Dramatische ontwikkelingen bij onze oosterburen die in Nederland onopgemerkt blijven.

Auteur: Fritz Vahrenholt.

Voordat we ingaan op de te vrezen crisis door onvoldoende gas- en elektriciteitsvoorziening in Duitsland, eerst even kijken naar de temperatuurontwikkeling.

De afwijking van de mondiale temperatuur van het 30-jarige gemiddelde van de satellietmetingen van de University of Alabama (UAH) is in september 2022 licht gedaald ten opzichte van augustus van 0,28 graden naar 0,24 graden Celsius. De gemiddelde temperatuurstijging per decennium sinds 1979 is 0,13 graden Celsius, een ontwikkeling die weinig zorgwekkend is.

De deïndustrialisatie van Duitsland gaat door

Minister Habeck trekt zich niets aan van de echt bescheiden temperatuurontwikkeling. Hij begon zijn persconferentie op 4 oktober over de vervroegde uitstap uit steenkool in het Rijnlandse mijngebied met de dramatische woorden:

“De structurele crisis van onze tijd – dat is zonder twijfel de opwarming van de aarde, aangedreven door het verbranden van fossiele energie.”

In een tijd waarin politici mensen vragen zich voor te bereiden op stroomonderbrekingen die langer dan 72 uur duren, in een tijd waarin een aantal bedrijven de productie stopzetten vanwege de hoge elektriciteitsprijzen, in een tijd waarin elektriciteits- en gasrekeningen onbetaalbaar worden, dreigt de minister van economische zaken met angst voor een klimaatontwikkeling die niet door de realiteit wordt gedekt (zie grafiek hierboven).

Maar hij heeft die dreiging nodig omdat hij zich nu realiseert dat zijn energiebeleid om zowel kernenergie als steenkool uit te faseren buitengewoon gevaarlijk is voor het land en de burgers. En dus moet hij met tegenzin de tijdelijke terugkeer naar kolengestookte energieverbranding “vergroenen” met de belofte: tegen maart 2024 terug te keren naar steenkool en daarna des te sneller van steenkool af.

12 Kolencentrales met 7 GW worden uit de mottenbalen gehaald of niet buiten bedrijf gesteld ter compensatie van de ontmanteling van de laatste 3 kerncentrales (4,5 GW) en in beperkte mate ter vervanging van gasgestookte centrales. Het is de bedoeling dat deze kolencentrales blijven draaien tot maart 2024. En wat dan?

Om de noodlijdende minister van Economische Zaken te helpen met de bijbehorende extra CO2-uitstoot, sprongen RWE-baas Markus Krebber en de CDU/Groene deelstaatregering van Noordrijn-Westfalen hem te hulp. Afgesproken is dat de uitfasering van bruinkool, die gepland stond voor 2038, nu 8 jaar vervroegd wordt naar 2030 en dat 3.000 MW bruinkoolgestookte centrales al in 2030 worden stilgelegd.

Krebbers campagnehulp voor de Groenen, die er in de peilingen voor de verkiezingen in Nedersaksen op 9 oktober belabberd voorstaan, wordt uitgevoerd over de rug van 5500 mijnwerkers in het Rijnlandse gebied, wier banen in 2030 zullen worden geschrapt. Krebber behandelt de arbeiders als speelgoed: eerst worden honderden vanaf de vervroegde pensionering opgeroepen om de bruinkoolcentrales in Neurath en D en E tot 2024 te blijven exploiteren, waarna duizenden banen verloren gaan. Daarbij horen niet eens de banen die in de problemen komen als toeleverancier van de centrales of afnemers van goedkope bruinkoolstroom. Want het opgeven van bruinkool moet worden vervangen door duurdere elektriciteitscentrales, die nog gebouwd moeten worden. En elke energiedeskundige vraagt ​​zich af hoe de verloren stroom moet worden vervangen.

Ook hier deelt de behulpzame RWE-topman Krebber politiek georiënteerde slaappillen uit: er komen gascentrales die zo snel mogelijk op waterstof kunnen worden omgezet. Krebber beseft zelf dat dit volstrekt oneconomisch is: “Het lijkt vreemd om midden in de grootste gascrisis nieuwe gasgestookte centrales te plannen“. Maar hij rekent op  de compensatie van de federale overheid voor hun welwillende CEO. De federale overheid zal “een kader scheppen om investeringen in deze centrales mogelijk te maken”, met andere woorden: RWE steunen met permanente subsidies van belastingfondsen.

Krebber:

“RWE zal deelnemen aan deze aanbesteding. Ik ga ervan uit dat een groot deel, zo niet alles, door RWE zal worden geleverd.”

RWE beëindigt productie: tegen 2030 wordt 5,9 GW bruinkool in het Rijnlandse mijngebied gesloten. Investeringen in 1 GW onbetrouwbare hernieuwbare energie en 3 GW gasgestookte elektriciteitscentrales gesubsidieerd door belastingbetalers worden aangekondigd als mogelijke compensatie. Die laatste worden vanaf 2030 gevoed met 50% waterstof en vanaf 2035 volledig met waterstof.


Het is echter volstrekt illusoir om tegen 2030 deze hoeveelheden waterstof te leveren aan gascentrales die daarvoor geschikt zijn. Alleen al de staalindustrie heeft 2 miljoen ton waterstof nodig om 25 miljoen ton ruwijzerproductie in de hoogoven met waterstof te producren. Om precies deze hoeveelheid waterstof te produceren, is ongeveer 110 TWh hernieuwbare elektriciteit nodig. Dit komt overeen met de huidige totale windenergieproductie op land, om nog maar te zwijgen van het vermogen voor e-mobiliteit, warmtepompen, de chemische industrie, het lucht- en vrachtwagenverkeer. Krebbers belofte blijkt eenzelfde soort oversimplificatie die we kennen van minister van economische zaken Habeck. Er komt geen waterstof voor elektriciteitscentrales en het wordt onbetaalbaar.

We weten nog steeds niet hoe het zal worden vervoerd of hoe het zal worden opgeslagen. De eerste kleine testturbine van Kawasaki moet in 2024 worden uitgeprobeerd. Het besluit wordt vandaag echter genomen opdat RWE de 1,5 graden-doelstelling van het Intergouvernementeel Panel inzake klimaatverandering bereikt.

In werkelijkheid willen ze één ding verbergen: RWE loopt weg. RWE is niet langer geïnteresseerd in wat er met Duitsland als vestigingsplaats zal gebeuren. In plaats van te strijden voor groene kolencentrales met CO2-afvang in Duitsland, moet tweederde van de investeringen in 2030, zo’n 25 miljard euro, in het buitenland worden gedaan. Parallel aan de persconferentie met minister Habeck werd bekend dat RWE voor 6,8 miljard dollar het Amerikaanse zonne- en windenergiebedrijf Con Edison Clean Energy Businesses zou overnemen.

Hier is de sterftetabel voor de bruinkoolcentrales, die nu nog aangescherpt is door de exit van RWE in 2030. En als minister van economische zaken Habeck zijn zin krijgt, gaat de uitfasering door in de bruinkoolwinningsgebieden van het Oosten.

Na de mijnbouw worstelt de chemische industrie om te overleven

Hadden de mijnwerkers gehoopt dat hun vakbond zou strijden voor een toekomst voor bruinkool, bijvoorbeeld door verdere ontwikkeling van ‘groene’ bruinkool met CO2-afvang, dan kwamen ze van een koude kermis thuis. De IGBCE-voorzitter Michael Vassiliadis wees er alleen op dat er niet mag worden afgeweken van de beloofde overheidsaanpassingsfondsen en VUT-uitkeringen. Van de SPD in Noordrijn-Westfalen was in ieder geval geen verdere tegenstand te verwachten. De staatspartij kan al lange tijd niets doen met industriële banen in het Rijngebied. Daarom verliest het ook de steun van geschoolde arbeiders, ingenieurs, arbeiders in de handel en in de industrie.

Alleen de oostelijke premiers lieten zich niet meeslepen door de uitfasering van de enige significante binnenlandse energiebron in het midden van de diepste energiecrisis die Duitsland ooit heeft meegemaakt. Volgens parlementslid Reiner Haseloff zou een exit vóór 2038 Duitsland als industriële locatie “permanent verzwakken“. “Er zal een energiekloof ontstaan ​​die we niet kunnen dichten.” Ook premier van Brandenburg, Dietmar Woidke, reageerde negatief: “De zekerheid van de energievoorzieningheeft nu prioriteit. Onze bruinkool uit Lausitz levert hier een onmisbare bijdrage aan”.

Beide minister-presidenten waren niet onder de indruk van de schandalige, anti-werknemer en anti-industrie uitspraken van de staatssecretaris van het ministerie van economische zaken, Michael Kellner. Kellner, politiek directeur van de GREEN van 2013 tot 2021, had geëist: “Nu is het belangrijk om ook in Oost-Duitsland te streven naar de exit-doelstelling van 2030. Het zou fataal zijn als toekomstige economische kansen in Oost-Duitsland verloren gaan, omdat de belangrijkste ministers van de SPD en CDU willen vasthouden aan vuile kolen.”

Maar Kellner is een ideologische politicus die de partijlijn boven de belangen van het land stelt. Hij had op de hoogte kunnen zijn van de wereldwijde inspanningen om CO2 af te vangen uit verbrandingsprocessen, zoals de kolengestookte elektriciteitscentrale Zwarte Pomp in Lausitz 10 jaar geleden ontwikkelde. Wat telt is niet de volgende stap in de technische ontwikkeling van CO2-vrije kolencentrales, maar het domme vooroordeel van ‘vuile kolen’ dat op partijconferenties wordt gecultiveerd. CO2-afvang, zoals dat nu in Noorwegen, de VS en Canada wordt toegepast, zou de CO2-uitstoot sneller en goedkoper verminderen dan de Habeckiaanse en Krebberiaanse fantomen van waterstofcentrales.

In het oosten voelt men het gevaar van de uitfasering van bruinkool. De gevolgen van de olieboycot van de Druzhba-pijpleiding zijn daar al voelbaar. In het chemiepark Leuna werd de productie gehalveerd. In Schwedt vrezen mensen voor hun toekomst. De hoop van de federale minister van Economische Zaken op levering van ruwe olie via de haven van Gdansk is nog niet uitgekomen, aangezien de Poolse regering terughoudend is om aan de raffinaderij te leveren zolang het Russische Rosneft een belang heeft in de raffinaderij. Het is niet genoeg voor de Poolse regering als de raffinaderij onder het beheer van het Federale Netwerk Agentschap wordt geplaatst. Ze eist onteigening.

Toen Schwedt en Leuna tot stilstand kwamen, stortte de hele Oost-Duitse chemische verwerkende industrie in, met domino-effecten van elektrotechniek tot werktuigbouwkunde. Ook de bouwsector wordt getroffen: 100% van het bitumen en asfalt in Oost-Duitsland komt uit Schwedt.


In een situatie van schaarse en te dure energiebronnen gas, olie en elektriciteit die industriële banen bedreigen, mogen geen verdere sluitingen plaatsvinden, maar moet de energievoorziening worden uitgebreid.

Het gaat om de eigen aardgasproductie, CO2-gereduceerde bruinkool en kernenergie. In plaats daarvan probeert de federale overheid de prijzen van energie door nieuwe staatsschuld te reduceren met steeds nieuwe reddingspakketten. Dit kan niet lang doorgaan.

Het initiatief ‘Red onze industrie‘ wil aandacht vragen voor deze verkeerde beslissing. Hier kunt u meer informatie vinden en de sticker voor uw auto bestellen.

“Kernenergie nee bedankt” was de leus van gisteren – vandaag gaat het om: “Red onze industrie”.