Stiekem neemt de overheid burgers steeds meer geld af

Datum:
  • vrijdag 11 februari 2022
  • in
  • Categorie: ,
  • Waar blijft het belastingoproer? Die vraag dient zich aan als je kijkt naar het almaar groter wordende overheidsbeslag. Dat is van 2010 tot en met 2020 met 4 procentpunt gestegen naar 39,2 procent, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).


    Jelte Wiersma 10-2-2022



    Dat betekent dat de overheid beslag legt op 39,2 cent van elke door burgers en bedrijven verdiende euro. Dit is de hoogste collectieve lastendruk sinds die vanaf 1995 op eenzelfde wijze wordt gemeten. Hoger dan het gemiddelde overheidsbeslag (33,8 procent) gemeten in 35 lidstaten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.

    Desondanks is de hoogte van het gros van de belastingen nauwelijks een vooraanstaand thema voor burgers en politici. Zorg, werk, klimaat, corona-aanpak en veiligheid waren tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 de belangrijkste punten voor kiezers, zo bleek uit peilingen bij het EenVandaag Opiniepanel. Dat ­hogere belastingen en premies amper ter discussie staan, komt doordat de overheid die versluiert.

    Werknemer heeft niet goed in de gaten hoeveel belasting zij betalen

    De overheid incasseerde in 2019 354 miljard euro. Daarvan kwam minimaal 176,5 miljard euro binnen via het loonstrookje van werknemers. Toch hebben die niet goed in de gaten hoeveel belasting en premie zij betalen.

    Werknemers ontvangen maandelijks een nettosalaris. Hun werkgever betaalt loonbelasting en sociale premies. Daardoor, maar ook door de onbegrijpelijke loonstrookjes en jaaroverzichten wordt door de wetgever effectief versluierd wat werknemers precies betalen.

    Lees ook het opiniestuk van belastingadviseur Henk Bluemink: Een alternatief voor toeslagen en kortingen

    ‘Het hangt af van je politieke voorkeur of je voor versluierde belastingen bent of niet,’ zegt Henk Vording (63), hoogleraar algemeen belastingrecht aan de Universiteit Leiden. ‘Solidariteit werkt alleen als je dit mechanisme verstopt. De Tea Party in Amerika zegt: solidariteit is niets waard als de overheid haar organiseert. Daarvoor valt wel iets te zeggen.’

    Werknemers krijgen hun brutosalaris niet op hun rekening gestort, ook niet de 25 tot 35 procent die werkgevers daarbovenop voor hun werknemers kwijt zijn. Zou dit wel zo zijn, dan ontvangt iemand met een brutojaarsalaris van 60.000 euro algauw zo’n 35.000 euro per jaar meer dan nu. Dat is bijna 3.000 euro per maand. Als de werknemer dat bedrag maandelijks zelf aan de Belastingdienst moet overmaken, zal dat volgens Vording leiden tot lagere tarieven. ‘Want dit zou een revolutie betekenen. Duizenden euro’s per maand erbij, die wil je niet afstaan. Dan ga je beter letten op wat politieke partijen over belastingen zeggen, terwijl nu geen enkele serieuze partij werk maakt van belastingverlaging.’

    Hij wijst op directeur-grootaandeelhouders en ondernemers, die zelf met de Belastingdienst moeten afrekenen. ‘Zij krijgen eerst geld van klanten op hun rekening en moeten daarvan een deel als belasting overmaken aan de fiscus. Zij zien hun belastingafdracht. Meer zichtbaarheid van de belastingheffing leidt tot druk op de belastingtarieven.’

    Het versluieren is niet met opzet begonnen

    Lees ook wat de belastingbetaler de komende vier jaar te wachten staat: Rutte IV begint. Dit zijn de fiscale plannen

    Het versluieren van belastingen gebeurt breder. De btw die over consumptiegoederen moet worden afgerekend, hebben winkels bijvoorbeeld al verrekend in de verkoopprijs. ‘In Amerika staan de prijzen aangegeven zonder btw. Pas bij het afrekenen aan de kassa komt de btw boven op het te betalen bedrag,’ zegt Onno Ydema (64), oud-hoogleraar Belastinggeschiedenis aan de Universiteit Leiden. ‘Zo realiseer je je telkens: ik ben een belastingbetaler.’

    Het versluieren is niet met opzet begonnen, zegt Vording. ‘De eerste inkomstenbelasting van 1890 betrof alleen de beter verdienenden. Zij betaalden inclusief gemeentebelastingen soms wel 50 procent. Arbeiders en ondernemers betaalden niets. Om dat recht te trekken, ontstond in de jaren dertig een plan op basis van de praktijk in Engeland en Duitsland. Als een arbeider elke week 2 gulden belasting moet betalen, loont het niet om er een belastinginspecteur op af te sturen. Maar doordat werkgevers steeds betere administratiesystemen kregen, kon de overheid daarop gaan meeliften. Het loonbelastingplan sneuvelde in de jaren dertig in de Tweede Kamer door een uitruil tussen de linksere katholieken en rechtsere protestanten. In 1941, onder de Duitse bezetting, hebben ambtenaren dat plan uit de la getrokken en heringevoerd.’

    Werknemers in het duister laten en de administratie van werkgevers gebruiken, werd populair in overheids-, vakbonds- en werkgeverskringen. Vording: ‘Je kunt kosten omslaan over een grote groep en die merkt er niets van.’ Zo betaalden leraren tot en met 2021 wel 2.000 euro vut-premie per jaar. Maar van die vervroegde uittreding zullen zij geen gebruikmaken, want die is afgeschaft.

    Ook werkt het versluierend dat werkgevers zelf mogen bepalen hoe een loonstrookje eruitziet. Het loonstrookje is zo een paradijs voor polderaars om hun compromissen weg te moffelen. De tendens is wel om de belastinginning en daarmee het loonstrookje simpeler te maken, zegt Vording. ‘De fiscus wil zo weinig mogelijk individuele uitzonderingen en het liefst een vlaktaks van bijvoorbeeld 30 procent. Maar het blijft een weggemoffelde belasting.’

    Ydema stelde in 2001 een vlaktaks voor

    Geen politieke partij wil dit wegmoffelen beëindigen, al was het maar omdat de meeste Nederlanders tevreden zijn, zo blijkt uit enquêtes. Ydema: ‘Natuurlijk is dat zo, want de meesten dragen de belastingdruk niet of nauwelijks. Maar zij worden wel geënquêteerd.’

    De 20 procent best verdienende werknemers zijn goed voor bijna de helft van alle inkomstenbelastingen en ­sociale premies. Wie minder dan 60.000 euro bruto per jaar verdient, betaalt eigenlijk alleen sociale premies en nauwelijks belastingen.

    Ydema stelde binnen het CDA, waarvan hij toen lid was, in 2001 een vlaktaks voor. Er kwam niets van. ‘Ik had eens contact met Pieter Omtzigt. Hij zei: “Ik heb een halve dag per week voor de belastingen.” Dat is gek, want het belangrijkste contact van de burger met de overheid gaat over belastingen. Maar in de Tweede Kamer is weinig oog voor de belastingdruk.’ Zo blijft de stiekeme wijze van belastingheffing voorlopig bestaan en zal oproer over de hoge belastingen waarschijnlijk uitblijven.

    2022

    0 reacties :

    Een reactie posten