Om te janken

Datum:
  • maandag 7 november 2022
  • in
  • Categorie: , , , ,
  • Alfa- en Gamma-politici pennen hun idealen op papier en roepen vervolgens dat die binnen een regeerperiode van 4 jaar gerealiseerd moeten worden. In Brussel stellen ze het scherper.


    7-11-2022


    Een gastbijdrage van Charlef Brantz.

    De kretologie van de heer Timmermans en Frau Von der Leyen beluisterend, komt een goed verstaander al snel tot de ontdekking dat die idealen gisteren al geconcretiseerd hadden moeten zijn. Of dat haalbaar en betaalbaar is? Daar maken ze zich niet druk om. In hun bekrompen wereldje zijn grondstoffen, mineralen en metalen voor het bouwen van hun idealen onuitputtelijk en groeit het geld aan de bomen. Zo gaat het met migratie, klimaat en vooral energietransitie. Tenzij de discussie en het debat over fossiele energie gaat, dan tappen ze uit een ander vaatje.

    Blind idealisme

    Het ideële wensdenken is hoofdzakelijk gebaseerd op het terugdringen van de CO2-uitstoot en aan de CO2 uitstoot verbonden klimaat effecten. Zeker niet op schaarse en eindige voorraden van grondstoffen, mineralen en metalen die nodig zijn voor de productie van windturbines, zonnepanelen en elektrische voertuigen (EV). Ook niet op de broodnodige uitbreiding en versterking van het huidige netwerk en de broodnodige opvangsystemen om uitval te voorkomen en van de wankelenergie een stabiele behoeftedekker te maken.

    Land en zee volbouwen met ecodiversiteit beschadigende windturbineparken en enorm ruimtebeslag innemende zonneweiden; individuele autogebruikers, openbaar vervoer en transportvoertuigen dwingen over te gaan op elektriciteit of waterstof; ieder huis moet een waterpomp hebben of aangesloten zijn op aardwarmte en een industrie die diepgroen moet produceren. Dat is het groene wensdenken van alfa en gamma deugmensen om de opwarming van de aarde en in diens spoor de veronderstelde stijging van de zeespiegel, uitstoot van CO2 en stikstofoxide, depositie van ammoniak en in de nabije toekomst ook fijnstof, aan banden te leggen.

    De vraag of dat wel moet en zo ja of dat mogelijk is, wordt nooit gesteld. Het kenmerk van de deugmens: ratelen, de grijze massa met rust laten en enge cijfertjes weg schuiven in diepe lades. Pas als ook bij hem en haar de lichten niet meer aangaan, kou de woningruimte binnensluipt, eten moet worden bereid op bunsenbranders en computers geen elektrische peut meer krijgen, dan pas slaat ook bij deze in een parallelle wereld levende beweging de paniek toe en komt het besef de verkeerde afslag genomen te hebben. Het is dan helaas te laat. Voor iedereen.

    Misschien moeten ze toch de moeite nemen om het rapport (of in ieder geval de management samenvatting) van een Fins Universiteitsonderzoeksteam onder leiding van, Simon Michaux, uitgebreid te bestuderen. Die stelde in zijn 1000 pagina’s dikke eindverslag o.m. vast dat

    er niet genoeg tijd en middelen zijn om het met veel lawaai aangekondigde Britse Netzero project in 2050 te kunnen materialiseren.

    Die vaststelling strekt zich ook uit over andere staten die zo gepassioneerd druk zijn met energietransitie. Het Finse Michaux-team onderzocht of de op fossiele brandstof werkende energiecentra compleet vervangen kunnen worden door op papier hernieuwbare en betaalbare energie en of het elektrische platform de plaats kan innemen van het huidige en nog steeds groeiende door fossiele brandstof voortgedreven wagenpark.

    Hoewel het vergroenen sinds het akkoord van Parijs een mondiale verplichting is geworden, blijft het merkwaardig dat ieder land zijn eigen klimaatdoelen mag vaststellen en nog merkwaardiger dat lucht- en scheepvaart buiten de discussie is gehouden. Opmerkelijk, omdat bijvoorbeeld China en India druk bezig zijn om het aantal CO2- uitstotende steenkoolcentrales op grote schaal uit te breiden en het scheepvaartverkeer verantwoordelijk is voor 55% van de stikstofoxide-uitstoot.

    In het rapport wordt o.m. uitgebreid stil gestaan bij de slaagkans van twee onderwerpen van dat op papier neergepende idealisme als bevestiging dat het allemaal niet eenvoudig is om fossiele energie te vervangen door welke andere energiebron ook. Dit artikel concentreert zich op de vervanging van de huidige door fossiele energie voortgedreven personenvoertuigen door EV’s en de capaciteit van nationale elektriciteitsnetwerken om die EV’s op de weg te houden, tegelijkertijd huishoudens te laten functioneren en de industrie in staat te stellen effectief en doelmatig te produceren.

    Het elektrische voertuig (EV)

    Volgens politieke roeptoeters moet het hele door fossiele energie voortgedreven voertuigpark vervangen worden door het EV. In Nederland hebben echte rekenmeesters al berekend dat de gedwongen overstap naar het EV bij een voertuigenvolume van ruim 8 miljoeni en een doorsnee prijs van € 30.000 de auto eigenaar ongeveer € 240 miljard zal gaan kosten en volgens Musk meer dan tien jaar zal duren. Het Michaux-onderzoek bevestigt dat op de route naar die vervanging heel wat voetangels en klemmen ontweken moeten worden.

    De overgang van fossiel naar elektrisch vindt dus nogal wat hindernissen op zijn weg. Niet alleen de mondiale productie versus het mondiale volume. Ook op andere gebieden mogen en kunnen die niet genegeerd worden. De productietijd duurt 18 maanden (50% langer dan zijn benzine/diesel broertje) mits het ontwerp gereed is en het volledige testprogramma succesrijk is afgewikkeld; de accu eist 20 mineralen waaronder het schaarse en eindige lithium, kobalt, nikkel en mangaan, zijn nuttige levensduur blijft beperkt tot 10 jaar en gewicht, oplaadfrequentie en relatieve schaarste aan halfgeleidersii versterken de problematiek. De gevolgen van het mijnen van metalen en mineralen voor mens en milieuiii mogen ook niet onder de mat geschoven worden.

    Andere hindernissen zijn o.m. transport van de voor de productie benodigde grondstoffen, mineralen en metalen die uit verre vaak instabiele landen komen en op hun weg naar productiecentra ongewenste hoeveelheden CO2 uitstoten. Een ander lijvig probleem waar de gewone burger vrijwel nooit over geïnformeerd wordt, is de huidige capaciteit van nationale elektriciteitsnetten die niet in staat zijn om de groeiende EV energie behoefte te kunnen dekken. Voor ombouw is tijd en geld nodig en de vraag is in hoeverre staten bereid en technisch in staat zijn om die om– en uitbouw tijdig door te voeren. Gebeurt dat door o.m. bestemmingsplannen en/of het gebrek aan materiaal voor de benodigde infrastructuur niet op tijd, dan zal uitval eerder regel dan uitzondering zijniv.

    Op papier ziet de overgang op EV er nogal eenvoudig uit, maar procesdenkers zien heel wat beren op de weg die een snelle en complete overgang doorkruisen.

    Productie

    Geen enkele staat of regio in de wereld kan in zijn eigen behoefte aan grondstoffen, mineralen en metalen voor het produceren van een EV voorzien. Daardoor zal de concurrentiestrijd om schaarse metalen sterk oplaaien en resulteren in de intensivering van interstatelijke spanningsvelden als voorbodes van grensoverschrijdende crises.

    Mondiaal beschouwd heeft het voertuigenpark een volume van ruim 1400 miljard (status 2019, volgens Musk is dat 10 miljard) platforms, waarvan slechts 7,2 miljoen EV (andere bronnen spreken over ruim 16 miljoen) uitvoeringen zijn. Niet meer dan 0,15% (0,3%). Dat betekent dat in de komende jaren ruim 99% van het mondiale voertuigenpark volgens het irreële wensdenken van groene politici en steunende activisten, vervangen moet worden.

    De mondiale EV productie is geconcentreerd in China, Japan, VS en een aantal Europese landen. Volgens EV-volumes.com werden er in 2018 wereldwijd 783.000 elektrische auto’s van alle types geproduceerd; in 2022 opgeschaald naar 10 miljoen. Bijna de helft komt in China van de productieband (44%) op de voet gevolgd door Europa (25%) en de USA sluit de rij met 18%.

    Japan lijkt het groene ideaal losgelaten te hebben en bouwt inmiddels weer kolenenergiecentrales. Of, en in hoeverre dat de Japanse EV industrie beïnvloedt, is onduidelijk. Uit die data wordt duidelijk dat alleen al uit productie oogpunt de 2050 streefdatum niet bereikt zal worden. Laat staan 2030.

    Het ideaal beeld van groene deugmensen stuit niet alleen door een beperkte en geconcentreerde productie capaciteit op problemen, ook de beschikbaarheid van grondstoffen etc. voor de bouw van (onderdelen) van de EV kent de nodige voetangels en klemmen. Behalve dat sommige metalen een eindig karakter hebben, komen die uit een beperkt aantal landen. Hoofdzakelijk landen met onderontwikkelde instituten, en een twijfelachtige en schommelende politieke stabiliteit. Congo Kinshasha (50% van de Kobalt voorraden) en Chili hebben een dominante positie in kobalt en lithium voorraden, maar ook Cuba (7% van de Kobalt) en Argentinië (15% van de Lithium voorraad) spelen in de verwerving een relevante rol. Het risico dat bestaande problemen als corruptie en zelfverrijking van de elite, door die positie worden verruimd, is zeker aanwezig.

    EV Producenten moeten er daarom rekening mee houden dat ze door die landen met hun onvoorspelbare politieke beleid, wankelende economie en onzekere stabiliteit regelmatig geconfronteerd zullen worden met toeleveringsproblemen, daarmee samenhangende productie vertragingen en groeiende investering en exploitatiekosten. De consument is en blijft vanzelfsprekend de Sjaak.

    Elektrische energiebehoefte

    In 2018 was mondiaal gezien bijna 85% van de energie centrales afhankelijk van fossiele energie, 10% werd geleverd door kerncentrales en groene energie producenten (wind, zon, warmte, waterkracht, biomassa) produceerden bijna 5%. Die cijfers maken duidelijk welke uitdagingen groene regeringen te wachten staan om de Parijse klimaatdoelen te kunnen materialiseren. Voorzichtige berekeningen onderstrepen dat voor die transformatie ruim 220.000 nieuwe energiecentrales gebouwd moeten worden. Het mondiale volume bedroeg in 2018 slechts 46.000 centrales. .

    Het huidige volume vooral op fossiele energie werkende centrales moet, gelet op het rendement van de groene leveranciers, met een factor 4 worden vermenigvuldigd en daarbij moet rekening gehouden worden met problemen voor de toelevering van grondstoffen, mineralen en metalen; met, (inter) nationale randvoorwaarden, vermijden van ongewenste effecten voor eco omgeving en vooral in Nederland specifieke eisen waar bouwlocaties aan moeten beantwoorden. Factoren van invloed die bouwtijden vertragen en een kosten verhogende invloed hebben.

    Vergeet het maar

    Het Michaux-onderzoek onderbouwt met cijfers dat de transitie van het fossiele aangedreven platform naar de EV om verschillende redenen en door diverse oorzaken binnen het vastgelegde tijdpad niet mogelijk is. Dat door hardleerse en data schuwende politici en hun aanhang gepropageerde groene beleid is door de beschikbaarheid en toegankelijkheid van schaarse en eindige grondstoffen, productie capaciteit om windturbines, zonnepanelen etc. de benodigde EV tijdig op te leveren en industrie groen te maken en te houden, niet realiseerbaar. De noodzakelijke modernisering en uitbreiding van netwerken, opvangsystemen voor het voortdurend kunnen beantwoorden aan de behoefte en de aanhoudende groei van de wereldbevolking en in het verlengde de groeiende behoefde aan energie in het algemeen en elektriciteit in het bijzonder versterkt de complexiteit om dat wensdenken werkelijkheid te laten worden. Er staan ons nog heel wat uitdagingen te wachten!

    Het groene beleid dat geen banen genereert zoals politici nationale samenlevingen willen doen geloven (er valt werkgelegenheid weg door het sluiten van fossiele energie centrales en van fossiele energie afhankelijke organisaties en structuren. Volgens de vakbonden kost het juist werkgelegenheid), resulteert in het imploderen van industrieën, verhuizing van productielijnen naar landen met een minder of zelfs amper groen beleid; in energietekorten en explosief stijgende energiekosten. Groen minnend Duitsland begint door het groene beleid nu al economisch door zijn hoeven te zakken en als de voortekenen niet bedriegen, zal Nederland in de nabije toekomst volgen.

    Ondanks, of wellicht juist door dat sombere vooruitzicht zal het elektrisch en hybride rijden, evenals energie voor verwarming en koken financieel worden uitgemolken. De prijzen van grondmaterialen en fabricage van kerndelen van het systeem, het opladen van accu´s en belastingsoorten die verbonden zijn aan kopen, onderhouden en rijden zullen worden opgedreven. Elektrisch en hybride rijden blijft daardoor buiten het bereik van het gros van de samenleving. Het minder rijke segment van de samenleving mag wel de subsidies ophoesten om het rijkere segment van de samenleving in staat te stellen een leuke EV aan te schaffen.

    Wat vermoedelijk alleen resteert, is een ingrijpende verandering van het sociale contract tussen bevolking en overheid m.a.w. een andere vorm van energieverbruik- en energiebehoefte-dekking; een radicaal andere vorm van bestuur en het besef dat groene energie weliswaar een belangrijke stop is op weg naar dat andere sociale contract, maar niet het eindstation is. En dat moet uitgevoerd worden in een tijd dat de mondiale bevolking nog steeds groeit en nationale samenstellingen verschuiven; energie duur is, het westerse financiële stelsel er door de enorme schuldenlast nogal breekbaar uitziet; benodigde grondstoffen, metalen en mineralen schaars, eindig en gebonden zijn aan (inter) nationale normen en eisen en het milieu vanuit meerdere richtingen en manieren bedreigd wordt. De grootste uitdaging vormt het door groene politici, activistische bewegingen en rechters vastgestelde tijdschema en de daarin verwerkte mijlpalen. Dat tijdpad is niet alleen onwerkbaar, maar ook bezijden de hedendaagse werkelijkheid.

    Michaux bevestigt dat het wensdenken precies is wat het zegt: een wens die geen realiteit wordt. Gewoon data gebruiken en de zon gaat onder voor opportunistische klimaatfanatici. Advies: bestudeer het onderzoeksrapport van Michaux. Vooral de management samenvatting en de teksten op de blz. 656-673. Laat de volgende – iets aangepaste – tekst goed tot U doordringen:

    “The report shows that the phasing out of fossil fuels will probably not go to plan or be sufficient for our needs to build a new industrial ecosystem to match the existing system (en moet groeipotentie hebben gelet op de aanhoudende mondiale bevolkingstoename en de daaraan verbonden energiebehoefte). The current industrial ecosystem dependence on fossil fuels, oil in particular, could soon become unreliable due to the challenges facing the oil and gas industry (Michaux 2019). Conventional thinking will be insufficient, and the human propensity to innovate in the face of adversity is now needed. Necessity is the mother of invention. The ideas presented in Section 28 have historically been the subject of intense debate and often not accepted. Now is the time to consider unorthodox ideas once again for industrial problem-solving.”

    Dat advies zal in Den Haag niet bezinken, vrees ik. Om te janken.

    ***


    i 88,4% van alle personenauto’s staat op naam van een particulier, de rest is eigendom van een bedrijf. Het aantal personenauto’s van particulieren en van bedrijven steeg in 2021 met respectievelijk 1,6% en 2,1%.

    ii Die kostte Europese producenten bijna €100 miljard en die kosten worden doorberekend in de aankoop prijs en exploitatie kosten.

    iii De productie van één Tesla-accu stoot 17 ton CO2 uit, net zoveel als een verbrandingsmotor die 200.000 km heeft gedraaid. Die problemen stellen een bovengrens aan het volume te produceren hybride platformen

    iv Door onderzoek is vastgesteld dat een platform net zoveel gebruikt als tien doorsnee huishoudens! Amsterdam heeft in 2020 besloten om laadpalen tussen 18.00 en 21.00 uur minder stroom te laten leveren om te voorkomen dat de stad op zwart gaat.

    *** 









    0 reacties :

    Een reactie posten