Knoeien met energie blijft altijd knoeien met welvaart.
19-6-2025
Doemdenken is van alle tijden
‘Du choc des opinions jaillit la vérité.’
Dit is een reactie op de bijdrage van Gerard d’Olivat hier.
Door Jozef Leen.
Het artikel is op zich heel goed geschreven, maar ….
1. Doemdenken is van alle tijden
In de naoorlogse periode bij de opkomst van kernenergie waarschuwden de toenmalige onheilsprofeten van dienst voor het nakende, nijpende tekort aan fossiele brandstoffen. Kernenergie was toen het zaligmakende, passende antwoord.
Nu is het bij de zogenaamde “renaissance” van kernenergie plots krak andersom. Zelfs de voorspellingen over de voorraad termijnen in het “utopische wensdenken”, toen en nu, zijn gelijkaardig.
“Much ado about nothing”. Er wordt blijkbaar altijd wel wolf geroepen.
2. Erger nog, mythes zijn ook van alle tijden.
“Erger nog” omdat één mythe meer schade kan aanrichten dan duizend leugens. Voorbeelden moeten niet ver gezocht worden: de Lysenko dwaling, de Grote Sprong Voorwaarts, de Heksenjacht en nu de Groene Verdwazing. Vaak vinden die hun oorsprong in angst en onwetendheid. “Tegen domheid zijn de Goden niet opgewassen”, schreef ooit von Schiller.
Toch worden vroeg of laat en spijtig genoeg meestal laat, mythes altijd achterhaald door de harde werkelijkheid gewoonlijk in de vorm van fysische of economische wetmatigheden of omdat Jan-met-de-pet ten lange leste wel ziet dat hij een poot wordt uitgedraaid.
De Tsjernobyl ramp en de opvolging ervan maakten de Sovjet ideologen en de wereld heel duidelijk dat je niet zomaar een goedkoop loopje kan nemen met kernenergie. Krakkemikkige, inherent onveilige grafiet reactoren open en bloot opgesteld, een schromelijk gebrek aan opleiding en een zoekgeraakte veiligheidscultuur werden uiteindelijk duur betaald.
Voeg daar nog de natuurramp in Fukushima aan toe en je hebt een rijke voedingsbodem voor een reactieve politiek van groene beunhazen wat even goed een vorm van een mythe is.
3. “De (uranium) voorraad die er niet is”
Die voorraad is geen pure kwestie van natuurlijke reserves, maar ook van prijszetting. Dat was en is trouwens eveneens het geval met olie en steenkool.
Productie is iets anders dan voorraden. De grootste deposito’s, ongeveer een kwart van de gekende, erkende wereld voorraad, zit in Australië. Dat wordt niet eens vermeld in het artikel. Ook alternatieve ertsen worden niet genoemd.
Ernstige ramingen van beschikbare brandstof voorraden liggen in een range van 50 tot 250 jaar, helemaal niet op de bodem van de d’Olivat berekening.
Die “bierkaart berekening” houdt trouwens ook geen rekening met bijvoorbeeld MOX (= Mixed Oxides) brandstoffen. Het is een technologie die het hergebruik van Plutonium, een “restproduct” van kernsplijting, mogelijk maakt.
Ook Borssele heeft samen met tientallen andere kerncentrales een vergunning voor het gebruik van MOX. Dat resulteert in een uranium brandstofbesparing van ongeveer 6 %, toch niet niks. Dat percentage wordt eerder politiek (plutonium proliferatie) begrensd dan technisch.
Overigens was de MOX technologie een Belgisch initiatief. De eerste PWR in Europa, de BR3 uit de vroege jaren zestig, werd ook voor het eerst geladen met MOX elementen waarbij het plutonium door de VS werd geleverd. Het getuigt van meer branie dan kennis om dergelijke technologische ontwikkelingen af te doen als bijkomstig.
Ik lees ook nog “de CO2 uitstoot van uraniumwinning, transport, verrijking, constructie en onderhoud blijft buiten beeld in het opgepoetste narratief — maar ze zijn er wel degelijk, en ze nemen toe naarmate de ertsen armer worden en de afstanden groter”. Het hoog hangend fruit heeft dezelfde kwaliteit als het laag hangend fruit. Einde van een tendentieus verhaal.
4. “En dan zijn er de vaak opgevoerde mirakels: uranium uit zeewater, breederreactoren, thoriumcyclus”
“Groot-Brittannië zet daarnaast in op Small Modular Reactors (SMR’s), hoewel die voorlopig vooral op de tekentafel bestaan”.
Het is altijd grondig fout en erg verwaand om laatdunkend te spreken over onderzoek en ontwikkeling. De gloeilamp is niet uitgevonden door de kaars te verbeteren. Overigens als de wetenschappers exact zouden weten waar ze mee bezig zijn is het geen research meer. Als het allemaal dan toch veel te duur is, zullen we dan ook maar het kankeronderzoek stoppen?
Qua “opgevoerde mirakels” is ten eerste het gebruik van Thorium een logische optie, absoluut geen mirakel. SMR’s bestaan niet alleen op de tekentafel, ze dobberen al bij de tientallen rond in de wereldzeeën als krachtbron van nucleaire duikboten. Als je bij de klassieke PWR of BWR technologie blijft is miniaturisatie geen enkel probleem. Het wordt anders als het SMR concept verward wordt met heet zout technologie of lood gekoelde reactoren.
Het is verontrustend en vervelend dat voortdurend pseudo betweters de hoge noten spelen in het nucleair orkest.
In België had destijds de verantwoordelijke federale minister van Energie, Tinne Van Der Straeten, van Groen een diploma “Afrikanistiek” van de UGent. Ik had een plaatsvervangende schaamte toen ze in het straatarme Namibië, samen met onze koning, met miljarden ging zwaaien die er niet zijn om een groene waterstof fabriek te bouwen gebaseerd op zonne energie; nog maar ’ns een mythe. De lokale bevolking hééft niet eens stroom- of watervoorziening.
De huidige Vlaamse minister van Energie, Melissa Depraetere, heeft een diploma Sociologie, ook van de UGent. Wat gaan we hierna nog krijgen? De lokale bakker die met een F-16 vliegt?
Ik vraag me trouwens af, met het nodige respect, bij het lezen van het betreffende artikel welke relevante opleiding en ervaring mijnheer d’Olivat eigenlijk zelf naar de tafel brengt.
5. “Daar komt bij dat de wereldwijde uraniumvoorziening geopolitiek explosief is”
Eigenlijk wordt die “geopolitieke explosiviteit” achterstevoren uitgelegd. Door de grote energiedichtheid van U235 kunnen diverse landen een significante buffer voorraad aanleggen wat met gas, olie of steenkool onmogelijk is. In België is dat 2 jaar, maar er zijn landen die tot 10 jaar voorraad hebben opgeslagen. Dat geeft geopolitiek uiteraard meer ademruimte dan de situatie met fossiele brandstoffen.
6. “Bouwkosten die de pan uitrijzen”
Dat is om nog maar te beginnen vooreerst een politiek gegeven, niet een bouwtechnische hinderpaal. De Franse ingenieurs bijvoorbeeld waren het bij de bouw van Hinckley Point grondig beu en moesten bij de les worden gehouden door de Franse overheid. Het voortdurend “stop and go” en de continu stijgende veiligheidseisen waren er duidelijk te veel aan.

Tihange
Ook in België hebben we daar ter illustratie een prachtig voorbeeld van al zwijgen de media in alle talen. Toen de onderhandelingen, geleid door onze Afrika specialist, voor het langer open houden van Doel 4 en Tihange 3 spaak dreigden te lopen omdat “de kosten de pan uitrezen en de planning niet haalbaar bleek” kwam de FANC (= Federal Agency for Nuclear Control) tussen om terug redelijkheid in de discussies te krijgen. Drie broekriemen en vijf paar bretellen bleken niet nodig. Het is echt niet de rol van de FANC om die boodschap te brengen, wel integendeel. Het was daarom plots meer dan duidelijk waar het schoentje wrong. Geen haan die er naar kraaide.
Als concreet dan toch ’ns een vergelijking wordt gemaakt qua kosten waarbij alles in rekening wordt gebracht, zie je dat nucleaire energie eigenlijk niet duur is omwille van o.m. de héél lange levensduur van kerncentrales.
Het is makkelijk om een negatieve boodschap te brengen. Het is beter maar moeilijker om te komen vertellen wat dan wel werkt.
Volledig akkoord met d’Olivat om ook “gewoon gas- en steenkoolcentrales te bouwen”, maar dan binnen de context van een robuuste energiemix. In zo’n mix heeft kernenergie ongetwijfeld een plaats.
Die mix helemaal scheef trekken is absurd. We gaan toch niet weer beginnen met een ban op nucleaire energie, deze keer niet uit domme angst, wel uit zogezegd gezond verstand.
Knoeien met energie blijft altijd knoeien met welvaart.
***
0 reacties :
Een reactie posten