Opinie: Ook de tegenmacht van de gemeenteraad is in gevaar

Datum:
  • zondag 2 mei 2021
  • in
  • Categorie: ,
  •  Laat Omtzigt-gate ook een wijze les zijn voor raadsleden. Want op dit moment is hun controlerende taak simpelweg een farce, betogen Paul Klaver en Henk Leenders.


    Nog bijkomend van de bizarre vertoning in de Tweede Kamer vorige week, beseften we dat de reden van het debat over ‘positie Omtzigt, functie elders’ niet alleen betrekking heeft op de Tweede Kamer, maar op de positie van álle volksvertegenwoordigers in onze schijnbaar goed functionerende democratie. Volksvertegenwoordigers, zowel in gemeenteraden, Provinciale Staten als Tweede Kamer, hebben als belangrijkste taken het bepalen van de kaders voor beleid (medewetgeving) én het uitoefenen van controle op de uitvoering van dat beleid door wethouders, gedeputeerden en ministers.

    Vorige week bleek wat wij, door onze eigen lange ervaring als volksvertegenwoordiger, al lang wisten: die controlerende taak is in de praktijk een farce. De balans tussen de (uitvoerende) macht en de (controlerende) tegenmacht is zoek. Deze onbalans staat het noodzakelijke vertrouwen tussen macht en tegenmacht in de weg. Vertrouwen dat nodig is om een gemeente, provincie of land naar behoren democratisch te kunnen besturen.

    Pieter Omtzigt heeft volkomen duidelijk gemaakt dat hij jarenlang werd tegengewerkt door ministers om zijn controlerende taak als Kamerlid te kunnen uitvoeren, met name door het gebrek aan informatie. Illustratief zijn de rapporten waarvan grote passages waren weggelakt. Het gebrek aan informatie, en vooral het opzettelijk achterhouden van informatie en het geven van ingekleurde informatie, is een van de belangrijkste redenen waarom een volksvertegenwoordiger het bestuur niet kan controleren.

    Te weinig instrumenten

    Maar niet alleen dat. De Nederlandse volksvertegenwoordiger, op alle niveaus, heeft te weinig instrumenten om de controlerende taak naar behoren te kunnen uitvoeren. Je loopt mijlenver achter bij een professioneel college van burgemeesters en wethouders, Gedeputeerde Staten of ministers en staatssecretarissen. Wat te denken van een wethouder met ambtelijke ondersteuning, tegenover een gemeenteraad met een griffie die alleen procedurele ondersteuning geeft. Of een Kamerlid dat een enkele medewerker achter zich heeft zitten in de Kamerbankjes, tegenover een minister die vijf ambtenaren meeneemt, terwijl er nog eens twintig meekijken op het ministerie.

    Een totale onbalans tussen macht en tegenmacht. Een ongelijk speelveld dat door diezelfde volksvertegenwoordigers in stand wordt gehouden omdat zij, als hoogste orgaan, zelf gaan over hun ondersteuning. Wij hebben ervaren dat voorstellen om de ongelijkheid tussen macht en tegenmacht minder groot te maken, bijvoorbeeld door een betere ondersteuning te regelen voor gemeenteraadsleden, door de raad zelf werden weggestemd. Immers, zuinigheid siert je als volksvertegenwoordiger, geld uitgeven aan jezelf is not done. Maar met die opvatting neem je je taak als controleur van de uitvoerende macht niet serieus.

    Dat brengt ons tot de volgende vragen voor de gemeenteraad. Hoe voer ik als raadslid mijn controlerende taak goed uit? Wat heb ik daarvoor nodig, als volksvertegenwoordiger? Het begint bij het zelfbeeld van het raadslid.

    Kritische zelfreflectie

    Dat vraagt kritische zelfreflectie en een antwoord op de vraag: voer ik mijn controlerende taak naar behoren uit? Plaats ik voldoende tegenmacht tegenover de uitvoerende macht? Is er werkelijk sprake van een deugdelijk toezicht op de uitvoerende macht? Heb ik, met wat ik doe, een verhaal naar de burger? Een zelfkritisch gemeenteraadslid zal zich realiseren dat op al deze terreinen nog veel te verbeteren valt.

    Een tweede belangrijke vraag is: krijg ik voldoende informatie van het bestuur om mijn controlerende taak goed uit te kunnen voeren. Wordt er informatie achtergehouden, gekleurd, weggelakt? En ben ik in staat bestuurders daarop aan te spreken en geen genoegen te nemen met een informatieachterstand?

    Ook hier valt ons inziens het nodige te verbeteren. Een derde, en zeer belangrijke vraag: heb ik voldoende (personele) ondersteuning om mijn werk goed te kunnen doen? Heb ik voldoende deskundigheid en zeggingskracht om de tegenmacht vorm en inhoud te kunnen geven?

    Negatieve beeldvorming

    En als het antwoord ontkennend is, durf ik dan meer ondersteuning te organiseren en mij daarover te verantwoorden aan de burger, vanuit het belang van mijn serieuze taak voor het algemeen belang? Of ga ik mee in de negatieve beeldvorming dat politici zakkenvullers zijn die (te) veel geld aan zichzelf besteden?

    Het beladen debat in de Tweede Kamer over de gelekte memo heeft als voordeel dat de positie van de Nederlandse volksvertegenwoordiger, als (mede) wetgever en controleur, actueler is dan ooit. Als volksvertegenwoordigers bereid en in staat zijn deze vertoning ook op zichzelf te betrekken en niet alleen te beschouwen als een Haags onderonsje, kunnen ze deze gebruiken om hun positie te verbeteren. Waardoor ze ook de opdracht van hun kiezers naar behoren kunnen uitvoeren.

    Zo’n verbetering past bij diverse bestaande initiatieven tot bestuurlijke vernieuwing en pogingen om de betrokkenheid van burgers te vergroten. Maar al die initiatieven zijn zinloos als volksvertegenwoordigers hun essen-­tiële taken niet naar behoren kunnen vervullen. Maart volgend jaar worden de nieuwe volksvertegenwoordigers gekozen in de gemeenteraden. Wij dagen aspirant-raadsleden uit zich het belang van hun taak te realiseren en de handschoen op te pakken.

    Paul Klaver is gemeenteraadslid van Roosendaal. Henk Leenders was gemeenteraadslid van Breda, Statenlid in Brabant en Tweede Kamerlid.

    de VOLKSKRANT

    0 reacties :

    Een reactie posten