Democratisch deficit

Datum:
  • woensdag 26 november 2025
  • in
  • Categorie: ,
  •  In de de rest van de EU zijn de oude gemeenten er nog in volle glorie.


    26-11-2025


    Democratisch deficit

    Door Peter Rauwerda.

    De laatste tijd is er groeiende onvrede met het functioneren van de Nederlandse democratie, gepaard gaande met een dieptepunt in het vertrouwen in de politiek.

    Wat zijn de oorzaken hiervan?

    Het verlies aan vertrouwen in de politiek in Nederland wordt gewoonlijk toegeschreven aan een combinatie van politieke stilstand, onvervulde beloftes, crisisgevoeligheid en een kloof tussen burger en bestuur. Burgers ervaren dat hun stem weinig invloed heeft op het beleid, wat het gevoel van machteloosheid versterkt.

    Verschillende ontwikkelingen hebben daartoe geleid

    – De vermindering van het aantal actieve deelnemers aan politieke besluitvorming door opheffing van het aantal gemeenten en de afwezigheid van gekozen burgemeesters en commissarissen van de Koning.

    – De typische kenmerken van de Nederlandse formatieproces die het mogelijk maken dat een regeringsakkoord wordt gesloten dat niet overeenkomt met de wensen van de meerderheid van de bevolking.

    – Het cordon sanitaire van de gevestigde partijen jegens een groot deel van het electoraat dat op rechtse partijen stemt, waardoor hen de facto het kiesrecht wordt ontnomen.

    – Het verlies aan soevereiniteit door overdracht van nationale beslissingsmacht aan internationale organisaties.

    De Nederlandse democratie binnen de EU

    De Nederlandse democratie verschilt van die van EU-lidstaten als België, Frankrijk, Duitsland en Italië. Bij de start van de EEG telde Nederland nog ongeveer 1000 gemeenten Nu zijn er nog maar 325 gemeenten over. In de de rest van de EU zijn de oude gemeenten er nog in volle glorie.

    Parijs heeft bijvoorbeeld 19 gekozen burgemeesters met de erbij horende gemeenteraden. In Duitsland  zijn er uitsluiten gekozen burgemeesters. En het aantal gemeenten is niet afgenomen sinds de oprichting van de EU. Hetzelfde is de situatie in Frankrijk en Italië. Zelfs onze meest verwante buurland België heeft een gekozen burgemeester.

    In Nederland gaat het opheffen van gemeenten waarschijnlijk door. En van een gekozen burgemeester wordt nauwelijks nog gesproken

    In verkiezingstijd is er sprake van hoge opkomst en uitbundige campagnes om de Tweede Kamer weer te vullen met nieuwe leden. En telkens gaan daarmee ervaring en rust in het landsbestuur verloren.

    Bart de Wever eerste minister van België heeft de oorspronkelijke oprichterstaten van de EU uitgenodigd om de EU van opgehoopte niet bedoelde bestuurswijzen te ontdoen, ofwel terug naar de oorspronkelijke voornemens. Die tekenen waren er al in 2005 toen zowel Frankrijk als Nederland tegen een Europese Grondwet stemden.

    Frankrijk heeft een poging gedaan de democratie te versterken door naast de door Napoleon gestichte 93 departementen geleid door Parijs aangestelde prefecten, provincies op te richten met gekozen volksvertegenwoordigingen en een gekozen voorzitter. Beide systemen bestaan naast, onder en boven elkaar. En dat kost wat. Zo draagt dat bij aan het grote Franse staatsschuld .

    In de EU is Nederland de minst democratische staat. In Duitsland en België, onze directe buurlanden, wordt de burgemeester gekozen .

    Amsterdam heeft getracht met deelgemeente raden de democratie te versterken. Maar overdragen van bevoegdheden uit de Stopera naar deelgemeenten stootte altijd op hindernissen. De voordelen voor burgers worden niet serieus genomen door de huidige machthebbers.

    Gekozen burgemeesters en commissarissen van de Koning?

    Zijn de provincies niet aan een gekozen commissaris of gouverneur toe ? Moeten het altijd maar weer een oud-politicus of ambtenaar zijn ? De bevolkingen van de provincies kunnen toch hun eigen commissaris kiezen ? Zij kiezen nu toch al de Provinciale Staten ?

    De huidige broedplaats in den Haag voor het landsbestuur heeft grote nadelen wegens gebrek aan betrokkenheid van de plaatselijke bevolking.

    Typische kenmerken van het formatieproces

    De typische kenmerken van de Nederlandse formatieproces maken het mogelijk dat een regeringsakkoord wordt gesloten dat niet overeenkomt met de wensen van de meerderheid van de bevolking.

     

    Verlies van nationale soevereiniteit

    Nederland heeft zich na de Tweede Wereldoorlog bewust verbonden aan internationale organisaties. De Europese Unie bood economische voordelen en politieke stabiliteit, terwijl de Verenigde Naties een platform vormden voor vrede en mensenrechten. In de beginjaren werd deze samenwerking vooral gezien als een kans om handel en veiligheid te bevorderen. Maar naarmate de EU en VN hun invloed uitbreidden naar andere beleidsterreinen, ontstond de perceptie dat Nederland steeds minder zelf kan beslissen.

    Veel Nederlanders ervaren een groeiend onbehagen over het verlies van nationale soevereiniteit aan internationale organisaties zoals de EU en de VN. Dit gevoel komt voort uit de spanning tussen nationale autonomie en de verplichtingen die voortvloeien uit internationale samenwerking.

    Het Nederlandse onbehagen over verlies van soevereiniteit komt sterk naar voren bij klimaat- en energietransitiebeleid, omdat veel van deze doelen en verplichtingen rechtstreeks voortvloeien uit Europese en internationale afspraken.

    De verplichtingen rond Net Zero en de Europese klimaatdoelen raken niet alleen de overheid, maar ook direct de economie, het vestigingsklimaat en de consument.

    Nederland heeft zich gecommitteerd aan de EU-klimaatdoelen: 55% reductie van broeikasgassen in 2030 en klimaatneutraliteit in 2050.

    Volgens het IEA-rapport 2024 blijft Nederland ondanks snelle groei van windenergie en andere hernieuwbare bronnen sterk afhankelijk van fossiele brandstoffen. De energietransitie wordt bemoeilijkt door netcongestie, sociale weerstand en de noodzaak om natuur en infrastructuur in balans te houden. Het kabinet benadrukt dat Nederland minder afhankelijk wil worden van buitenlandse energie en grondstoffen, maar de strategie is sterk verweven met Europese kaders.

    Besluiten over energie-infrastructuur, landbouw en industrie worden in Brussel genomen, terwijl de gevolgen lokaal voelbaar zijn.

    Net Zero wordt door velen gezien als een opgelegde doelstelling die de Nederlandse economie en samenleving dwingt tot ingrijpende hervormingen, zonder dat burgers daar direct invloed op hebben en zonder dat zulks een waarneembaar effect heeft op het klimaat,

    Veel Nederlanders voelen dat de energietransitie hen raakt in hun portemonnee. Stijgende energieprijzen door CO₂-heffingen, emissierechten en de kosten van hernieuwbare infrastructuur belasten industrie en huishoudens. Vooral lagere inkomens ervaren energiearmoede: zij kunnen hun woning niet voldoende isoleren of overstappen op duurzame alternatieven.

    De energietransitie vraagt enorme investeringen in infrastructuur, netbeheer en duurzame technologie. Dit drukt de economische groei. Bedrijven in energie-intensieve sectoren (chemie, staal, landbouw) voelen zich beperkt door Europese klimaatregels en dreigen productie te verplaatsen naar landen met minder strenge normen.

    Nederland profileert zich als koploper in duurzaamheid, maar bedrijven klagen dat het vestigingsklimaat verslechtert door hoge energiekosten en strenge EU-regels.

    Tijdens de Klimaattop in Belém 2025 (COP30) verklaarde onze minister voor Klimaat en Groene Groei, Sophie Hermans:

    Onze ambitie heeft de richting bepaald, maar het waarmaken daarvan vraagt om realisme, flexibiliteit, en voortdurende aanpassing. Voor ons gaan klimaatbeleid, economische kracht en nationale veiligheid nu hand in hand: energie is waar ze samenkomen.

    Energie is klimaat. Energie is economie. En vandaag is energie ook veiligheid. Daarom moeten we koers houden en zekerheid bieden aan de industrieën en gemeenschappen waarop we vertrouwen. Zij moeten weten dat de transitie stabiel, betaalbaar en toekomstbestendig is.

    Zie hier:

    Deze – op zich zeer lofwaardige – ambities staan in schril contrast met de praktijkervaringen van het overeenkomstige beleid in ons buurland Duitsland, waar de ‘Energiewende’ het land naar de economische afgrond leidt. (Zie hier.)

    Het is onverantwoord daarvoor de ogen te sluiten. M.a.w. het roer moet om.

    ***


    Over de auteur

    Peter Rauwerda studeerde nucleaire technologie aan de TU Delft. Daarna was hij hoofd‑ingenieur, directeur en senior consulent. In die hoedanigheid introduceerde hij Frits Bolkestein, na diens loopbaan bij Shell, in de Nederlandse politiek (VVD), en bleef hij gedurende tientallen jaren een van diens naaste adviseurs.

    ***




    2 reacties :

    Anoniem zei

    We hebben in Nederland al lang geen Democratie meer. Alles wordt bepaald vanuit Brussel en als het Brussel niet is is het wel de NAVO die ook onder 1 hoedje speelt met Schoof, u weet wel de ongekozen President van Nederland die via de achterkamertjes opeens als oud Geheime Dienst medewerker als President naar voren werd geschoven door de Deep State van Nederland. Democratie? Laat me niet lachen. We leven in de dictatuur van de Deep State. een heel goed voorbeeld is de Omvolking, ruim 75 % van de Nederlanders is tegen, helaas gaat het gewoon door, hetzelfde met het Klimaatbedrog alsook 5 jaar geleden de Corona Pandemie die gewoon een zware seizoen griep was zoals dat ook het geval was met de Mexicaanse griep. Tot op de dag van vandaag sterven mensen aan de zogenaamde genezende prikken, vandaar ook dat er geen onderzoek naar gedaan wordt in NEDERLAND, wel over de grenzen..

    Anoniem zei

    Het vertrouwen smelt rap weg maar zolang er niks mee wordt gedaan zal het zo doorgaan. Bedenk; zachte heelmeesters.....

    Een reactie posten