Gasnet wordt waterstofnet

Datum:
  • vrijdag 15 mei 2020
  • in
  • Categorie: , ,
  • Eindelijk na anderhalve eeuw een doorbraak.


    15-5-2020

    Historie 

    Waterstof 

    1863 Eerste auto op waterstof. 
    1874 Jules Verne voorspelt een toekomst op waterstof. 
    1883 Bouw Westergasfabriek waar steenkoolgas wordt gemaakt, een mix van koolmonoxide en waterstof.
    1937 Ramp met de zeppelin Hindenburg. Einde commerciële luchtvaart op waterstof. 

    1945 Olie heeft in WOII steenkool definitief verdrongen als belangrijkste brandstof, later volgt aardgas. Waterstof raakt verder uit de gratie. 
    1952 Waterstofbom getest. 
    1990 Eerste waterstoffabriek in Duitsland. 
    2019 Koning Willem Alexander opent Hystock, de eerste kleine waterstoffabriek in Nederland. 
    2021 De Olympische Spelen in Tokio moeten helemaal op Australische waterstof draaien. 

    Het werd lang genegeerd, maar waterstof wordt nu gezien als hét ontbrekende puzzelstuk voor de energietransitie. 

    Dat werd tijd, vindt hoogleraar economie en energie Catrinus Jepma. „Ik heb nooit begrepen waarom er zoveel geld en aandacht uitging naar groene stroom en zo weinig naar groene moleculen.” 

    Eind maart publiceerde energieminister Wiebes de kabinetsvisie Waterstof. Hij schetst daarin een beeld van Nederland dat in 2050 tot 50 procent van zijn energie uit waterstof haalt en pioniert in de handel en productie. 

    Rekensom 

    Professor Jepma keert zich al jaren tegen de eenzijdige blik op de verduurzaming van het energiesysteem. „Ik heb een grove schatting gemaakt van de kosten tot nu toe. In Europa is er ruwweg 1000 miljard euro in duurzame energie gestoken sinds 2000, met Duitsland voorop. Dat bedrag is voor het overgrote deel direct en indirect naar vergroening van stroom gegaan. Inmiddels is ruwweg een derde van de stroom in Europa groen, dat was in 2000 pas een tiende. Chapeau! Maar slechts twintig procent van alle energie die we gebruiken is elektriciteit. De rest bestaat uit moleculen, nu in hoofdzaak nog aardgas, kolen en olie, dus fossiel. Daarvan is op EU-niveau nog maar een fractie verduurzaamd.” 

    Deskundigen denken dat de maatschappij voor maximaal veertig, misschien vijftig, procent op elektriciteit kan gaan draaien. De hoogleraar: „Niet alles kan. Grote schepen zullen accu’s nodig hebben die zwaarder zijn dan zijzelf en de hoge temperaturen die de industrie nodig heeft zijn onbereikbaar met elektriciteit. En: kun je bestaande huizen met stroom verwarmen als het écht koud is?” 

    We hebben schone moleculen nodig. Koolstofneutrale waterstof kan als enige optie op het vereiste schaalniveau beschikbaar komen, meent hij. Bovendien is ons stroomnet op onderdelen al tjokvol, uitbreiding ervan is landschappelijk controversieel en duur. Waterstof daarentegen kan in principe via ons bestaande aardgasleidingennet vervoerd worden. 

    Groen waterstofgas is eenvoudig te maken. De schoonste methode is door water (H2O) onder stroom te zetten (elektrolyse). Zo ontstaat zuurstof (O2) en waterstof (H). Toch hebben olie, gas en steenkool tot nu toe onze voorkeur gehad. De energieprof: „Je kunt voor olie en gas gewoon een gat in de grond slaan en het stroomt eruit. Daar kan groene waterstof qua prijs nog niet tegenop, dat moet je echt maken met electrolysers, die duur zijn want er is nog geen grote markt voor.” 

    CV-ketels 

    Arthur van Schayk is directeur van Remeha, onderdeel van de BDR Thermea Group, één van de vier grote wereldwijde producenten van cv-ketels. Ook hij gelooft in waterstof, sinds zijn bedrijf na een uitgebreide studie in 2018 besloot in te zetten op onder meer waterstofketels. „Wij denken dat tussen 2030 en 2050 energie in de gebouwde omgeving grofweg voor een kwart uit stroom, een kwart uit warmte en de helft uit gassen gaat bestaan. Wij willen elk van die drie producten hebben. De van-het-gas-af-lobby zat heel goed in elkaar, maar wij zijn er niet van in paniek geraakt. We hebben gekeken of een volledig elektrische samenleving reëel is en we concludeerden al snel van niet.” 

    Ook investeert het bedrijf in ketels die te zijner tijd op waterstof over kunnen, door op het moment van overgang enkele onderdelen, zoals de brander te vervangen, om consumenten een flexibel product te bieden. Met modellen die helemaal op waterstof werken, wordt al geëxperimenteerd in Rozenburg. 

    Of waterstof niet gevaarlijk is? „Elke compacte vorm van energie is gevaarlijk”, zegt Marco Bijkerk, manager Innovative Technologies bij Remeha maar ook af en toe gastdocent. „Als ik over waterstof vertel, is er vaak wel iemand die over die zeppelin begint.” Hij doelt op de Hindenburg, die in 1937 - vliegend op waterstof, in brand vloog. Het betekende direct het einde van de commerciële luchtvaart met op waterstof varende sigaarvliegtuigen. „Maar met de juiste aanpak kan elke vorm van energie veilig gebruikt worden.” 

    Niet alleen in Nederland staat waterstof inmiddels op de kaart. Energiedeskundige Ben Woldring (Gaslicht.com): „In Engeland wordt gedacht om het gasnetwerk bij te vullen met waterstof. Dat is positief, omdat je zo een enorme duurzaamheidsslag kunt maken zonder consumenten meteen op te zadelen met hoge kosten.” 

    Aardgasnet 

    Jepma stelt dat er nog wel wat problemen te overwinnen zijn voor dat in ons land kan, maar dat het een verstandige richting is. 

    „Ons bestaande aardgasnetwerk afbreken is kapitaalvernietiging, het is nog prima bruikbaar voor waterstof.” 

    Edwin van der Schoot

    Noordhollands Dagblad

    0 reacties :

    Een reactie posten