Auteur: Josef Joffe.

Vertaling: Martien de Wit.

Nieuwe religie: profeten, apocalyps, schuld en hoop: tussen de oude geloofsdoctrines en de nieuwe dogmatische milieuactivisten zijn er enkele opzienbarende structurele overeenkomsten – ondanks de roep om wetenschappelijkheid. De journalist Josef Joffe heeft recente teksten over het klimaat met de Bijbel vergeleken.

Zowel hier als daar zijn er profeten, apocalyps, schuld – en hoop: wat oude leerstellingen en de nieuwe dogmatici verbindt.

Natuurbehoud is niet nieuw. Al in de 13e eeuw werd kaalslag door het kappen van bomen verboden in het Gasteiner Tal, later het vangen van vogels in Zürich. Fridays for Future is ook niet helemaal nieuw. In 1895 ontstond in Amerika de eerste landelijke beweging, de Sierra Club, waaraan wij nationale parken zoals Yellowstone te danken hebben. Maar het motto was praktisch en pragmatisch: ‘verkennen, genieten, beschermen’.

Ondertussen tiert de kosmische angst welig. Het viel deze auteur in 2007 al op dat milieubescherming religieuze trekken begon te vertonen toen het ‘Gaia’ hotel werd geopend in de Napa Valley in Californië. De traditionele bijbel ontbrak op het nachtkastje; nu lag er ‘An Inconvenient Truth’, de wereldwijde bestseller van ex-vice president Al Gore. De boodschap: opwarming van de aarde is het einde van de wereld.

De doctrine van onheil

Verdoemenis is een van de oudste religieuze motieven. Wat reeds in het Gilgamesj-epos voorkwam, werd in de zwartste kleuren geschilderd als de zondvloed in Genesis: als een goddelijke doodstraf voor ‘de goddeloosheid van de mens’. Het liep goed af omdat God Noach, een ‘vroom man zonder blaam’, als redder koos. Toen de ‘klimaatontkenner’ (vergelijk met ‘God-ontkenner’) in onze tijd opdook, werd de verdenking van de gelijkenis tussen ‘klimatisme’ en godsdienst sterker. Hoe werkt zo’n geloofscomplex, in bijvoorbeeld de joods-christelijke religie? Er zijn vier structurele elementen.

Ten eerste moet er een profeet zijn – iemand die ver in de toekomst kijkt en de ‘vernietiging’ van de mensheid voorspelt. Jesaja bijvoorbeeld, die uitriep: ‘Wee het zondige volk, de schuldige natie’ (1:4). Of Al Gore die zei: ‘Wij Amerikanen hebben gezondigd (. . .), we moeten berouw tonen door ons comfort op te offeren.’ Zo ook Greta Thunberg: ‘Ik wil dat je in paniek raakt, dat je de angst voelt.’

Ten tweede moet een religie zich beroepen op de apocalyps. Johannes verkondigt in Openbaring 13:13 dat er ‘vuur uit de hemel zal neerdalen’. Voor Thunberg is het einde van de wereld al in zicht: “Je moet doen alsof je huis in brand staat. Want het brandt.” De Bijbel is een compendium van onheil sinds de zondvloed. Sodom en Gomorra zijn vernietigd in een vuurstorm. De tien plagen voorspellen de ondergang van Egypte. Niet eerder zijn de kinderen Israëls ontsnapt of God wil zelfs zijn eigen volk doden omdat zij eer hadden bewezen aan het gouden kalf.

De statistieken van de apocalyps

Vandaag wapenen de voorboden van onheil zich met veronderstellingen, modellen en statistieken. Smeltend ijs zal kusten overspoelen. Orkanen zullen het land verwoesten. Onze voorouders zagen overal tekenen van het kwaad, wij ook. Een paar jaar geleden waren de bosbranden in Brazilië de voorbode. De zwarte rook vergiftigde de ‘longen van de wereld’ en verstikte de mensheid. Openbaring 6:13 zegt: “De zon werd zwart als een haren zak en de maan werd als bloed.”

In het derde deel komt de schuldvraag aan de orde. Zij die de macht hebben zijn slecht. “De Heer treedt in het oordeel over de oudsten van zijn volk en over zijn vorsten,” dondert Jesaja in 3:14. “Want gij hebt de wijngaard bedorven,” uw hebzucht diende.

Vandaag is het het rijke Westen. De Heer zal van u wegnemen “de versierselen aan de kostbare schoenen, en de spijkers, de gespen” (3:18). En voor hem “zal elke knie zich buigen” (45:23). Klimaatprofeet Thunberg: “De beschaving wordt opgeofferd, zodat enkelen veel geld kunnen verdienen.” Zij zouden “hebben geweten welke onschatbare waarde zij opofferden om onvoorstelbare bedragen binnen te harken”.

De uitweg

Maar nu deel vier: geen profeet zonder hoop en verlossing. “Indien iemand niet geschreven was in het boek des levens, werd hij geworpen in de poel des vuurs” (Johannes 20:15). Maar degene die gezuiverd is, zal genade ervaren, als hij zijn zonden heeft beleden, berouw heeft gezworen en berouw heeft getoond.

In het klimatisme komt verlossing voort uit het afstand doen, wat ook een religieuze stijlfiguur is. Jesaja is verontwaardigd: “Uw huizen zijn vol van wat gij van de armen hebt geroofd” (3:18). Vandaag is het de uitbuiting van de Derde Wereld. Verzoening vraagt om een offer: Weg met de snuisterijen! Fietsen in plaats van auto’s, treinen in plaats van vliegtuigen. Geen vlees, want veeteelt vernietigt de bossen en vergiftigt de atmosfeer met methaan. Maak energie duurder, ook al treft het de armen harder dan de rijken. Laat het afgodsbeeld ‘groei’ los.

Wat is het probleem? IJsberen sterven niet uit, ze planten zich voort. De Seychellen zijn nog niet in zee gezonken. Weer is geen klimaat, hoewel wij elke tornado opvatten als een teken uit de hemel. De Derde Wereld wordt rijker – dankzij die verdomde globalisering. Is de opwarming van de aarde cyclisch of het gevolg van snelle industrialisatie? De historische statistieken, die teruggaan tot de prehistorie, meten wel degelijk de parallelle stijging van CO2 en temperatuur. Maar wat is de oorzaak en wat is het gevolg – vooral omdat er honderdduizenden jaren geleden nog geen auto’s of fabrieken waren?

Dergelijke vragen kunnen voortkomen uit de geesten van ‘klimaatontkenners’. Ernstiger is het fundamentele: de onverenigbaarheid van geloof en empirie. ‘Ik geloof’ betekent ‘Ik weet’. Wetenschap is echter de weerlegbare hypothese in plaats van zekerheid. De wereld is verdeeld in orthodoxen en ketters, wat het klimaat niet ten goede komt. Het resultaat is een dialoog van doofstommen die geen van beide partijen slimmer maakt.

Wegen van taal

Een existentieel vraagstuk zoals het klimaat moet een open einde hebben – om twee redenen. Een daarvan bestaat uit de rapporten van het IPCC. De gelovigen zien die als de Bijbel 2.0.In feite is de taal weloverwogen en voorzichtig; lees maar eens de 24 bladzijden van de ‘Summary for Policy Makers’ in het 600 bladzijden tellende boekwerk van 2018.

De ‘Samenvatting’ voorspelt niet, maar toont zich behoedzaam – in tegenstelling tot de media met hun trompetgeschal. “Menselijke activiteiten hebben naar schatting ongeveer 1 graad opwarming van de aarde veroorzaakt. Het is mogelijk dat het tussen 2030 en 2052 1,5 graad wordt, als de temperaturen blijven stijgen.”

Extreem weer wordt verklaard door ‘attributiestudies’, in gewoon Nederlands: we weten niet precies wat wat veroorzaakt. Het gaat allemaal om waarschijnlijkheden en projecties gebaseerd op veronderstellingen.

Door de mens veroorzaakte emissies “zijn op zichzelf niet noodzakelijk verantwoordelijk voor een opwarming van 1,5 °C“, zeggen zij. De media hebben het over 4 graden, zeker. Volgens het IPCC zijn de risico’s afhankelijk van vele factoren, zoals “de snelheid van de opwarming, de geografie en de industrialisatie”. Jesaja kende geen mitsen. Maar profetie is gewone stervelingen niet gegeven. Wetenschappers kennen alleen voorwaardelijkheden, ramingen en projecties. En terecht.

Waar het grijze gebied ligt

Het tweede probleem is: ‘Wat te doen?’ Huiseigenaren kunnen brand niet voorspellen. Toch zullen ze een brandverzekering afsluiten. Hetzelfde voorzorgsbeginsel geldt bij klimaatbescherming. De vraag is alleen: hoe hoog moet de premie zijn? Radicale klimaatbeschermers denken niet aan afweging, maar aan apocalypse. Wat de prijs ook is – hij moet en zal er zijn, zelfs als groei, welvaart en sociale rechtvaardigheid eronder lijden.

Rationele preventie moet zich echter op de kosten oriënteren. Jesaja en Johannes hielden zich daar niet mee bezig en met reden. Alleen het einde van de wereld kan berouw en zuivering afdwingen. Rekening houden met onzekerheden vertraagt daarentegen de pedagogische kracht van de waarzeggerij. ‘Er zijn geen grijze gebieden als het op overleven aankomt,’ preekt Thunberg.

Maar is dat waar? Noach bouwde de ark; zijn nakomelingen zullen ook weten hoe ze zichzelf moeten helpen. Door niet te dicht bij rivieren te bouwen die buiten hun oevers treden of aan de rand van bossen die vatbaar zijn voor brand. Om zich tegen droogte te beschermen, zullen zij hittebestendige zaden kweken, en tegen overstromingen zullen zij dammen en dijken opwerpen. En zij zullen niet, zoals in Duitsland, alle kerncentrales sluiten om elektriciteit te halen uit Franse reactors en vuile Poolse steenkool.

De natuurbewuste mens denkt na over de kosten en baten. E-auto’s in plaats van CO2-slurpers? De productie en ontmanteling van accu’s zijn niet milieuvriendelijk. Windmolens vermalen vogels en insecten die fruitbomen bevruchten. Veganistisch is misschien goed voor de veestapel, maar niet voor de CO2-opnemende bossen die moeten worden gekapt om plaats te maken voor voedzame planten – en geen kunstmest, alstublieft! Gesubsidieerde zonne-energie drijft de elektriciteitsprijzen op en maakt de armen armer – hier en nu. Geloof verzet bergen, politiek is een kwestie van kosten en gevolgen.

Ketters tegen gelovigen

Juist dit pragmatische denken is de ergste vijand van de onheilsprofeten; zonder kosmische druk geen heropvoeding. Alleen de apocalypse kan de wereld op zijn kop zetten, alleen het ergste kan het goede baren. Met regelknoppen friemelen daarentegen, brengt mensen in slaap. Een kostenbewuste hervorming neemt de angst weg en blokkeert de verlossing van het kwaad. Alleen een blik in het Bijbelse ‘hellevuur‘ kan ons redden.

Wat heeft de wetenschap, waarnaar zowel de ‘ketters’ als de ‘apocalyptici’ verwijzen, te zeggen?


Laat de filosoof Karl Popper hier het laatste woord hebben: “Alle theorieën zijn hypothesen.” Alleen empirische bevindingen maken “weerlegging mogelijk en dus de verdere ontwikkeling van de theorie. Een wetenschap die haar theorieën immuun maakt voor kritiek (. . .) is pseudo-wetenschap of geloof.” Wetenschap is geen mening, maar een kritische discussie.

Ketters en gelovigen praten natuurlijk niet met elkaar. Geloof, volgens Luther, is een ‘vaste burcht’. Het blokkeert storende vragen aan de linkerkant en aan de rechterkant. En daarmee ook de nieuwsgierigheid, die ten grondslag ligt aan een verstandig milieubeleid.

***

Josef Joffe doceert internationale politiek en ideeënleer aan de Johns Hopkins School of Advanced International Studies in Washington.

***

Bron hier.