Bears crossing

De klimaatconferentie in Parijs, die afgelopen december in een euforische stemming werd afgesloten, gaf vele opwarmingsbevreesden het geruststellende gevoel dat de wereldgemeenschap nu eindelijk overeenstemming had bereikt over een mondiaal klimaatbeleid, dat die verschrikkelijke opwarming van de atmosfeer (die nu al bijna negentien jaar niet wil komen) tot 1,5 à 2 graden Celsius zou kunnen beperken.

Maar achter de schone façade van het succes gaat een heel andere werkelijkheid schuil.

Eerder schreef ik daarover:

De klimaattop in Parijs eindigde afgelopen zaterdag in een euforische stemming. De slottekst werd zonder reserves aanvaard en de deelnemers barstten in een spontaan applaus uit. Verschillende deelnemers spraken van een historisch keerpunt in de strijd tegen de opwarming van de aarde (die overigens al zo’n 18 jaar geleden vanzelf is gestopt). Voor staatssecretaris Dijksma was dit een ‘magisch moment’ … evenals de traditionele Afrikaans regendans. Maar dat laatste zei ze er niet bij. Voor kritischer geesten was het een angstwekkend hoogtepunt van de klimaathysterie. Een ernstig geval van collectieve verstandsverbijstering.

Er is onder meer overeenstemming bereikt over:

– Een lange–termijndoelstelling om de opwarming te beperken tot 2 graden Celsius en zo mogelijk zelfs 1,5 graad.
– Nationale beloften om de uitstoot van CO2 in 2020 te beperken.
– Een plan om landen iedere vijf jaar tot verdere inspanningen inzake de vermindering van de uitstoot van CO2 in de toekomst te bewegen.
– Een tekst waarin rijke landen verklaren hun inspanningen om te komen tot financiering van klimaathulp aan de ontwikkelingslanden, ten bedrage van $100 miljard per jaar tegen 2025 en daarna meer, te zullen voortzetten.
– Een plan om de voortgang van de uitvoering te bewaken en te zorgen dat landen zich aan hun beloften houden.

Is die euforie gerechtvaardigd? Is de planeet nu gered? Gaat onze economisch model, de markteconomie, nu op de schop door uitbanning van fossiele brandstoffen, ofwel decarbonisering? Of is het allemaal opgeklopte hete lucht?

Erkend werd dat als men alle nationale plannen bij elkaar optelt, de 2–gradendoelstelling zal worden overschreden – althans volgens de klimaatmodellen, die nog niet eens het verleden kunnen voorspellen (‘hindcasting’), laat staan de toekomst (‘forecasting’). Maar een kniesoor die daarop let. We leven immers in een politieke virtuele werkelijkheid wat het klimaat betreft.

Verschillende woordvoerders verklaarden dat het akkoord bindend was. Dat geldt slechts voor een aantal procedurele zaken, maar niet voor de essentie. In tegenstelling tot het huidige Kyoto–akkoord kent de opvolger daarvan geen bindende verplichtingen meer ten aanzien van de terugdringing van de CO2–uitstoot. In plaats daarvan is er een waslijst gekomen van ‘Intended Nationally Determined Contributions’ (INDC’s), waarin de deelnemende landen hun voorgenomen inspanningen hebben gespecificeerd. Maar dat is op basis van vrijwilligheid. Het zijn hoogstens inspanningsverplichtingen. Er staat geen straf op als landen die niet halen – slechts ‘naming and shaming’. Maar wie bekommert zich daar nog om als over vijf jaar blijkt dat de temperaturen niet zijn gestegen of zelfs nog zijn gedaald, hetgeen door een groot aantal wetenschappers nog steeds als een waarschijnlijk(er) scenario wordt beschouwd?

Hoe het ook zij, de opvolger van Kyoto impliceert een significante verlaging van het ambitieniveau. Dus in de ogen van de groenbevlogenen een stap achteruit. Voor westerse landen die tegenstander zijn van ‘decarbonisering’, zoals de Visegrad–landen, is dit bovendien een sterk argument om aan te dringen op een afzwakking van de scherpere doelstellingen van de EU.

Verder kunnen landen ongestraft hun deelname aan het verdrag opzeggen. Het is als een huwelijksakte waarin is bepaald dat men zonder poespas door simpele opzegging kan scheiden, zonder alimentatie te hoeven betalen.

Lees verder hier.

Een ander onopgemerkt ‘detail’ is het feit dat China en India (die tot de grootste emittenten van CO2 behoren) en andere ontwikkelingslanden, economische groei mogen laten prevaleren boven CO2-reductie. Klimaatbevlogenen gaven hoog op van de ‘concessies’ die president Obama destijds van president Xi Jinping had weten los te peuteren over de Chinese bijdrage aan de reductie van de mondiale CO2-uitstoot. Maar bij bestudering van de inhoud van de overeenkomst van Parijs en de ‘U.S.-China Joint Presidential Statement on Climate Change’ blijkt er toch een reuze adder onder het gras te zitten.

David Campbell schrijft daarover:

The UNFCCC is based on an agreement that the emissions of the developing countries can grow unboundedly in pursuit of economic growth and poverty eradication. The major industrialising countries such as China and India are classed as developing countries. The growth of their emissions cannot be and never have been capped and those emissions have grown enormously since 1990, being the principal cause of a concomitant growth in global emissions. Under the UNFCCC, the mitigation policy has always been impossible, has proven to be impossible, and will continue to be impossible. The Paris Agreement confirms, and indeed strengthens, this position.

Bron hier.

En hoe staat het nu met de ondertekening van het akkoord van Parijs? Daar zit bepaald geen schot in, zoals de VN meldt.

Paris agreement Knipsel

Inmiddels hebben 19 partijen getekend, die samen verantwoordelijk zijn voor 0,18 % (!) van de CO2-uitstoot. Dat schiet dus niet erg op. En op grond daarvan zou men toch onmogelijk op het idee kunnen komen dat het hier om een grote – sommigen beweren zelfs: de grootste – bedreiging van de mensheid gaat.

En er zijn meer beren op de weg. Door de Brexit zullen de interne EU-onderhandelingen over de vaststelling van de hoogte van de Europese reductie-doelstelling en lastenverdeling daarvan onder de lidstaten worden bemoeilijkt.

Onder de titel, ‘Brexit Threatens to Pollute EU Plan for National Climate Goals’, schreven Ewa Krukowska en Jonathan Stearns voor Bloomberg:

The U.K. vote to leave the European Union risks stoking a bitter fight among EU governments over sharing the burden of pollution cuts in the transport, farm and building industries, potentially weakening the bloc’s leadership in the battle against climate change.

The European Commission, the EU’s regulatory arm in Brussels, is due on July 20 to propose varying emission-reduction goals for individual member countries so the 28-nation bloc can reach its headline targets for trimming discharges blamed for causing more frequent heat waves, storms and floods. [Bloomberg gaat mee met de verspreiding van dit sprookje, dat zelfs in strijd is  met het SREX-rapport van het IPCC.]

Last month’s U.K. vote to leave the EU caused political shock waves that are penetrating deep into the bloc’s institutions, rattling the decision-making machinery and clouding the outlook for a range of policies including climate protection. [Bloomberg bedient zich hier van het Duitse jargon. Het Duitse klimaatbeleid gaat er vanuit dat de mens het klimaat kan ‘beschermen’. In andere landen heeft men die irrealistische terminologie niet overgenomen.] The turbulence could end up watering down Europe’s emissions-reduction target for the next decade because the remaining EU nations may balk at boosting their effort to compensate for Brexit. …

Once the EU shrinks, the remaining member states would need either to step up their ambition to uphold Europe’s headline goal of cutting emissions at least 40 percent by 2030 from 1990 levels or to loosen that target, risking international criticism. …

Lees verder hier.

Voor klimaatsceptici is dit alles natuurlijk goed nieuws. Hoe meer beren op de weg hoe groter de kans dat de klimaatwaanzin uiteindelijk op de schroothoop van de geschiedenis terecht komt. Voortzetting van de hiatus zou daar bijvoorbeeld toe kunnen leiden. De recente El Niño heeft tot een temperatuurpiek in februari geleid, maar inmiddels heeft La Niña in een paar maanden tijd een temperatuurdaling van 0,5 (!) graad C opgeleverd.

Maar de politiek heeft nu eenmaal een eigen momentum ontwikkeld en is op klimaatgebied inmiddels geheel los gezongen van de werkelijkheid en zelfs in toenemende mate van de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Dat laatste geldt bijvoorbeeld ten aanzien van de zogenoemde klimaatgevoeligheid (het temperatuureffect van een verdubbeling van de CO2-concentratie in de atmosfeer), die thans aanmerkelijk lager wordt geschat dan eerder het geval was.

Maar los daarvan lijken de klimaatonderhandelingen ook uiteindelijk om andere redenen te gaan verzanden. ‘Parijs’ was een mislukking en een stap terug, verpakt als een succes. Maar de goegemeente heeft zich laten bedotten door de misleidende propaganda die daarover is verspreid.

Voor de toekomst voorzie ik dat de regeringen – gedwongen door de weerstand van brede lagen van de bevolking, die daarvan de lasten moeten dragen – hun enthousiasme voor klimaatbeleid zullen verliezen, dat het thema ‘klimaat’ stilletjes van de internationale agenda zal worden afgevoerd en dat het uiteindelijk zal worden bijgezet in het mausoleum van majeure beleidsblunders.