Rutte III steekt een mes in ieders rug

Datum:
  • vrijdag 10 januari 2020
  • in
  • Categorie: ,
  • De vooruitzichten voor de koopkracht kwamen dus toch niet uit.9-1-2020

    De plannen van het kabinet op Prinsjesdag zijn elk jaar goed voor grote krantenkoppen en opgewonden commentaren op radio en televisie. Daarbij gaat het er vooral om dat “wij” er volgens de koopkrachtplaatjes in de miljoenennota erop vooruitgaan in het komende jaar. De toon van Prinsjesdag in 2018 was juichend, maar nu de cijfers over 2019 bekend zijn, lijken we bedrogen uit te komen.

    Het CBS maakte bekend dat de prijzen voor de consumenten in 2019 met 2,6 procent gestegen zijn, terwijl de cao lonen gemiddeld stegen met 2,5 procent. Het staat in contrast met de toon die werd gezet op Prinsjesdag in 2018, getuige de miljoenennota: ,,Nederlanders moeten het meer in hun portemonnee gaan merken dat het goed gaat met Nederland. Daarom neemt het kabinet maatregelen om de koopkracht te versterken, met name voor lage- en middeninkomens. De koopkracht groeit in 2019 zowel dankzij de aantrekkende lonen als door de lagere lasten op arbeid. Ondanks de hogere inflatie stijgt de koopkracht volgend jaar naar verwachting met 1,5 procent, waarbij vrijwel alle groepen erop vooruit gaan”.
    De stijging van de prijzen vorig jaar is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan het beleid van het kabinet. Zo ging het lage tarief in de btw van 6 naar 9 procent, met als gevolg dat de prijzen van voeding stegen. De prijsstijging van 2,6 procent komt voor 0,4 procent door duurdere voeding. Ook de kosten van gas en stroom spelen een rol. Dat komt niet alleen door de kosten van energie, maar ook door de heffingen die we  daarover moeten betalen. Hoewel een groot deel van de prijsstijging te voorzien was, kwamen de vooruitzichten voor de koopkracht dus toch niet uit.
    Alle reden dus om de dure beloftes van politici met een flinke korrel zout te nemen. Zij baseren zich op de cijfers van de rekenmeesters van het kabinet ofwel het Centraal Planbureau (CPB). Zij maken allerlei berekeningen over de gevolgen van (belasting-)maatregelen van de overheid voor de portemonnee van de Nederlanders, maar kunnen  de toekomst niet voorspellen, zelfs de nabije toekomst niet.
    Waarschijnlijk zag het kabinet Rutte3 de bui in de loop van het afgelopen jaar al hangen. Wederom werd op Prinsjesdag een rooskleurig beeld geschetst van de koopkracht in 2020, maar dat ging gepaard met een forse disclaimer. De voorspellingen moesten niet gezien worden als harde toezeggingen van het kabinet, maar als een inschatting op basis van de nieuwste inzichten.
    En daar is alle reden toe. Bij de cijfers gaat het steeds om gemiddelden. Zo stegen de cao-lonen vorig jaar in de marktsector meer dan gemiddeld in de horeca. Bij de overheid stegen ze meer dan gemiddeld in het onderwijs. Bovendien worden veel Nederlanders niet betaald op basis van de cao, bijvoorbeeld de zzp’ers. De cijfers houden geen rekening met het leven van alle dag. Dus niet met promoties op het werk, maar ook niet met tegenslagen als ziekte of arbeidsongeschiktheid.
    De gemiddelde werknemer bestaat niet, maar ook de gemiddelde consument bestaat niet. Het CBS gaat bij de berekening van de consumentenprijsindex uit van “wegingsfactoren”. Zo besteedt de Nederlander volgens het CBS zo’n tien procent van het inkomen aan voedsel. Dat werd vorig jaar dus vier procent duurder, en daarom is dat goed voor een stijging van 0,4 procent in de index.
    Dat (gemiddelde) cijfer zal veel te laag zijn voor de burgers die naar verhouding veel uitgeven aan voedsel, bijvoorbeeld omdat ze belang hechten aan het gezond eten van verse groente en fruit of omdat ze de voorkeur geven aan biologische producten. En voor energie geldt natuurlijk dat het gemiddelde cijfer veel lager zal zijn voor mensen die in goed geïsoleerde huizen wonen.
    De gemiddelde Nederlander bestaat niet. We spreken niet meer over Jan Modaal en over wat de Duitsers noemen Otto Normalverbraucher. Koopkrachtplaatjes en krantenkoppen zeggen weinig tot niets over de persoonlijke situatie. Het is goed om dat te bedenken bij de voorspellingen van het kabinet, maar ook bij de berekeningen van het CBS. lastenverlichtingen. 

    0 reacties :

    Een reactie posten