Jan Latten: Kindertal blijft dalen en bevolking blijft toenemen, wat wil Staatscommissie doen?

Datum:
  • maandag 15 januari 2024
  • in
  • Categorie: ,
  • Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen komt met rapport over bevolkingsgroei. 


    15-1-2024

    Jan Latten over wat hij hóópt dat erin staat.

    Slechts acht jaar nadat de 17-miljoenste inwoner werd geteld, volgt dit jaar de 18-miljoenste. Eén miljoen extra inwoners; vooral door immigratie omdat de aanwezige bevolking onvoldoende kinderen krijgt om zichzelf te vervangen en dus krimpt. De bevolkingssamenstelling verandert zienderogen, het land wordt voller. Dat is de nieuwe werkelijkheid.

    ‘Hoe nu verder?’ vragen publiek en politiek zich af.

    GEVOLGEN VAN VERGRIJZING EN MIGRATIE

    Eerlijk is eerlijk, radeloosheid over het antwoord op die vraag regeert de politiek al jaren. Daarom is het een verademing dat in augustus 2022 een Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 is ingesteld, een halve eeuw na de vorige Staatscommissie Bevolkingsvraagstukken. Maandag 15 januari 2024 komt deze Staatscommissie met een rapport. Dat moet beleidsmakers informeren over mogelijke scenario’s en adviseren over beleidsopties, vooral over de gevolgen van vergrijzing en migratie in samenhang met ‘brede welvaart’.

    Het is tot volgende week nog een vraag wat de adviezen zullen zijn. Maar de nadruk in de opdracht op vergrijzing en migratie brengt het risico van een beperkt blikveld met zich. In het gangbare discours worden vergrijzing en toekomstige tekorten op de arbeidsmarkt immers steevast gekoppeld aan de noodzaak om een immigratieland te zijn. Immigranten kunnen elk jaar opnieuw pensionado’s vervangen, is grofweg de gedachte.

    GEEN PRO- OF ANTI-NATIONALISTISCH BELEID ADVISEREN

    Over geboortepolitiek zal het niet gaan. De voorzitter van de Staatscommissie, Richard van Zwol, zei in NRC: ‘Ik kan verklappen: wij gaan geen éénkindpolitiek of vierkindpolitiek adviseren.’ Dat is geen uitspraak die demografisch gezien overtuigt. Toekomstige tekorten op de arbeidsmarkt kunnen ook worden verklaard uit een dalend kindertal. Wie nu wil nadenken over vergrijzing en arbeidsmigratie tot 2050, zou moeten beseffen dat minder kinderen straks leiden tot minder opvolgers voor de huidige werkenden.

    Je hoeft als commissie misschien niet over een pro- of anti-natalistisch beleid te adviseren. Maar je zou het onderwerp bespreekbaar kunnen maken. Alleen al het feit dat jongeren denken dat hun kansen op de arbeidsmarkt nadelig veranderen als zij aan kinderen beginnen, maakt het nodig hiervan geen taboe te maken.

    ZWIJGEN OVER DALEND KINDERTAL

    Zwijgen over de gevolgen van een dalend kindertal op langere termijn levert een risico op. Het gemiddeld kindertal bedroeg een halve eeuw geleden ruim 3, maar is inmiddels gezakt naar 1,43 kind per koppel, bijna eenderde onder vervangingsniveau. Het ligt in Nederland nog boven de lage niveaus in Italië, Spanje, Portugal en Japan. Maar de oorlog in Europa, de klimaatcrisis en de woningcrisis zullen het zorgeloos kinderen krijgen vrijwel zeker belemmeren.

    Nederland neigt naar het Japanse niveau van 1,4 kind gemiddeld. Dat zijn geen opbeurende cijfers voor het aantal opvolgers op de arbeidsmarkt. In tegenstelling tot Nederland wil Japan zich minder afhankelijk maken van volledige compensatie door immigranten. Nieuw beleid moet de ‘babykrimp’ keren. De eenzijdige focus van de Staatscommissie op immigratie ontkent een scala aan mogelijke andere beleidsopties.

    VEEL ONBENUT ARBEIDSPOTENTIEEL

    Zo zijn Nederlanders kampioen deeltijdwerkers. Bijna de helft van alle werkenden werkt in deeltijd. En wie wel in voltijd werkt, werkt in de ogen van zijn of haar grootouders eigenlijk in deeltijd. Inzet van onbenut arbeidspotentieel zou veel compenserende immigratie overbodig maken. Als alle deeltijdwerkers vier uur per week extra zouden werken, levert dat volgens PWC in één klap 400.000 extra werkenden op. Zelfs Spaanse werknemers – toch bekend om hun siësta’s – werken op jaarbasis meer uren dan Nederlandse.

    Meer immigratie of meer zelf aanpakken

    Om tekorten op de arbeidsmarkt op te vangen, zouden Nederlanders ijveriger kunnen zijn. Iedereen zou ervan doordrongen moeten raken dat het ons aller keuze is: meer immigratie of meer zelf aanpakken. En iets later met pensioen. Zoeken naar een acceptabele balans is een duidelijke beleidsoptie.

    ONORTHODOXE BELEIDSMAATREGELEN NODIG

    Het totale aantal nieuwe inwoners uit het buitenland is in eerdere bevolkingsprognoses van het CBS te laag geschat. In de CBS-prognose van eind 2023 wordt een daling van het migratiesaldo tot 65.000 jaarlijks waarschijnlijk geacht. Maar hoe waarschijnlijk is dat? Bewoners van andere werelddelen zullen als klimaatvluchteling, asiel- of arbeidsmigrant hun weg naar Europa blijven vinden. In 2023 hebben zich in Nederland alleen al zo’n 50.000 asielzoekers gemeld. Van hen zullen er dit jaar tienduizenden hun verblijfsstatus ontvangen.

    Tel daar arbeidsmigranten, gezinsherenigers, studenten en anderen bij op en de migratiesaldi en groeiscenario’s die het CBS onwaarschijnlijk acht, kunnen juist weleens dicht bij de realiteit liggen. Om het groeitempo te temperen, zullen onorthodoxe beleidsmaatregelen nodig zijn die alle vormen van immigratie aangaan.

    EEN NIEUWE WERKELIJKHEID

    Demografische trends hebben geen gedachten. Ze zijn louter het resultaat van individueel menselijk handelen. Maar beleid kan op trends reageren en die bijsturen. Zo bezien kan het rapport van de Staatscommissie komende week aan beleidsmakers houvast bieden om een nieuwe koers te bepalen of – op zijn minst – bestaande trends bij te sturen.

    Want is het politieke ideaal om nog vóór 2070 de 22-miljoenste inwoner aan te tikken? Of wil men inzetten op tragere bevolkingsgroei? Zou het beleid selectiever kunnen worden in wie hier komt wonen? Heeft het land zelf daar nog wat over te zeggen of is dat aan de EU en de migrerende wereldburgers? Kan de overheid als alternatief voor arbeidsmigratie ook eisen dat we ijveriger worden?

    En hoe hangt bevolkingsgroei samen met diversiteit? De groei komt immers van elders. In hoeverre kan dat samengaan met solidair samenleven?

    Het zijn filosofische vragen die de essentie van demografische verandering raken en verder gaan dan beleidsnotities over arbeidsmarkt en potentiële beroepsbevolking. Alles hangt met alles samen.

    Het zal uiteindelijk toch aan politici blijven om een samenhangende koers te bepalen. Volgende week wordt duidelijk of de commissie genoeg durf toont om handelingsperspectieven buiten gebaande paden te adviseren. Dat is nodig. De bevolkingsontwikkeling is beland in een nieuwe werkelijkheid.

    ELsevier

    0 reacties :

    Een reactie posten