Bron Roy Spencer.

Gegeven de verbondenheid van de Nederlandse economie met die van onze Oosterburen zullen wij daarvan eveneens de negatieve gevolgen merken. Kortom: klimaatbeleid maakt meer kapot dan je lief is.

Door Fritz Vahrenholt.

Hoewel de wereldwijde temperaturen in september met 0,14 graden Celsius zijn gestegen ten opzichte van augustus, blijft de afkoelingstrend intact. De Amerikaanse National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) voorspelt dat er deze winter een koele La Niña in de Stille Oceaan zal ontstaan, wat ook zal leiden tot een daling van de wereldwijde temperaturen.

Met elk nieuw windpark en elke nieuwe zonne-energiecentrale wordt de leveringszekerheid fragieler zolang betrouwbare, regelbare elektriciteitscentrales blijven sluiten. De Bundesnetzagentur verwacht dat alle steenkool- en bruinkoolcentrales uiterlijk in 2031 offline zullen zijn. Tijdens periodes van windstilte – goed voor een derde van de jaarlijkse uren – en een gebrek aan zonnestraling in de winter zal de elektriciteitsvoorziening in Duitsland dan niet langer gegarandeerd zijn.

Aangezien de federale overheid vastberaden blijft vasthouden aan de ongebreidelde uitbreiding van hernieuwbare energiebronnen en de financiële last voor kolencentrales als gevolg van de stijgende CO2-prijzen, is een ineenstorting van de leveringszekerheid in Duitsland tegen 2030 te verwachten. Met een verwachte CO2-prijs van € 120/t CO2 zullen exploitanten van kolencentrales hun centrales niet langer rendabel kunnen exploiteren. (Rapport over de leveringszekerheid, p. 20) Zelfs het Bundesnetzagentur, onder leiding van GroenLinks-lid Klaus Müller, stelt in zijn rapport over de leveringszekerheid:

“De leveringszekerheid in Duitsland is gegarandeerd als er tegen 2035 extra regelbare capaciteit van 22.400 MW (streefscenario) tot 35.500 MW (vertraagde energietransitie) wordt gebouwd.”

Tegen 2030 zal er al een tekort van 17.000 tot 21.000 MW zijn. Dat betekent 40 gasgestookte centrales tegen 2030 en in totaal 70 gasgestookte centrales tegen 2035.

Deze gasgestookte centrales kunnen de komende vijf jaar nooit worden gebouwd. Wereldwijd zijn er in feite drie gasturbinefabrikanten: Siemens Energy (24% marktaandeel), GE Vernova (25%) en Mitsubishi (22%), die samen meer dan 70% van de markt bedienen. Deze fabrikanten zijn tot 2030 volgeboekt. De benodigde 70 Duitse gascentrales zijn daarom nog niet opgenomen in de plannen van de gasturbinefabrikanten (zie onderstaande bron Bloomberg)

Deze explosieve ontwikkeling heeft twee belangrijke oorzaken. Ten eerste zullen er alleen al in de VS tegen 2028 50 gasgestookte elektriciteitscentrales worden gebouwd om te voldoen aan de enorme vraag naar nieuwe datacenters. Ten tweede groeit de vraag naar gasgestookte elektriciteitscentrales in ontwikkelingslanden om in hun energiebehoeften te voorzien. Alleen al Vietnam is van plan om tegen 2030 22 gasgestookte elektriciteitscentrales te bouwen met een capaciteit van 22.000 MW.

De prijzen voor gasturbines zijn inmiddels verdrievoudigd. Duitsland zou in het beste geval gasturbines uit ontwikkelingslanden kunnen halen tegen nog hogere prijzen. Dit zou dan betekenen dat Vietnam, Indonesië of Pakistan hun toevlucht zouden nemen tot kolen.

Er zal niets worden gewonnen in termen van totale emissies als Duitsland zijn kolengestookte elektriciteitscentrales vervangt door gasgestookte elektriciteitscentrales. Maar wie verwacht er nu een realistisch, weldoordacht energiebeleid in Duitsland? Terwijl andere landen hun economische groei financieren met gasgestookte elektriciteitscentrales, wil de Duitse federale overheid alleen maar de misleidende weg van de energietransitie veiligstellen tegen extreem hoge kosten. Om dit te financieren, wil de regering-Merz het voorstel van voormalig bondsminister Habeck gebruiken om een ​​speciale heffing op elektriciteit in te voeren van maximaal 2 cent per kWh. Voor een tweepersoonshuishouden komt dit neer op € 80 per jaar; voor de maakindustrie vormt deze heffing een extra nadeel in de wereldwijde concurrentiestrijd.

De Bundesnetzagentur is van plan de Duitse industrie opnieuw te vernietigen.

Het Bundesnetzagentur gaf in zijn onlangs gepubliceerde rapport over de leveringszekerheid al aan dat het het oude Habeck-plan zou blijven nastreven, volgens hetwelk de industrie een noodoplossing zou worden voor het mislukte energiebeleid door te worden aangemoedigd om zoveel mogelijk te produceren wanneer de zon schijnt en de wind waait. De energie-intensieve industrie dacht dat dit absurde plan met het vertrek van de Groenen uit het federale kabinet van de baan was. Maar de groene machtsmakelaars in de hogere federale autoriteiten, in dit geval Klaus Müller als hoofd van het Bundesnetzagentur, zetten de toon. De samenvatting van het rapport (p. 7) stelt dat leveringszekerheid alleen kan worden bereikt als de vraag naar elektriciteit flexibeler wordt gemaakt. Hij waarschuwt:

“Een gebrek aan flexibiliteit zou de behoefte aan extra regelbare capaciteit, zoals elektriciteitscentrales, om de leveringszekerheid te waarborgen, verder kunnen vergroten.”

Müller en het Bundesnetzagentur werken onvermoeibaar in het kader van het AgNES-project (Raadplegingsprocedure voor de vaststelling van algemene nettarieven) om de 560 bedrijven in Duitsland die 24 uur per dag, 7 dagen per week op volle capaciteit produceren, te bestraffen als ze gelijkmatig elektriciteit van het net afnemen, en om bedrijven die hun productie aanpassen aan de wind- en weersomstandigheden te bevoordelen.

Deze bedrijven in de chemische, metaal-, papier-, glas- en voedingsmiddelenindustrie ontvingen eerder al een zogenaamde basislastkorting vanwege hun gelijkmatige netbenutting. Deze korting van in totaal € 1,42 miljard, die nu komt te vervallen, is van vitaal belang voor de grondstoffenindustrie. Dit geldt met name wanneer – zoals te verwachten valt – de netkosten massaal zullen stijgen door de netuitbreiding voor de energietransitie: met 7 eurocent/kWh voor de industrie en 20 (!) eurocent/kWh voor particuliere huishoudens. Deze cijfers zijn onlangs berekend door het Energie-Economisch Instituut van de Universiteit van Keulen. Dit zou de resterende industriële sector verwoesten en particuliere huishoudens treffen met een elektriciteitsprijsstijging van meer dan 50%.

De productie van koper of glas, evenals datacenters, kan niet in een stop-and-go-modus functioneren. Ongeveer een derde van de elektriciteit in de metaalverwerkende industrie wordt verbruikt voor het functioneren van milieubeschermingssystemen, zoals rookgasreinigings- en afvalwaterzuiveringsinstallaties. Moeten de elektrostatische filters worden uitgeschakeld als de zon niet schijnt?

Het Bundesnetzagentor heeft nu de zwakte van zijn absurde planning erkend en komt nu met het idee dat industriële bedrijven batterijen zouden kunnen installeren om de fluctuerende stroomvoorziening consistenter te maken. Dus: omdat politici betrouwbare energiecentrales hebben laten vernietigen en zonne- en windenergiecentrales, die zijn vrijgesteld van de financieringskosten van het elektriciteitsnet, alleen onbetrouwbare elektriciteit leveren, moet een industrieel bedrijf dan honderden miljoenen euro’s investeren in batterijen om zijn eigen betrouwbare stroomvoorziening te creëren?

Zoals de directeur van Kali- und Salz het treffend verwoordde in een interview met de Frankfurter Allgemeine Zeitung:

“Zo nu en dan wordt ons op de kapitaalmarkt gevraagd of we gek zijn omdat we in Duitsland produceren.”

Deze waanzin heet Duits energiebeleid, dat tot het bittere einde wordt uitgevoerd door Robert Habecks groene paladijnen. Het Bundesnetzagentur is een ondergeschikt agentschap van het Bondsministerie van Economische Zaken en Energie. Hoe lang is minister van Economische Zaken Katharina Reiche van plan toe te kijken hoe Müller nog meer spijkers in de doodskist slaat om de Duitse industrie te vernietigen?

Hoe lang kan de bondskanselier de andere kant opkijken wanneer de Duitse industrie onder zijn bondskanselierschap wordt opgeofferd op het groene altaar van de energietransitie?

10 jaar Klimaatakkoord van Parijs – Verbruik van steenkool, olie en gas blijft wereldwijd stijgen

Net op tijd voor de klimaatconferentie in Brazilië trekt het Stockholm Environment Institute een ontnuchterende conclusie: buiten Duitsland en Europa houdt vrijwel geen enkel land zich aan de afspraken in het Klimaatakkoord van Parijs. Van de 195 ondertekenende landen meldden er slechts 15 vóór de deadline van 10 februari 2025 hun handtekening. Na een respijtperiode in september deden slechts 70 dat. De belangstelling van landen voor klimaatbeleid lijkt niet langer bijzonder groot. De angstaanjagende waarheid voor klimaatalarmisten is dat de meeste landen een aanhoudende toename van het gebruik van steenkool, olie en gas meldden. Rapporten laten een stijging zien van 30% in het wereldwijde kolenverbruik tegen 2030, 25% in het olieverbruik en 40% in het gasverbruik ten opzichte van 2015.

Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) hoopte de wereldwijde CO2-uitstoot tegen 2030 met 45% te verminderen ten opzichte van 2010, maar deze blijft nu stijgen (zie grafiek met gegevens van het Stockholm Institute). De CO2-cijfers houden nog geen rekening met de terugtrekking van de VS uit het Klimaatakkoord van Parijs.

India zal dit decennium 25% meer CO2 uitstoten, omdat 70% van zijn elektriciteit met kolen wordt opgewekt. Ook China zal tot 2030 blijven groeien. Het nieuwe vijfjarenplan voorziet in honderden extra kolencentrales.

 

Fritz Vahrenholt.

Twee opmerkingen moeten worden gemaakt over de grafiek.

1. Ik heb de Duitse emissies toegevoegd aan de grafiek van het Stockholm Institute.
2. De 1,5-gradencurve van het IPCC is gebaseerd op klimaatmodellen die ten onrechte aannemen dat de opwarming van de afgelopen 150 jaar voor 100% te wijten is aan de toename van CO2 in de atmosfeer. In de afgelopen 20 jaar heeft het broeikaseffect van CO2 hooguit 20% van de opwarming veroorzaakt, terwijl 80% te wijten is aan de toegenomen directe zonnestraling door de afname van de bewolking. Daarom moeten de IPCC-curven met de grootste scepsis worden bekeken.

Volgens de plannen van de 195 landen zal de wereld in 2050 30% meer olie en 60% meer gas verbruiken dan nu, en slechts 25% minder steenkool dan in 2020 (zie de grafiek van het Stockholm Institute hieronder).

Het Duitse energiebeleid zal hier niets aan veranderen. Het enige wat wel zal veranderen, is de welvaart van de Duitse burgers.

***