Foto: Shutterstock.











Een gastbijdrage van Ed Zuiderwijk.

Ergens halverwege de jaren 90, aan het begin van mijn mid-life crisis, had ik het plan opgevat voor een fietstocht in mijn vaderland, een tocht langs familie en bekenden.

Ik woonde in Cambridge en was al jaren in het buitenland. Dus gaf ik mijn oude trouwe Motobecane uit 1970 een goede service beurt, kocht een grote zijtas voor achterop, een ticket voor Hoek van Holland, en daar ging mijn jongere zelf. Zo’n drie weken rondgetoerd en mijn laatste stop was bij mijn broer die in Leiden woonde. De volgende morgen had ik geboekt voor de dagovertocht van 7 uur terug naar AlbionLeiden is zo’n 45 km van de Hoek, dus dat was om half vier opstaan en snel op weg, in het donker met geen kip op de weg.

Na een klein uurtje trappen ben je bij Den Haag en het ‘daghet inden oosten’. Dan word je plotseling gewaar dat gedurende het voorgaande kwartier een almaar luider wordend gemurmel en rommel opklonk uit de sloten waar ik langs reed. Bijna onmerkbaar eerst maar steeds luider. Bij Den Haag had ik eindelijk door wat ik hoorde: kikkers, bij de duizenden. En tot in de stad. Pas toen het stadsverkeer op gang kwam werd het kikkergebrul verdrongen door de moderniteit.

Tot die ochtend wist ik van die lawaaierige kwakers alleen maar uit de boeken van Dik Trom; in mijn jeugd, de 1950s, had ik het nooit buiten gehoord. Dan komt de wetenschapper bovendrijven en je realiseert je dat al die milieumaatregelen duidelijk vruchten hebben afgeleverd en dat Hollands waterwegen weer bewoonbaar waren zelfs voor kikkers, die goed schoon water nodig hebben.

De rest van mijn ritje naar de boot was er een van afzien. Er stond een kracht 6 bries waar ik recht tegenin moest en die sterker werd naarmate ik door het Westland ploegde. Haalde de boot met 20 minuten speling. Een tijdje later besloot ik om eens te kijken naar hoe dat opschonen van het vaderlandse milieu nu kwantitatief zat en met enige moeite en hulp van een bibliothecaresse bij de universiteit’s bibliotheek kreeg ik wat inzage in publicaties die de sterke teruggang van vervuiling documenteerden met echte waarnemingen. Ik ging naar huis met de indruk dat de opschoning zelfs zodanig was dat het vrijwel niet mogelijk zou zijn om nog meer te verbeteren. ‘Mission Accomplished’ leek het mij toe, en houden zo.

Vooruit met tien of meer jaren. Om een of andere reden was ik op de web plek van het Ministerie van Milieu verdwaald en las over nieuwe maatregelen om de milieuvervuiling tegen te gaan. Heh? Ja want die maatregelen waren nodig om de treurige toestand van het milieu te verbeteren. Maar die rapporten dan? Wat was er veranderd?

Wat er was veranderd was dat het Ministerie zich nu niet meer op echte metingen baseerde maar op voorspellingen uit een of ander model. En die modellen voorspelden kommer en kwel ‘als er niets gedaan werd’. Ik wist toen dat het ministerie en nu het RIVM bevolkt werden en worden door anarchisten, groene anarchisten.

Een wijs man heeft mij ooit eens uitgelegd wat het verschil is tussen een oproer en anarchie. Een oproer kan ontaarden in anarchie maar anarchie wordt nooit meer een oproer. Dat komt omdat het fundamentele karakter van anarchie niets met enigerlei geweld van doen heeft, maar met iets heel anders, namelijk het niet weten wanneer je moet ophouden en/of het onvermogen om dat te doen. Het is dus een geestesgesteldheid, een mentaliteit. En die mentaliteit kom je overal tegen, in het gedrag van individuen tot het gedrag van regeringen en instituten. Het is een lange lijst van voorbeelden.

De verslaafde die niet wist wanneer te stoppen voor hij verslaafd werd en dat nu niet meer kan zonder serieuze hulp. De eeuwige  evolutionair die steeds nieuwe redenen vindt om revolutionair te zijn en nooit aankomt bij het idee om eens iets op te bouwen. Instituten, zoals bijvoorbeeld indertijd de Inquisitie, waar constant nieuwe manieren worden bedacht om de mensheid van zichzelf te redden. De ‘cancel culture’ met hun beeldenstormen en de twitteraars die van geen ophouden weten. Regeringen en hun instellingen die voortdurend de doelpalen verzetten bij het regelen van alles en nog wat en geen idee hebben hoe daar mee te stoppen. Allemaal aspecten die onder de noemer ‘anarchie’ vallen.

We kennen de individuen. Onze eigen Frans Timmermans, bijvoorbeeld. Hij wordt als ‘klimaat paus’ betiteld maar ‘Grand Inquisitor’ zou beter passen. Frans ‘Torquemada’ Timmermans klinkt ook beter. Maar kijk eens naar de mentaliteit van die twee: een ongeremde drang om mensenzieltje te redden en steeds idiotere maatregelen om dat te bereiken. Om de ziel te redden mocht je met gemoedsrust iemand doodmartelen. Om de ziel te redden van hen die zondigen tegen het klimaat, het waanidee van de gedrevene, mag je best de mensheid in de armoede storten.

We kennen de instituten. Neem bijvoorbeeld het US Environmental Protection Agency. Bron van een eindeloze stroom regels en regeltjes om bedrijven en boeren te vertellen wat ze allemaal niet mogen doen, de meeste ervan totaal overbodig of zelf schadelijk en contra-productief. Een US president, die waarvan de naam niet mag worden genoemd, probeerde de bezem door die Augiasstal te halen maar slaagde daar helaas niet in, zodat onder de huidige bewoner van het Witte Huis de anarchie als een driekoppige Cerberus terugkwam. Ons eigen RIVM doet er niet voor onder met hun stikstof waanzin. Dat het beleid met betrekking tot Covid niet veel beter is was voorspelbaar gezien de institutionele anarchie in dat clubje.

En dan zijn er die regeringen die maar niet ophouden met het maken van nieuwe vooral groen regels. De huidige US president probeert het ‘Build Back Better’ programma door het Congress te loodsen, een gigantisch pakket waarin zo ongeveer elke hobby van de linkervleugel van de Democrats is verwerkt; tot nu toe is het niet gelukt maar ze proberen het telkens weer.


In Nederland is de regel brei voor de energievoorziening zo uit de hand gelopen dat er geen coherente politiek meer is; Jan en alleman bemoeit zich ermee, tot aan de rechters toe. Er is geen plan B en dus zal dat grandioos fout lopen. Nu zien we dezelfde waanzin uitgerold worden voor de voedselvoorziening. Den Haag, een paar uitzonderingen daargelaten, weet echt niet waar hun volgende maaltijd vandaan komt.

Maar waar het echt uit de hand is gelopen is bij onze buren in Duitsland, die nu gaan ontdekken dat hun volprezen groene beleid een gevangenis is waarin de verwarming en het licht verondersteld werden verzorgd te worden door de buren, die het echter laten afweten. Ze mogen zich gelukkig prijzen dat niet alle afgedankte kolengestookte centrales waren gesloopt. De groene anarchie als vijfde rijder van de apocalyps. We leven in interessante tijden.

***