Johnson & Johnson: gewetenloos ondernemen.

Datum:
  • zondag 21 mei 2023
  • in
  • Categorie: , ,
  • Rechtszaken


     Johnson & Johnson: gewetenloos ondernemen.

    De firma Johnson & Johnson (hierna: J&J) heeft de afgelopen jaren meermaals het nieuws gehaald. De firma, ook wel bekend van het Janssen coronavaccin, zou decennia lang met asbest vervuild talkpoeder op de markt hebben gebracht. Een overzicht van deze langslepende schandvlek op de mega farmaceut.

    1957, Eerste rapport vervuiling
    J&J heeft op eigen verzoek hun talkpoeder product laten onderzoeken op vervuiling. Hieruit bleek dat talk van een Italiaanse leverancier vervuild was met tremoliet (ook wel grijze asbest). De zorg van het bedrijf destijds was dat de vervuiling hun product schurend zou maken. Let wel, de carcinogene (kankerverwekkende) effecten van asbest werden pas in de jaren zestig van de 20e eeuw bekend. Dit gebeurde na onderzoek van de Nederlandse bedrijfsarts J. Stumphius die in 1969 zijn onderzoeksrapport “Asbest in een bedrijfsbevolking publiceerde. Het onderzoek toonde aan dat blootstelling aan een geringe hoeveelheid asbest over een langere periode kan leiden tot kwaadaardige mesothelioom (ook wel bekend als asbestkanker). Deze vorm van kanker is een verkapt doodvonnis, getuige onderstaande cijfers:

    Deze vorm van kanker treft vooral mensen die beroepsmatig in contact zijn gekomen met asbest. Vandaag bestaat in Nederland voor mensen met deze vorm van kanker een tegemoetkoming (geen schadevergoeding). Het normbedrag voor deze tegemoetkoming  bedraagt per 2023 €78.944,-. Over de achtergrond stelt de stichting asbestslachtoffers het volgende:

    “Een asbestziekte is heel heftig en leidt tot veel verdriet. Dit wordt ook wel ‘immateriële schade’ genoemd. Door de tegemoetkoming hoopt de overheid het slachtoffer een vorm van erkenning en blijk van medeleven te geven. “

    Jaren ‘60
    J&J wist dus van asbestvervuiling in hun talk maar nog niet van de schadelijkheid van deze vervuiling eind jaren vijftig. Asbest werd al eeuwenlang gebruikt, met name vanwege de brandwerende eigenschappen van het materiaal. Het zat onder andere verwerkt in daken, warmhoudplaatjes en brandwerende handschoenen.

    Dit leidde ertoe dat in de jaren ’60 door werd gegaan met  het delven van talk waarbij wederom tremoliet werd aangetroffen. Gedurende heel de jaren ’60 werd gebruik gemaakt van talkpoeder, mogelijk vervuild met asbest. Vele babybilletjes werden bestoven met het vluchtige poeder. De bedrijfsartsen van J&J waren toen echter al wel op de hoogte van mogelijk schadelijke gevolgen voor de gezondheid, getuige interne communicatie destijds.

    Jaren 70
    Inmiddels was wijdverspreid bekend dat asbest de belangrijkste oorzaak van mesothelioom (asbestkanker) was en werd wereldwijd wetgeving ingevoerd om het gebruik ervan te beperken. Dit kwam op in de jaren ’70 van de vorige eeuw en resulteerde in een algeheel verbod op de Nederlandse verkoop van asbest in 1993 en zelfs het op voorraad hebben en toepassen van asbesthoudende producten in 2005.

    Begin jaren 70 werd door een groep onderzoekers van het Mount Sinai ziekenhuis in New York een belangrijke (voorlopige) ontdekking gedaan. Zij troffen sporen van asbest in longweefsel van overleden New Yorkers die nooit beroepsmatig met asbest hadden gewerkt. De voorlopige conclusie was dat zij aan asbest waren blootgesteld via cosmetische producten die talk bevatten. De Amerikaanse Food & Drug Administration (FDA) stelde een onderzoek in waarop J&J desgevraagd verklaarde:

    “Johnson & Johnson takes great care to assure the purity of its products, even to the extent of mining and processing our own talc for use in baby powder. Our fifty years of research knowledge in this area indicates that there is no asbestos containted in the powder manufactured by Johnson & Johnson.”

    Een glasharde leugen, gezien de signalen uit de jaren vijftig. Later dat jaar leek deze onderzoeksgroep hun aanname te bevestigen toen een minimale hoeveelheid asbest in talkpoeder werd aangetroffen. J&J ging hierna in de aanval. Wetenschappers van J&J gingen in 1971 op bezoek bij de FDA om hen bewijs te tonen dat de asbestvervuiling in hun talkpoeder minder dan 1% was, zo niet afwezig. J&J stuurde ook monsters naar verschillende laboratoria, waarbij uit de rapporten bleek dat de asbestvervuiling “insignificant” was en “substantieel vrij van asbesthoudend materiaal”. Een mooie retorische truc om te zeggen dat je product vrij is van grote hoeveelheden asbest. Ondertussen was J&J in 1973 bezig met het verkrijgen van de patenten op een proces om tremoliet van asbest te scheiden.  Waarom is dat patent nodig als J&J stelt dat er geen vervuiling is?

    1973, compromis: 1% asbest
    Toen in 1973 de FDA de norm voor asbestvervuiling in cosmetische producten op 0.1% wilde stellen kwam J&J met een tegenvoorstel, via een röntgentechniek kon het bedrijf geautomatiseerde controle uitvoeren met een tolerantie van 1% asbest. Deze hoeveelheid, die tien keer de hoeveelheid was die  de FDA wilde tolereren, zou volgens J&J “veilig” zijn. Kunt u het zich voorstellen? Een product om op uw kind te gebruiken, ”nu met minder dan 1% asbest”?

    Gekochte wetenschap
    Al in de jaren 70 ging J&J in de aanval en richtte zich op de wetenschap. J&J probeerde de publieke opinie omtrent de veiligheid van talk te beïnvloeden door onderzoeken die gevaren signaleerden aan te vallen met gesponsorde tegenstudies. Ook liet J&J via hun wetenschappelijk directeur aan de hoofdonderzoeker van de gesponsorde studies weten wat voor resultaten zij wilden. Onderstaand citaat uit de correspondentie spreekt boekdelen:

    “The data that I think would be most interesting in having presented at that meeting would relate to the cause of death of the miners and millers wich would show that the incidence of cancer in these subjects is no different from that of the Italian population or te rural control group.”

    Oftewel, J&J wilde een onderzoeksrapport dat zou aantonen dat het werken in mijnen waarvan zij talk afnemen niet leidt tot hogere mate van kanker. Daarmee stellend dat hun product veilig is, los van wat er daadwerkelijk gebeurt.

    Stop verkoop talkpoederproducten
    J&J maakte in 2020 bekend te stoppen met de verkoop van op talk gebaseerd babypoeder in de Verenigde Staten en Canada. In 2022 kondigde het bedrijf aan wereldwijd te stoppen met de talk variant van hun babypoeder en het product zal worden uitgefaseerd. Dit lijkt een tactische terugtrekking, daar J&J nog steeds niet toegeeft dat hun product niet deugt. J&J zal dit waarschijnlijk ook nooit doen, dit zou rampzalige gevolgen hebben voor de vele rechtszaken die nog lopen. Volgens J&J zijn deze rechtszaken gebaseerd op “misinformatie” en komt de keuze voort uit een “wereldwijde beoordeling” van hun portfolio. J&J heeft aangegeven hun product niet meer in de verkoop te brengen maar zal het nog wel blijven verdedigen in de rechtszaal. Ondertussen werd hun product nog wereldwijd verkocht en aangeprezen, tot in India werd in reclames geroepen: “no asbestos!”

    Rechtszaken
    In de jaren 90 en 2000 volgden vele rechtszaken van mensen die stelden kanker te hebben gekregen door het gebruik van de talkhoudende producten van J&J. In veel van deze gevallen wordt eierstokkanker bij vrouwen verbonden aan het gebruik van talkpoeder, dat werd gebruikt voor vrouwelijke ‘frisheid’.

    Het verband tussen het gebruik van babypoeder en eierstokkanker werd daadwerkelijk door een jury overtuigend bevonden. In 2016 werd J&J veroordeeld tot het betalen van 72 miljoen dollar schadevergoeding aan de familie van Jacqueline Fox. Fox heeft van het geld echter niets gezien, zij overleed aan eierstokkanker voor de uitspraak. In de jaren die volgden werden meer rechtszaken aangespannen, die meermaals leidden tot veroordelingen. Momenteel lopen er tienduizenden rechtszaken en staat de teller voor het schadebedrag op 8,9 miljard dollar.

    Project Plato
    J&J gaat echter niet ten onder zonder een gevecht. In een ultieme poging deze mensen, wiens levens verwoest zijn door kanker, hun compensatie te ontnemen probeerde het bedrijf onder de schadevergoeding uit te komen. Dit probeerde het bedrijf door de delen van het bedrijf die door de rechtszaak werden geraakt onder te brengen in een dochteronderneming en deze failliet te laten gaan. De operatie, die Project Plato werd genoemd, werd uitgevoerd door meer dan 30 stafmedewerkers onder strikte geheimhouding. Zo geheim dat J&J via de rechter probeerde te voorkomen dat Reuters hier over zou publiceren. Project Plato mislukte echter, de rechter oordeelde dat het faillissementsplan niet door ging. Die 8,9 miljard zou echter niet de doodsteek voor het bedrijf zijn, in het eerste kwartaal van 2023 werd al bijna het dubbele aan winst geboekt. Het bedrijf behaalt jaar op jaar tientallen miljarden winst.

     Situatie vandaag
    Het J&J dossier lijkt nog lang niet afgerond, verkoop van de voorraad babypoeder met talk gaat ook gewoon vrolijk verder. De Google zoekopdracht “johnson and johnson babypoeder” vandaag (20-05-2023) levert het volgende resultaat op:

    De ironie van deze aanblik spreekt voor zich.


    TRIARI

    0 reacties :

    Een reactie posten