Boer helemaal klaar met overheid en burger heeft nauwelijks kennis van sector

Het vertrouwen van de boeren in de overheid is bijna gedaald tot het nulpunt. Agrariërs zoeken massaal hun heil bij de BBB, ten koste van het CDA. De doorsnee burger heeft nauwelijks kennis van de sector. Dit blijkt uit een onderzoek van I&O Research in opdracht van de Volkskrant.

21-10-2021

Nog geen 1 procent van de boeren zegt vertrouwen te hebben in de landelijke overheid. 88 procent zegt dat overheid niets begrijpt van de positie van boeren. Slechts 9 procent van de ondervraagde agrariërs heeft nog vertrouwen in minister Schouten. Premier Rutte scoort een paar procent hoger.

Voerleverancier belangrijker dan belangenorganisatie

Het meeste vertrouwen genieten de sectororganisaties, voerleveranciers, melkfabrieken en vleesverwerkers. Opvallend is dat boeren de voerleveranciers, afnemer en de consument veel belangrijker vinden dan de belangenorganisaties. FDF wordt als iets minder belangrijk gezien dan LTO en Agractie, maar de waardering voor FDF (48 procent positief) is wel hoger dan de LTO (41 procent positief).

De BoerBurgerBeweging (BBB) krijgt massaal steun van boeren. 68 procent zegt op de partij te stemmen bij de eerstvolgende landelijke verkiezingen. De SGP is tweede met 8 procent. De steun voor het CDA is met 4 procent gedaald tot een dieptepunt. Dit komt overeen met een peiling van Agrio in het kader van de Sterke Erven Monitor 2021, die in september werd gehouden.

Burger onwetend

In het onderzoek kregen ook burgers een aantal vragen voorgeschoteld over de sector. Daaruit blijkt dat burgers zeer weinig kennis hebben van de landbouw. Meer dan de helft van de burgers durfden antwoord te geven op vragen als: Hoeveel boerenbedrijven zijn er in Nederland, hoeveel mensen werken er in de landbouw, welk aandeel van de grond wordt ‘bezet’ door de landbouw en wat is bijdrage van de landbouw is aan de Nederlandse economie (BBP). Bij de laatste vraag is het antwoord van de burgers gemiddeld 19,3 procent. I&O becijfert de bijdrage van de landbouw op 1,4 procent. Daarbij wordt alleen de primaire landbouw gerekend. De totale bijdrage van de landbouw ligt veel hoger.

Tekst: Sjouke Jacobsen