Van alle crises die ons elke dag worden voorgeschoteld, is de migratiecrisis bezig de felste te worden.
21-8-2022
Op het dagelijkse leven van de meesten van ons is de rechtstreekse invloed niet zo groot als de inflatie-, energie- of armoedecrisis, maar op lange termijn geldt vermoedelijk het omgekeerde, schrijft Philip van Tijn.
Philip van Tijn is bestuurder, toezichthouder en adviseur. Hij schrijft wekelijks een blog over de actualiteit.
‘Vannacht hebben er weer een paar honderd mensen buiten geslapen en dat is niet wat je wilt.’ Aldus Eric van der Burg, staatssecretaris van Justitie e Veiligheid dezer dagen in een poging om de heimelijke aankoop van een hotel in Tubbergen te rechtvaardigen. En hij gooide er nog zo’n krachtpatserszin achteraan: ‘Het is heel erg vervelend dat het kabinet zo heeft moeten handelen.’
Eric van der Burg is de linksbuiten van de VVD. Acht jaar lang was hij wethouder in Amsterdam en in het als altijd linkse college daar viel hij niet uit de toon. In de nadagen van zijn wethouderschap, in 2017, werd hij ook landelijk bekend door zijn uitspraak bij een belangrijke bijeenkomst: ‘Hoe meer asielzoekers, hoe beter.’
Of deze uitspraak een aansporing betekende voor de leiding van de VVD om hem voor dit delicate staatssecretariaat te vragen, weet ik niet. De politiek is ondoorgrondelijk en misschien was het wel de bedoeling om de Amsterdamse praatjesmaker hierop stuk te laten lopen, zoals in feite ook zijn directe voorgangers, partijgenoten Ankie Broekers-Knol en Mark Harbers. De laatste is weer in ere hersteld als minister van Infrastructuur en hij heeft in zijn portefeuille onder meer Schiphol, waar de wachtrijen nog langer zijn dan in Ter Apel, zij het op vrijwillige basis.
Asielcrisis Ter Apel is beschamend en fnuikend voor vertrouwen in overheden, schrijft Gertjan van Schoonhoven
Want deze functie heet niet voor niets ‘hoofdpijnportefeuille’; iets oneerbiediger gezegd is de staatssecretaris van Asiel en Migratie hoe dan ook de pispaal. Je kunt het domweg niet goed doen, omdat de bevoegdheden niet in verhouding staan tot de verantwoordelijkheden. Een upgrade naar een ministerschap zou al iets betekenen, want dan mag worden meegepraat in de ministerraad. Dan ben je niet per definitie het lulletje rozewater.
Met begrippen en getallen wordt continu gegoocheld
Maar ook dan is er geen eer aan te behalen. Niet voor de ambtsdrager, maar zeker niet voor de Nederlandse bevolking. Het migratiedossier is bezig de samenleving te splijten en van al die crises die ons dag in dag uit worden voorgeschoteld, is de migratiecrisis bezig de felste te worden. Op het dagelijkse leven van de meesten van ons is de rechtstreekse invloed niet zo groot als die van de inflatie-, energie- of armoedecrisis, maar op lange termijn geldt vermoedelijk het omgekeerde.
In 2021 kwamen meer dan een kwart miljoen ‘migranten’ Nederland binnen, dus dat zijn er een miljoen in vier jaar (vroeger noemden we dat ‘immigranten’). Van hen had 7,8 procent ‘een Nederlandse achtergrond’ – dus 92,2 procent niet. Als je die lijn doortrekt, is de demografische betekenis gigantisch en de vraag is of Eric van der Burg over een paar jaar nog steeds zal zeggen ‘hoe meer asielzoekers, hoe beter’.
Lees ook deze column van Geerten Waling
Haal angel uit theorie over omvolking: draai asielkraan dicht
Waarbij ik aanteken dat niet iedere migrant een asielzoeker is; er zijn ook studenten, seizoenarbeiders en nog wat categorieën. Maar de bevoegde instanties leggen graag een rookgordijn over dergelijke zaken; groepen krijgen een andere benaming en dit thema is vol van eufemismen. Migrant, vluchteling, veiligelander, statushouder, nareiziger, gezinshereniging, verblijfsvergunning, criminele asielzoeker – we worden ook daarmee dagelijks om de oren geslagen. En met cijfers wordt continu gegoocheld. En waar bij de stikstofcrisis de dader meteen gevonden is (de boer) en ook de oplossing (sluiting en opkoop boerenbedrijven), schijnt dat bij de migratiecrisis niet zo eenvoudig te zijn.
Elk kritisch woord over migratie is verraad aan de menselijke zaak
Waarom niet? In de eerste plaats omdat de politieke partijen die pal vóór de migranten staan en hun belangengroepen (zoals VluchtelingenWerk Nederland, met zeshonderd betaalde medewerkers en negenduizend vrijwilligers) veel behendiger opereren dan de pro-boerenpartijen, de boeren en hun sympathisanten. Ook omdat er een taboe rust op twijfel of we in dit ‘dossier’ wel goed bezig zijn: elk kritisch woord wordt beschouwd als verraad aan de menselijke zaak. Die mensen hebben de dood in de ogen gekeken, hebben eindelijk een veilige haven bereikt, willen net als u en ik een menswaardig bestaan. Dat geldt voor een aantal asielzoekers, lang niet voor allemaal, maar een echte discussie is daardoor onmogelijk.
Ten derde wordt er niet alleen een rookgordijn gelegd door verschillende benamingen, maar ook doordat steeds van andere getallen en aantallen sprake is. En van definities, zoals ‘gezinshereniging’, waarbij ‘gezin’ naar believen wordt gedefinieerd.
Lees ook dit commentaar van Gertjan van Schoonhoven: Als het om asiel gaat, lijdt Nederland aan morele overstretch
En de belangrijkste oorzaak is natuurlijk dat elk begin van een gesprek al wordt gesmoord door de zin ‘het kan niet en het mag niet!’ Van wie niet? Soms van ‘Brussel’, soms van ‘internationale verdragen’. Daarbij wordt gedaan alsof dat allemaal in beton is gegoten, zelfs heilig is. Ik bepleit niet dat we een tweede Hongarije moeten worden, maar landen als Denemarken, Ierland en Polen hebben op bepaalde terreinen in de EU een uitzonderingspositie bedongen.
En laten we ons eigen land niet vergeten. Bij de pulsvisserij hebben we jarenlang de Europese regels aan onze laars gelapt. Terecht, denk ik, maar niettemin. En hetzelfde geldt voor regels die de landbouw betreffen. Dat hebben we gedaan omdat die uitzonderingspositie gerechtvaardigd was, vonden we. Nederland is de voedselschuur van de wereld en pulsvissen is beter dan bodemvissen.
Nederland is 26 keer zo dichtbevolkt als Finland
Nederland – bijzondere behandeling. Maar waarom spelen we dat dan niet uit bij migratie? Het gaat niet om absolute aantallen, hoe groot die op zichzelf al zijn. Het gaat om de relatieve betekenis. Nederland telt 17 miljoen inwoners (terwijl ik dit schrijf is de 18 miljoen in zicht), Duitsland 82 miljoen, Italië 62 miljoen.
Iedere binnenkomer telt bij ons dus vijf keer zo zwaar als in Duitsland en bijna vier keer als in Italië. Oppervlakte? Frankrijk is bijna zestien keer zo groot als Nederland en Spanje twaalf keer. Dan het meest relevante cijfer: het aantal inwoners per vierkante kilometer. In Nederland bedraagt dat 416 en daarna komt Duitsland met 225 per vierkante kilometer. Dat is al de helft, maar Denemarken zit op 136 per vierkante kilometer en Frankrijk op 105 per vierkante kilometer. En de Finnen kunnen met 16 inwoners per vierkante kilometer ook nog wel wat mensen hebben. Mag het verreweg dichtstbevolkte EU-land daaraan niet enig verschil in behandeling ontlenen?
Lees meer over dit onderwerp: Wat is er in 75 jaar Nederlands vluchtelingenbeleid precies veranderd?
Alle reden om Brussel nu eens voor het blok te zetten en niet altijd voor het blok te worden gezet. Zoals we ons ook laten piepelen door landen als Marokko, dat weigert criminele en zelfs veroordeelde illegalen met de Marokkaanse nationaliteit die worden uitgezet, toe te laten, waardoor zo’n hele uitzetting een farce is. Ons protest daartegen is halfzacht en onhandig.
We maken geen vuist, we hebben miljoenen gegeven aan asielzoekers wier procedure langer duurde dan in het boekje staat. En in geval van twijfel wordt veelal in het nadeel van Nederland beslist.
Geen staatssecretaris en geen kabinet zal ooit deze crisis, dit probleem, oplossen als niet fundamenteel wordt nagedacht hoe het wezenlijk anders moet en daarnaar wordt gehandeld. Vóór 2030 telt Nederland 20 miljoen inwoners. We zijn dan vier dolende kabinetten, vijf gevallen staatssecretarissen, tientallen opgekochte hotels en duizenden krantenkoppen verder.
0 reacties :
Een reactie posten