Wetenschappelijke consensus over klimaatverandering? Meer dan 99% of minder dan 1%?

Datum:
  • woensdag 8 oktober 2025
  • in
  • Categorie: , , ,
  •  Autopsie van een hardnekkig sprookje.



    8-10-2025


    Wetenschappelijke consensus over klimaatverandering? Meer dan 99% of minder dan 1%?


    Autopsie van een hardnekkig sprookje.

    Door Jules de Waart.

    Meer dan 99% of minder dan 1% consensus over de oorzaken van klimaatverandering? Het lijkt een belachelijke vraag, maar de cijfers 97%, 99% en 1% komen allemaal voor in de serieuze wetenschappelijke literatuur. Soms zelfs bij dezelfde auteurs.

    Het is van groot belang om onderscheid te maken tussen een wetenschappelijke consensus, een politieke consensus en een algemeen maatschappelijke consensus gesteund en gestuurd door een brede coalitie van grote, mainstream media, big tech giganten, fondsen van de overheid en de superrijken, sociale media, WEF, IPCC en grote instituties als NOAA, NASA en verreweg de meeste Universiteiten.

    De politiek consensus is het gemakkelijkst te zien in de slotverklaringen van door het UNFCCC (De United Nations Framework Covention on Climate Change) jaarlijks georganiseerde Conferences of the Parties (CoP).

    Ieder jaar komen 50.000 tot 90.000 deelnemers (sic!) bij elkaar om de lezingen en verklaringen van de vertegenwoordigers van de meer dan 190 leden van het Verdrag, waaronder alle grote landen, toe te juichen. Die CoP’s hebben constant dezelfde boodschap:

    We are facing an imminent man-made climate crisis, requiring urgent action”.

    De Slotverklaringen worden altijd unaniem aangenomen. Het is niet overdreven te zeggen dat de politieke consensus meer dan 95% is. Of beter gezegd wás. De huidige president van de VS Trump noemde in zijn campagne klimaatverandering een “hoax” (een slechte grap) en sprak in zijn recente speech voor de Algemene Vergadering van de VN over “de grootste zwendel die de wereld ooit had gezien”. Het effect van zijn speech is nog niet goed te overzien. De VS stapte uit de Akkoorden van Parijs maar bleef in IPCC en UNFCCC.

    Die overgrote steun (tot nu toe) van de politiek voor een man-made klimaatverandering heeft vanzelfsprekend grote invloed gehad op de maatschappelijke instituties. Maar ook omgekeerd. Veel maatschappelijke actoren hadden hun eigen agenda, hadden hun eigen politieke en financiele redenen en beinvloedden via de media het grotere publiek. Dat heeft ongetwijfeld weer (een deel van) de politiek bepaald. De maatschappelijke consensus is zeer groot. Veel mensen weten niet beter en hebben nog nooit van kritiek op de klimaat consensus gehoord. Ook niet via de “kwaliteitspers” of de universiteiten.

    Maar de wetenschappelijke consensus is een heel wat gecompliceerder verhaal. De koninklijke weg in de wetenschap voert via de “peer reviewed” artikelen in de wetenschappelijke tijdschriften.

    Tellingen en representatieve steekproeven uit de wetenschappelijke literatuur hebben aangetoond dat 95 – 99 % van de peer reviewed artikelen impliciet of expliciet wijzen op een aantoonbare invloed van menselijk handelen op het klimaat. Het resultaat verwondert niet. Al decennia wordt door vrijwel alle klimaatwetenschappers, zowel alarmist of sceptisch, de invloed van de mens op het klimaat – in mindere of meerdere mate – geaccepteerd. Minder dan 1 % van alle wetenschappelijke publicaties wijst iedere invloed van de mens op het klimaat af, echte klimaatontkenners zijn er vrijwel niet.

    Toch is dit niet het hele verhaal. Bij lange na niet. Met “consensus” wordt tegenwoordig vrijwel steeds gedacht aan de overeenstemming met de IPCC-consensus. Dat is de overeenstemming met de stelling dat “menselijk handelen, voornamelijk via de uitstoot van broeikasgassen, de dominante oorzaak is van de opwarming van de aarde”. Dominant betekent hier meer dan 50% van alle mogelijke oorzaken. Ook dat is gemeten in dezelfde tellingen en representatieve steekproeven en het resultaat was dat slechts 0,6 % (minder dan 1 %) van de wetenschappelijke literatuur uitging van een dominante menselijke invloed op het klimaat! Er was dus wel overeenstemming over een expliciete of impliciete rol van (enig aantoonbaar) menselijk handelen, maar niet op een dominante invloed. De wetenschappelijke literatuur steunde de IPCC consensus en de politiek consensus dus nadrukkelijk niet.

    We zien diezelfde tegenstellingen terug in de huidige politieke ontwikkelingen. Op de laatst gehouden Algemene Vergadering van de Verenigde Naties noemde de president van de Verenigde Staten klimaatverandering de, “grootste zwendel die de wereld ooit had gezien”. Zijn opmerkingen leidden tot schrik, ongeloof en shell shock bij de aanwezige regeringsleiders. Trump’s woorden waren wellicht ongepast, maar waren ze ook onjuist?

    Wat zegt de wetenschap?

    Zoals gezegd gaat koninklijke weg in de wetenschap via de artikelen in de peer reviewed tijdschriften. Wat zeggen die?

    We moeten ons hierbij realiseren dat de aantallen enorm en vrijwel onwerkbaar zijn geworden. Op basis van bibliometrische gegevens uit de grote data bases, zoals Scopus en Web of Science kan worden geschat dat het aantal publicaties met de woorden “climate change” en “global climate change” in titel of keywords tussen 2015 en 2025 naar ongeveer 500.000 (!) is gestegen. Er worden soms ook lagere aantallen genoemd, maar nooit minder dan 200.000, de conclusies blijven hetzelfde. Een op hol geslagen publicatiedwang beneemt wetenschappers het zicht. Het zijn onwerkbare aantallen en het is waarschijnlijk dat verreweg de meeste politici, journalisten en klimaatactivisten nog nooit een van die 500.000 artikelen heeft gelezen.

    Klimaatwetenschappers proberen wel te lezen maar zijn meestal druk bezet met college geven, lezingen bezoeken en zelf lezingen houden en artikelen schrijven. Ze hebben vanzelfsprekend een begrijpelijke neiging om vooral te kijken naar hun bekende onderwerpen, namen en meningen. Alarmisten lezen, soms principieel, geen artikelen van sceptici en van de alarmistische artikelen die ze wel lezen meestal alleen de titels en abstracts. Ze zitten in een kleine bubbel in een oceaan.

    IPCC auteurs hebben vaak wat meer tijd voor beoordeling en selectie binnen hun eigen onderwerpen maar ook dit is zeer beperkt. Het IPCC AR 6 rapport geeft 14.000 referenties. Het lijkt indrukwekkend maar is minder dan 5 % van de gepubliceerde literatuur. Bovendien is het IPCC niet verplicht te werken met representatieve steekproeven uit de literatuur; iedere auteursgroep mag zijn eigen literatuur kiezen. Het heeft in het verleden meermalen geleid tot “cherry picking” en keuzes die niet overeenkwamen met de meerderheid van de beschikbare literatuur.

    Het wordt nog erger. De IPCC rapporten, en dan bedoel ik de drie grote rapporten van de Werkgroepen zijn dik – vele duizenden bladzijden – gespecialiseerd en moeilijk. Weinigen lezen ze. Wat wel wordt gelezen, althans door serieuze wetenschappers, politici en journalisten zijn de Summaries for Policy Makers (SPM). Ieder rapport van een Werkgroep begint met zo’n Summary. Maar deze Summaries worden niet geschreven door de wetenschappers zelf. Ze worden voorbereid door wetenschappers en politici en later “line-by-line” gecorrigeerd door het Panel van de IPCC. En dat zijn geen wetenschappers maar vertegenwoordigers van de lidstaten van het IPCC verdrag, meestal diplomaten, politici en ambtenaren van de ministeries. Het doel is de unanieme goedkeuring van de tekst, niet waarheidsvinding. De rapporten van de Werkgroepen worden getoetst aan deze SPM’s en mogen daar niet (veel) van afwijken.

    Maar als de IPCC’s Summaries for Policy Makers en de rapporten van de Werkgroepen van het IPCC geen representatieve samenvattingen geven van de bestaande literatuur, wat dan wel? Hoeveel wetenschappers steunen die IPCC-consensus nu echt? Gelukkig zijn er gezaghebbende artikelen die gebruik maken van echte tellingen en representatieve steekproeven. Ze maken gebruik van het Web of Science en de zoektermen “climate change” en “global climate change”. Ze vertonen veel overlap maar zijn ook vaak controversieel.

    Verreweg het meest geciteerde en meest invloedrijke consensus onderzoek was dat van John Cook (et al) van 2013. Zij onderzochten 11.944 artikelen, geschreven door 29.083 auteurs, in 1980 tijdschriften, die werden gepubliceerd tijdens de periode 1991 tot 2011. De titel van Cook’s artikel luidde: “Quantifying the consensus on anthropogenic global warming in the scientific literature.” Het verscheen in het tijdschrift Environmental Research Letters. Vol. 8 op 15 mei 2013. Cook en zijn team bestudeerden de Abstracts en concludeerden dat in deze artikelen een 97 % consensus kon worden gevonden over het bestaan van een door mensen veroorzaakte opwarming van de aarde.

    Wat de studie van Cook zo interessant maakt is dat hij schrijft dat het doel van de studie was ,

    “to determine the level of scientific consensus that human activity is very likely causing most of the current anthropogenic global warming”.

    Let op het woordje “most”. Hij suggereerde daarmee dat de door hem gevonden 97 % een ondersteuning was van de IPCC consensus. Dat is pertinent onjuist. De uitkomsten van zijn onderzoek laten zien dat slechts 0,6 %, minder dan 1 %, van de onderzochte artikelen de stelling ondersteunde dat

    “humans are the dominant cause of recent global warming”,

    en daarmee de politieke consensus. Daaraan dient te worden toegevoegd dat geen van de betrokken auteurs de AGW-hypothese (AGW= Anthropogenic Global Warming) heeft bewezen.

    De resterende 96 % steunde een impliciete en niet gekwantificeerde uitspraak dat “humans are causing global warming”. Maar dat is een uitspraak waar ook vrijwel alle klimaatsceptici het mee eens zijn. Omdat Cook de resultaten van zijn onderzoek had opgenomen in moeilijk bereikbare Annexen, en niet in het artikel zelf, bleven de fouten enige tijd verborgen. Cook werd ook erg geholpen door een tweet van president Obama van 16 mei 2013 – één dag na het verschijnen van Cook’s artikel (!) – luidend,

    “97 % of scientists agree. Climate change is real, man-made and dangerous”.

    De tweet zat vol fouten maar Cook werd enige tijd onaantastbaar. En zijn 97% ook.

    Pas in 2015 schreef Legates:

    “It is mind-boggling that any journal can publish an article that notes a 97 % consensus on climate change, when from the author’s own figures it must be concluded that the true consensus is below 1%”.


    Legates’s artikel werd geheel genegeerd, hijzelf werd ontslagen. Ook nu nog is Cook’s consensus van 97% is een van de fundamenten van de alarmistische klimaatwetenschap. Het is interessante literatuur omdat het prachtig voorbeeld is van disinformatie. Zonder echt te liegen suggereert Cook dat 97% van alle wetenschappelijke literatuur de, politieke, IPCC consensus steunt terwijl het werkelijke percentage minder dan 1% is.

    Het artikel is makkelijk te vinden op het onvolprezen Google Scholar, maar de zo belangrijke Annexen vind je daarin niet. Daarvoor moet je zijn bij AI sites als ChatGPT, DeepSeek of Grok. Het is even doorvragen. ChatGPT, Wikipidia, Google en DeepSeek, en in mindere mate Grok, zijn afgesteld om in eerste instantie het “politiek correcte” standpunt te geven. Maar stevig doorvragen helpt. ChatGPT leverde binnen een minuut de gevraagde Annexen.

    Cook’s artikel was niet het eerste en zeker niet het laatste. In oktober 2021 publiceerde M.Lynas (et al) een vervolg Cook’s studie voor de periode 2012 tot 2021. Het had dezelfde onderzoek opzet en gebruikte dezelfde categorieën van consensus. En het verscheen ook in hetzelfde tijdschrift, de Environmental Research Letters.”. Lynas vond 88.125 artikelen met de zoekterm “climate change”. Hij vond dat, m.i. terecht, onwerkbaar en ging verder met een representatieve steekproef van 3000 abstractsHij koos als titel:

    “Greater than 99 % consensus on human-caused climate change in the peer-reviewed scientific literature”.

    De titel dekte de lading maar heel betrekkelijk. Velen lazen echter wel de titel en misschien het Abstract, maar niet het hele artikel.

    In tegenstelling tot Cook is hij erg open over zijn resultaten:

    – 19 van de 3000 abstracts ondersteunden de stelling: “Human actions are the primary cause of recent warming”, (dit is de IPCC consensus en is hier 0,6% , vrijwel gelijk aan Cook)

    – 456 abstracts van de 3000 ondersteunden expliciet “some human influence”,

    – 417 abstracts ondersteunden impliciet “some human influence”,

    – 2104 van de abstracts had geen mening,

    – 4 abstracts ontkenden iedere menselijke invloed.

    Je kunt hier niet van een wetenschappelijke consensus spreken. Integendeel. De consensus met de IPCC conclusies was niet “greater than 99%” maar minder dan 1% . Dit betekent dat gedurende de laatste 30 jaar er geen, ik herhaal geen, consensus is geweest tussen de actief publicerende klimaat wetenschappers in de peer-reviewed tijdschriften en de IPCC consensus.

    Lynas zelf vat zijn resultaten samen in een aansprekende figuur (de kleine verschillen met de tabel zijn niet relevant):

    Figuur 1. De wetenschappelijke opvattingen in de peer-reviewed literatuur. Slechts 19 van de 2,718 Abstracts (minder dan 1%) steunt de IPCC–consensus.

    Wat zegt het IPCC er zelf van?

    Het IPCC formuleert zijn bevindingen zowel als feiten als in aannamen. “Feiten” zijn observaties of metingen die met hoge zekerheid vaststaan; zoals ,,,,,, de gemiddelde concentraties van CO2 over de aarde zijn sinds 1850 gestegen van ongeveer 280 tot 420 ppm. Ze zijn over het algemeen niet controversieel.

    Het aantal feiten in de IPCC rapporten is opvallend laag, vrijwel altijd worden de bevindingen verwoord als “aannamen”. Dit zijn projecties en interpretaties die gebaseerd zijn op modellen, scenario’s en expertbeoordelingen. Voor deze aannamen gebruikt het IPCC vertrouwen- en waarschijnlijkheidsschalen om de onzekerheid te kwantificeren. De resultaten worden correct weergegeven. Het IPCC wordt hiervoor, naar mijn mening terecht, geprezen. In zijn eerste rapporten gebruikte het IPCC vooral waarschijnlijkheidsschalen, in de twee laatste rapporten AR 5 en AR 6 spreekt het IPCC bij voorkeur over “vertrouwen” (“confidence”). Vertrouwen werd gedefinieerd als het vertrouwen dat de auteurs van de Werkgroepen hebben in hun eigen aannamen.

    In de laatste twee rapporten staan vele duizenden aannamen en het vertrouwen dat de auteurs er in hebben. Michael Coren (et al) telde al die duizenden en publiceerde daarover in het tijdschrift Quartz van 9 augustus 2021.

    In het AR 5 is het vertrouwen opvallend laag. Twintig procent van de bevindingen kreeg een “laag vertrouwen”, 37% een gemiddeld vertrouwen, 36% een hoog vertrouwen en maar 6% een zeer hoog vertrouwen. Dit betekent dat de wetenschappelijke basis van de Akkoorden van Parijs (en dat was het AR 5) slechts een (hoog) vertrouwen had van maar 42 % van de wetenschappers van het IPCC! Gezien de enorme economische, politieke en maatschappelijke consequenties van de Akkoorden van Parijs was dit onaanvaardbaar laag. Maar vrijwel niemand wist het of sprak/schreef er over.

    Coren schrijft dat in het AR 6 het “vertrouwen” sterk was gestegen. “Zeer hoog vertrouwen” was nog steeds 6 %, maar het hoog vertrouwen was gestegen tot 56 %. Laag vertrouwen was gedaald naar 6 %. Het IPCC verklaarde niet waardoor deze opvallende stijging was veroorzaakt. Was het een herstel van het zelfvertrouwen, robustere wetenschap? Of toch vooral politieke druk? Maar ook in het AR 6 is een “hoog vertrouwen” in de aannamen, met 62 % nog opvallend laag. Veel te laag om te mogen concluderen dat er een wetenschappelijke consensus zou zijn.

    Dus ook de wetenschappers van het IPCC zelf geloofden niet erg in een wetenschappelijke consensus. Net als de auteurs van de wetenschappelijke artikelen tussen 1991 en 2021.

    Figuur 2.Hoeveel “vertrouwen“ heeft de IPCC in haar eigen aannamen?

    Tot slot

    Ondanks de grote tot zeer grote twijfels die er vanuit een grote meerderheid van de wetenschappers bestaat tegen de (politiek gemotiveerde) IPCC consensus is bij velen het geloof in en de steun voor de officiele standpunten van het IPCC, zoals verwoord in de SPM’s, tot nu toe overeind gebleven. Overheden baseren hun beleid nog steeds op hun geloof in de grote gevaren van een antropogene opwarming van de aarde en op hun beleid om CO2 terug te dringen, ook al kan dat duizenden miljarden kosten. Media gaan door met hun censuur op sceptische uitingen, op universiteiten houden sceptici zich muisstil uit angst voor repercussies. De Secretaris Generaal van de VN sprak van komende “kokende oceanen” en een atmosfeer waarin ademen onmogelijk zou zijn. Het was grote onzin, maar hij werd door niemand tegengesproken.

    Hoe kan een klimaatbeleid dat duizenden miljarden kost en berust op zo’n labiele basis zo lang het heersende paradigma blijven? Is hier toch sprake van een ongewenste invloed van de politiek, de media en de grote klimaat-instituties op de wetenschap? Je zou het zo denken, maar dat lost de vraag “waarom deden ze dat?” niet op.


    Zal het besef dat de alarmistische klimaatwetenschap niet “settled” is kunnen bijdragen aan een ander beleid? Een beleid dat natuur en milieu beschermt zonder de economie blijvende schade te berokkenen? Dat een grondslag kan vormen voor een gedachtewisseling van alarmisten en sceptici? Het is nodig maar niet makkelijk. Het vereist een open blik naar nieuwe wetenschappelijke opvattingen over het klimaat, de bereidheid om terug te komen op oude standpunten, meerjarenramingen aan te passen en het vigerende mitigatiebeleid om te bouwen naar een adaptatiebeleid. Om geld dat al toegewezen is aan mitigatie in te zetten voor andere projecten en andere doelen.

    Er is politieke wil voor nodig en het zal nog moeilijk worden.

    ***

    Over de auteur

    Jules de Waart is van huis uit fysisch geograaf. Hij was onder meer Tweede Kamerlid (PvdA).

    Hij is auteur van twee boeken over het klimaatthema.

     

    Beide boeken zijn onder andere hier en hier verkrijgbaar:

    Verplichte literatuur voor klimatofielen van alle gezindten.

    ***





    1 reacties :

    Anoniem zei

    Zou het niet verstandig zijn om deze uitleg eens te overhandigen aan dat domme gansje van de VVD, Sophie Hermans?

    Een reactie posten