‘Windindustrie beïnvloedde RIVM-onderzoek windturbines’

Datum:
  • woensdag 27 oktober 2021
  • in
  • Categorie: , ,
  • Het RIVM liet zich bij rapporten over gezondheidsschade door windturbines volgens onderzoeker Joris van Hoof om de tuin leiden door de wind-industrie.


    27-10-2021


    Zo werden verwijzingen naar door de windsector zelf beïnvloede rapporten zonder disclaimer overgenomen. Het RIVM wijst de aantijgingen van de hand.


    Positieve toon
    Onderzoeker Joris van Hoof van de Universiteit Twente viel de ‘heel positieve toon’ op in twee RIVM-rapporten over de gezondheidseffecten van windenergie. Dit betreft Health effects related to wind turbine sound uit 2017 (samen met de GGD Amsterdam geschreven) en Health effects related to wind turbine sound: an update uit 2020. De rapporten worden door veel regionale bestuurders als basis voor hun besluitvorming gebruikt. ’Ik had inmiddels gezien dat een groeiende groep Nederlandse artsen zich ernstig zorgen maakt over de gezondheidsgevolgen van windturbines op land’, zegt Van Hoof. ‘Daar vond ik bij het RIVM niets van terug.’

    Conflict of interest
    Het was reden voor Van Hoof om eens met een kritisch oog naar de rapporten te kijken. ‘Ik stuitte daarbij al snel op een veelgeciteerd artikel over windturbines: ‘Gezondheidseffecten van windturbines: review van de literatuur’ uit 2011. Als je het originele verhaal downloadt, zie je er meteen een zogenaamd ‘conflict of interest’ bij vermeld staan: ‘The authors are actively working in the field of wind turbines.’ Toen ben ik in het RIVM-rapport gaan kijken hoe zij met die commerciële belangen omgingen.’

    Strenge spelregels
    In de alcoholwereld bestaan daar strenge spelregels voor, weet Van Hoof uit eigen ervaring. ‘Het is uitgesloten dat drankproducenten en gezondheidsinstituten met elkaar samenwerken. Dat zijn gescheiden werelden. Daar zijn discussies over ‘conflict of interest’ eerder uitgebreid aan de orde geweest. Ik was verbaasd dat het RIVM daar in hun twee windenergie-rapporten niks mee deed. De door de windindustrie beïnvloede artikelen hebben in de RIVM-rapporten precies dezelfde status als onderzoek door onafhankelijke wetenschappers.’

    Twaalf conflicten
    Van Hoof kwam in zijn factsheet ‘Verborgen belangen in literatuur windturbines’ tot twaalf door het RIVM aangehaalde bronnen met een serieuze ‘conflict of interest’, ongeveer 10 procent van het totale aantal door het RIVM aangehaalde wetenschappelijke publicaties. ’Ik heb daarbij slechts naar de zwaarste categorieën conflicten gekeken.’ Wat hem het meest heeft verbaasde, is dat het RIVM in het rapport helemaal niks over dergelijke conflicten meldde. ‘Bij één artikel was de samenvatting nagenoeg woordelijk in het RIVM-rapport overgenomen, maar het zinnetje over de sponsoring door de energie-industrie was als enige weggelaten. Dat vind ik dubieus. Waarom is dat gedaan? Daar kiest het RIVM dus kennelijk bewust voor.’

    Reviewers
    Een andere kwestie vindt Van Hoof zo mogelijk nog kwalijker. Het is gebruikelijk dat concept-rapporten van wetenschappers worden voorgelegd aan zogenaamde reviewers. Zij gaan er dan nog eens kritisch doorheen en geven suggesties voor aanpassingen, zo ook bij het eerste rapport dat het RIVM (mede) publiceerde. ‘Een van de twee reviewers, ontdekte ik, was op dat moment voor de energie-industrie werkzaam. Van de andere reviewer kon ik dat niet met zekerheid vaststellen, maar het is wel zeker dat zij voor de industrie had gewerkt en er wellicht nog steeds banden mee onderhield.’

    Onverantwoord
    Van Hoof noemt het ‘echt onbegrijpelijk’ en ‘onverantwoord’. Hij zegt: ‘Ik heb het RIVM gevraagd of ik de feedback van die twee reviewers mocht zien, maar dat wilden ze niet. Ik raad iedereen aan om dat eens te gaan Wobben.’ Van Hoof vindt de gang van zaken bizar. ‘Stel ik doe als overheid wetenschappelijk onderzoek naar alcoholmarketing en geef het conceptrapport eerst aan Heineken en Bacardi voor inhoudelijke feedback. Dat kan niet. In hun hoofdstuk over de gehanteerde methodiek geeft het RIVM bovendien niks prijs over de precieze opdracht die ze hebben gegeven aan die reviewers. Wat die twee aan feedback hebben gegeven en wat daarmee vervolgens door het RIVM is gedaan – het is één grote blackbox.’

    Inhoud
    Van Hoof heeft het RIVM heeft zijn bevindingen voorgehouden. ‘Hun reactie was: we hebben de artikelen geselecteerd op inhoud en niet op mogelijke belangenverstrengeling. Maar waaróm ze die verstrengeling in hun rapporten niet meldden, hebben ze mij niet aangegeven.’

    Onbestaanbaar
    Iets soortgelijks kreeg hij te horen over de reviewers. Namelijk, dat de twee waren geselecteerd op basis van hun expertise in het vakgebied. ‘Als ik onderzoeksleider was geweest in een onafhankelijk onderzoek, zou het naar mijn opvatting onbestaanbaar zijn om reviewers te vragen die de schijn van partijdigheid oproepen of die zelfs aantoonbare belangen hebben.’ En decentrale bestuurders die nu voor de plaatsing van windmolens staan, waar moeten die zich op baseren? Van Hoof: ‘Er moet allereerst openheid komen over wat die reviewers precies hebben gezegd en wat het RIVM met hun bevindingen heeft gedaan. En verder moeten regionale bestuurders zich realiseren dat in steeds meer ons omringende landen wetgeving van kracht wordt dat windturbines niet mogen worden geplaatst binnen een omtrek van tien keer de hoogte van de windmolen. Dat zijn ook de adviezen van onafhankelijke buitenlandse en Nederlandse experts. ’

     

    Wie zijn deze reviewers?

    Wie zijn de reviewers van het rapport van de GGD Amsterdam en het RIVM uit 2017? Geoff Leventhall  is sinds 1993 consultant op het gebied van ruis, trillingen en akoestiek en werkt internationaal op het gebied van geluidsproblemen. Dr. Leventhall (niet professor, zoals in het RIVM-rapport staat) is een man van uitgesproken meningen. ‘Er is geen bewijs voor wat de critici van windenergie zeggen. Het is allemaal verzonnen, vergezocht en ze proberen iets te vinden om tegen te zijn. Het is propaganda en het is zeer, zeer effectief’, zei hij in 2013 tijdens een hoorzitting van de Vermount Senate committee. In 2017 publiceerde Leventhall gelijktijdig met het review-werk voor het RIVM een artikel met de oprichter van Hessler Associates, een consultancybureau dat werd opgericht om advies te geven aan de energie-industrie.

     

    Kerstin Persson Waye is sinds 2009 hoogleraar (professor) aan de Universiteit van Gotenburg in Zweden, bij de School of Public Health and Community Medicine. Haar expertise is Environmental Medicine, met een focus op geluid. Ze heeft een stevig track record qua aantal wetenschappelijke publicaties en onderzoeksprojecten. Tot 2008 heeft ze enkele onderzoeken gedaan die gefinancierd waren door de Swedish Energy Agency, waaronder twee studies uit 2007 die in het RIVM-rapport staan. Vanaf 2008 is er geen door de branche betaald onderzoek bekend. Persson Waye heeft geen afstand gedaan van de artikelen die door de branche zijn gefinancierd en verwijst er nog steeds naar.

     

    Onafhankelijkheid gebaat bij melding conflicts of interest

    De onafhankelijkheid van onderzoeksrapporten wordt vergroot als er een overzicht van mogelijke ‘conflicts of interest’ aan wordt toegevoegd. Dat stelt Marieke Fransen, hoogleraar communicatiewetenschap aan de Radboud Universiteit. Ze wil niet specifiek op de onderbouwing van de twee RIVM-rapporten ingaan, maar kan wel de gebruikelijke gang van zaken bij wetenschappelijke reviews beschrijven. ‘Daarin geef je voor alle in het rapport of artikel opgenomen studies aan of er een risico op bias, vertekening van de werkelijkheid, is. Bijvoorbeeld door aan te geven of de onderzoekers wisten in welke hoedanigheid de auteurs de onderliggende studies schreven en of er ook data uit zijn verwijderd. Op die manier heeft de lezer meer inzicht in de kwaliteit van de gerapporteerde onderzoeken en dus ook in de kwaliteit van de conclusies.’

     

    REACTIE RIVM: 
    Het artikel schetst het beeld dat het RIVM literatuuronderzoek beïnvloed zou zijn door de windindustrie. Wij kunnen ons niet vinden in deze conclusie. Opdrachtgever van beide literatuuronderzoeken (2017, 2010) was de Zwitserse overheid. Zij hebben de aanpak, selectie van studies of conclusies niet beïnvloed. In het artikel komen verschillende niveaus van conflict of interest (COI) aan bod: COI bij  geselecteerde artikelen en het betrekken van beoordelaars (2017). RIVM volgde bij de uitvoering van het onderzoek standaard internationale protocollen, die de wetenschappelijke kwaliteit waarborgen. Daartoe behoort ook dat a priori geen artikelen worden uitgesloten die een COI rapporteren of die (mede)gefinancierd worden vanuit het bedrijfsleven.
    Volgens Dr. van Hoof zijn er twaalf publicaties opgenomen met expliciete of impliciete belangenverstrengeling.  Zes hiervan werden gefinancierd door de overheid,  twee door overheid en de private sector. Vier artikelen noemen COI expliciet in verband met banden met de sector. De in het artikel gewekte suggestie dat  dat financiering door de overheid, een marktpartij of de branche zou leiden tot voor de sector gunstige resultaten, delen wij niet. Dit blijkt evenmin uit de analyse. Tien artikelen vinden dat een toename van WT-geluid samenhangt met een toename in hinder, slaapverstoring, hoorbaarheid, negatieve attitude of perceptie.  Op grond van alle geselecteerde artikelen concludeerden we dat er een significant verband is tussen WT-geluid en hinder en wisselend bewijs met slaapverstoring, mogelijk samenhangend met lange termijn gezondheidseffecten.
    Van de twee beoordelaars van het eerste rapport wordt gesuggereerd dat zij verborgen belangen zouden hebben. Beiden zijn gevraagd op grond van hun wetenschappelijke expertise en toonaangevende publicaties in het veld. Professor Leventhall  is een zeer vooraanstaand adviseur die werkt voor alle partijen en sluit de windsector hierbij niet uit. Professor Persson Waye is expert op het gebied van omgevingsgeluid, waaronder van windturbines. Haar onderzoek werd gefinancierd door het Zweedse Energie Agentschap, eigendom van de overheid. De beoordelaars hebben commentaar gegeven op feitelijke  onjuistheden, leesbaarheid, onvolledigheden en  onduidelijkheden en geen invloed gehad op de conclusies in het rapport .

    BINNENLANDS BESTUUR




    2 reacties :

    Anoniem zei

    We moeten ons eens de vraag stellen of er nog wel een Overheid Orgaan is wat wel integer is want het begint zo langzamerhand de spuigaten uit te lopen met de corruptie onder de diverse Overheden. Zo erg als het nu is is het zelfs in de voormalige Sovjet Unie niet geweest.

    Anoniem zei

    Het RIVM? Krijgen we daar wekelijks niet de nieuwe Corona cijfers van te horen? De vraag is of we die cijfers nog wel serieus kunnen nemen.

    Een reactie posten