de geldigheid van het uitsluitend toeschrijven van de recente opwarming van de aarde aan door de mens veroorzaakte broeikasgasemissies wordt in twijfel getrokken.
30-10-2025
Opwarming van de aarde en de ‘onmogelijke’ stralingsonbalans
Rudi Creemers selecteerde een aantal passages uit een recent artikel van Ad Huijser. (Zie hier.)
***
Volgens de hypothese van de antropogene opwarming van de aarde (AGW), die de opwarming van de aarde uitsluitend toeschrijft aan stijgende concentraties broeikasgassen, wordt de waargenomen toename van de stralingsonbalans op aarde volledig veroorzaakt door antropogene broeikasgasemissies.
Een vergelijking van de waargenomen stralingsonbalans in de atmosfeer van de aarde met de veronderstelde trend van broeikasgasforcering laat echter zien dat deze laatste onvoldoende is om de eerste te verklaren. Deze discrepantie blijft bestaan, zelfs wanneer de relatief hoge stralingsforceringswaarden voor CO2 worden gebruikt die zijn aangenomen door het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), waardoor de geldigheid van het uitsluitend toeschrijven van de recente opwarming van de aarde aan door de mens veroorzaakte broeikasgasemissies in twijfel wordt getrokken.
Deze analyse concludeert dat ongeveer twee derde van de waargenomen opwarming van de aarde moet worden toegeschreven aan natuurlijke factoren die de inkomende zonnestraling verhogen, en slechts een derde aan stijgende broeikasgasconcentraties. Samengevat impliceren deze bevindingen een veel lagere klimaatgevoeligheid dan gesuggereerd door de door het IPCC goedgekeurde Global Circulation Models (GCM’s).
Het testen van de AGW-GHG-only-hypothese
Zelfs de grote waarde van het IPCC voor de trend in broeikasgasforcering kan de trend in de waargenomen stralingsonbalans helemaal niet verklaren. Het ontkracht direct de AGW-hypothese met broeikasgassen als enige drijvende krachten achter de opwarming van de aarde.
Klimaatverandering en de belangrijke rol van zonneforcering
Dit leidt ons tot de conclusie dat de klimaatverandering halverwege de jaren 70 niet werd geïnitieerd door toenemende broeikasgasconcentraties, maar eerder door een verandering in de trend van zuidwestelijke kanaalforceringen. Tijdens de voorafgaande afkoelingsperiode hebben stijgende CO2-concentraties de afkoeling mogelijk deels verzacht, maar niet ongedaan gemaakt. Toen de trend van de zuidwestelijke forcering eenmaal positief was, begonnen broeikasgassen simpelweg een reeds opwarmende klimaattrend te versterken.
Oppervlakte-albedo-feedback
Met een temperatuurtrend van 0,015 K/jaar impliceert dit een oppervlakte-albedo-feedbackparameter λSA ≈ 0,3 W/m²/K, iets lager dan de AR6-schatting van het IPCC. Maar zelfs met hun waarde λSA = 0,35 ± 0,25 W/m²/K, levert dit een maximale bijdrage van slechts 0,005 W/m²/jaar aan dFSW/dt op. Dat is nog steeds veel te klein om de waargenomen trend te verklaren.
Wolken feedback
Met de waargenomen trend van de oppervlaktetemperatuur dTS/dt = 0,015 K/jaar, in lijn met de trends van de oppervlaktetemperatuur in de overwegend oceanische wolkenvormende gebieden, berekenen we een bijdrage van de wolkenfeedback van slechts 0,006 W/m²/jaar. Aangezien slechts een derde van de opwarming wordt toegeschreven aan broeikasgassen, bedraagt het antropogene aandeel van deze feedback ongeveer 0,002 W/m²/jaar.
Impact en implicaties van gecombineerde feedback
Deze analyse onderstreept een fundamenteel punt: klimaatfeedbacks zijn geen externe modificatoren van klimaatgevoeligheid; ze zijn inherent aan het systeem. Hun gecombineerde effect is al ingebed in de klimaatresponsfunctie. De behandeling door het IPCC van feedbacks als additieve componenten die worden gebruikt om hoge gevoeligheden in GCM’s te “verklaren”, is conceptueel gebrekkig. Fysiek wordt het klimaat van de aarde bepaald door de massabalans van water in al zijn fasen: ijs, sneeuw, vloeistof, damp en wolken.
De dynamiek tussen deze fasen is temperatuurgevoelig en vormt de feedbackprocessen. Feedbacks zijn niet zomaar toevoegingen aan het klimaatsysteem, ze vormen ons klimaat.
Samenvatting en conclusies
Deze analyse toont aan dat een scenario van opwarming van de aarde dat uitsluitend wordt veroorzaakt door broeikasgassen (BKG’s) niet strookt met meer dan 20 jaar aan observaties vanuit de ruimte en de warmte-inhoud van de oceaan. De standaardhypothese van antropogene opwarming (AGW), die alle
waargenomen opwarming toeschrijft aan stijgende broeikasgasconcentraties, met name CO2, kan de waargenomen trends niet verklaren. In plaats daarvan lijken natuurlijke factoren, met name de langdurige toename van inkomende zonnestraling een significante en waarschijnlijk dominante rol te spelen in de opwarming van de aarde sinds midden jaren 70.
Bovendien lijkt de waargenomen toename van de stralingsbalans van de aarde grotendeels los te staan van BKG’s. In plaats daarvan correleert het sterk met natuurlijke processen die de toename van de inkomende zonnestraling veroorzaken. Beweringen over een “versnelling” van de stralingsonbalans als gevolg van broeikasgasemissies worden niet ondersteund door de trend in nauwkeurig gemeten broeikasgasconcentraties.
***
Zie voor het volledige artikel hier.
***

1 reacties :
Nu zelfs grootverdiener Bill Gates aan alle doem denk verhalen zelfs heeft gezegd dat het Klimaatverhaal onzin is, zal het nog wel een jaar of wat duren voordat het in de Nederlandse politien en corrupte maatschappelijke instanties zal zijn doorgedrongen, maar het zal ooit eens gaan gebeuren.
Een reactie posten