De zondagse beschouwing van Jan van Friesland.
27-10-2025
Opgelet voor Bontenbal, Timmermans en Yeşilgöz: premier Wim Kok (PvdA) en het vergeten ideaal van regeren voor iedereen
Toen Wim Kok in de jaren negentig zei dat hij ‘er wilde zijn voor alle Nederlanders’, raakte hij aan iets fundamenteel democratisch. Niet alleen was het een bestuurlijk kompas voor het ambt van minister-president, het weerspiegelde ook de overtuiging dat leiderschap in een verdeelde samenleving pas betekenis krijgt wanneer het boven kampen, partijen en tegenstellingen uitstijgt. Die houding wortelde mogelijk in zijn sociaal-democratische achtergrond, waar solidariteit niet alleen een economische maar ook een morele categorie is. Hij sprak zijn woorden weliswaar uit in een tijd van relatieve rust, waarin de paarse coalities een beroep deden op pragmatisme boven ideologie. Het was de kunst van het samenbrengen — van het verbinden van links en rechts, progressief en behoudend, stad en platteland — die Kok tot leider maakte van een tijdperk toen Nederland nog als één natie zichzelf in de spiegel kon kijken. ‘Er zijn voor iedereen’ werd bewaarheid tijdens de hectische dagen na de moord op Pim Fortuyn. Kok sprak de juiste woorden, hoewel hij Fortuyn openlijk met woorden had bestreden.
Tijdens de campagne in 1994 hield Kok als PvdA-leider weliswaar de mogelijkheid van samenwerking met het CDA voor de gang naar de stembus open, maar hij benadrukte wel steeds dat Nederland toe was aan een ‘nieuwe bestuursstijl’ zonder ideologische oude verhoudingen. Maar hij liet eerst de kiezer spreken: argumenten hadden nog vrij baan en het stemhokje was een vrijplaats. Pas na de verkiezingsuitslag van 3 mei, toen het CDA zwaar verloor (−20 zetels) en de PvdA ondanks verlies de grootste partij bleef, koos hij uiteindelijk bewust de richting van een coalitie met VVD en D66 – zonder het CDA. De Nederlandse kiezer was immers naar de stembus geweest?
Anno 2025 lijkt dat democratische ethos ver te zoeken. Mogelijke kandidaat-premiers als Henri Bontenbal (CDA), Frans Timmermans (GL-PvdA) en Dilan Yeşilgöz (VVD) uiten zich in verheven moraliteit waarbij inmiddels sprake is van pure uitsluiting van partijen met wie men ‘niet wil samenwerken’. En de politieke loopgraven worden steeds dieper. Wij als kiezers, links of rechts, hebben het nakijken. Vanuit het perspectief van klimaatrealisme, zei Bontenbal eergisteren:
‘Wie op de PVV stemt, staat straks in de kou.’
Of eerder in een weggemoffelde tweet:
‘Je kind zou maar te maken krijgen met de gevolgen van klimaatverandering omdat één of andere anti‑klimaatbeleid gekkie steeds maar weer desinformatie de wereld in hielp. Kunnen we die mensen niet strafrechtelijk vervolgen?’
Is hij straks de premier die deze, door hem zelf veroorzaakte vernedering van groepen burgers, moet ombuigen in politiek vertrouwen?
Ook Timmermans liet eerder bij de vorige verkiezingen weten dat GroenLinks-PvdA
‘pas over deelname aan een coalitie wil praten als de extreemrechtse PVV definitief is afgehaakt.’
Timmermans nu ook weer met een zelfde soort riedel:
‘Vrienden, onze taak is helder. Wij zullen niets nalaten om te voorkomen dat Wilders in dit land aan de macht komt.’
Is hij straks onze premier die het wantrouwen in de democratie moet herstellen, wat hij zelf alsmaar heeft aangewakkerd?
En dan nog toekomstig premier Yeşilgöz (VVD) die de deur voor de PVV als eerste heeft dichtgegooid voor de kiezer:
‘PVV is een man met een Twitteraccount, verder niks.’
Wim Koks uitspraak klinkt vandaag bijna ouderwets: een echo van redelijkheid in een tijd van verharding. Maar juist dat maakt haar relevanter dan ooit.
Strategische manipulatie van lijsttrekkers bij verkiezingen lokt strategisch stemmen uit bij de burger: grote groepen kiezers stemmen niet meer op persoon & program om de werkelijke inhoudelijke redenen. Die houding van uitsluiting heeft uiteindelijk een tegengesteld effect. Want wie ‘de ander’ principieel uitsluit, verbreekt precies dat maatschappelijke weefsel waaruit democratie haar kracht en vertrouwen put. Het ondermijnt het vertrouwen in democratisch verkregen politiek gezag. Het zal zich uitbetalen in nog meer verdeeldheid en politieke onrust. Het zal de voortwoekerende weerzin tegen instituties versterken. Het vertrouwen in de politiek als geheel en het ambt van minister-president in het bijzonder, krijgen zo knauw op knauw.
Wim Koks uitspraak klinkt vandaag bijna ouderwets: een echo van redelijkheid in een tijd van verharding. Maar juist dat maakt haar relevanter dan ooit. ‘Er zijn voor alle mensen’ is geen politiek trucje of holle slogan. ‘Premier’ Bontenbal over andersdenkenden:
‘Bij klimaatsceptici vraag ik me altijd af wat hun werkelijke beweegredenen zijn. Veel klimaatsceptici hebben in mijn optiek een dubbele of diepere agenda’.
‘Premier’ Timmermans in politieke oorlogstaal:
‘Europees links moet zich verenigingen tegen rechtse pogingen om het klimaatbeleid te saboteren.’
Zonder een vermogen tot een faire gedachtewisseling vooraf in het coalitieland wat wij zijn, verandert democratie in tribalisme — en verliezen leiders hun moreel mandaat nog vóór ze het torentje kunnen veroveren.
***

0 reacties :
Een reactie posten