid. Landen met een hoog aanpassingsvermogen hebben een hoge adaptie-quotiënt (AQ) en gaan het in de toekomst helemaal maken. Hoge AQ landen zijn alert, creatief en ondernemend. In plaats van doemverhalen zien ze oplossingen; in plaats van afwachten nemen ze initiatieven.
CLINTEL gaat AQ gebruiken als maat voor bestuurlijke intelligentie. Het supranationale orgaan van de EU vindt dat hoge AQ landen de lage AQ landen moeten subsidiëren. Tja EU, met dat supranationale beleid moedig je landen alleen maar aan om zich niet aan te passen. En niet aanpassen betekent niet overleven.
Leden van het Nederlandse parlement zou ik op het hart willen drukken: word geen marionet van supranationale organisaties en negeer valse profeten die met hun onbetaalbare groene deals onze economie kapotmaken. Erken dat autonome veranderingen ten gevolge van natuurlijke variabiliteit niet kunnen worden tegengehouden. Het aardse klimaat is niet maakbaar en het ontstaan van nieuwe genotypen bij virussen kan de mens ook niet voorkomen. Wees daarom praktisch en verstandig en ga na het opheffen van de COVID-19 lockdown niet voor maakbaarheid, maar voor adaptatie. Ons land is altijd een hoog AQ land geweest en dat heeft ons een hoge welvaart gebracht. Laten we dat in de toekomst zo houden.
Guus Berkhout is emeritus hoogleraar geofysica en president van CLINTEL.