Een gastbijdrage van Theo Richel.
Er is maar één argument tegen kernenergie en dat is de vrees voor ioniserende straling. Alle bezwaren tegen kernenergie (ongelukken, afval, bommen) zijn daarop terug te voeren. En dat argument klopt niet, straling is bij lange na niet zo gevaarlijk als veel mensen denken … of beter, zoals in de wet is vastgelegd. Volgens de wet is straling altijd gevaarlijk, altijd, tot in de allerkleinste hoeveelheid. Dat is het officiële standpunt van overheden overal en dientengevolge bestaat er een enorme vrees voor straling: radiofobie. Er hoeft ergens maar iets te gebeuren met radioactiviteit en de media trekken de registers open over kanker, mutaties, aangeboren afwijkingen en andere gruwelen. Allemaal volgens het recept ‘Wat Er Zou Kunnen Gebeuren!’
De paniek wordt keer op keer probleemloos herhaald, maar zelden kijken mensen terug, en dan blijkt: er is niet zo veel gebeurd. De atoombom veroorzaakte een verwoesting die zich nauwelijks onderscheidde van de verwoesting die andere bombardementen in Japan hadden aangericht en de extra kanker die de straling jaren later veroorzaakte was niet erg indrukwekkend. Het nageslacht is ook bij de overlevenden van de bom niet aangetast, ondanks al die cartoons van monsters met drie hoofden. Bij Tsjernobyl kan men nauwelijks extra kanker vinden en de misvormde baby’s die men op televisie laat zien, hebben niets te maken met de straling die bij dat ongeluk is vrijgekomen. Daarvoor waren de niveaus simpelweg te laag.
Bij Fukushima zijn geen stralingsslachtoffers gevallen en volgens de WHO gaan die er ook niet komen. Maar dat is geen probleem, want ook zonder een enkel ziektegeval noemt menigeen wat hier is gebeurd een ‘kernramp’. En het is dat verwachte onheil dat, zowel bij Tsjernobyl als bij Fukushima zorgde voor massale evacuaties en voorzorgsbeleid die aantoonbaar wel voor duizenden doden hebben gezorgd. De angst voor straling is een veel groter gevaar dan de straling zelf.
De voorstanders van kernenergie vragen nu beleefd met de hoed in de hand of er vanwege het klimaat’probleem’ niet een beetje ruimte kan komen voor kernenergie. De mensen aan wie ze dat vragen zijn de nazaten van de rabiate meute die in de jaren 80 zijn gat afveegde met al die nucleaire wetenschap (ik was een van hen) en zich beperkte tot dat ene ‘argument’: ‘Straling is toch altijd gevaarlijk? nou dan, dat willen we niet.’
In de nucleaire wereld neemt – vooral vanwege de voor velen dodelijke evacuaties van Tsjernobyl en Fukushima – de schaamte toe over het feit dat een beleid dat mensenlevens zou moeten redden zo averechts uitpakt, temeer omdat duidelijk wordt dat dat beleid dat in de jaren 50 besloot om straling als supergevaar te bestempelen op fraude blijkt gebaseerd (Google ‘Calabrese Muller’ voor meer).
Theo Richel.
Er is dus een discussie gaande om de normen aan te passen en zo een wat ontspannender klimaat te creëren. Maar er is inmiddels een enorme industrie van ‘stralingsbeschermers’ ontstaan, die geen of nauwelijks mensenlevens redt, maar die begrijpelijkerwijs zal vechten voor haar voortbestaan.
Kort en goed, ik ben een groot voorstander van kernenergie, maar ik denk dat deze fantastische uitvinding een renaissance kan vergeten, als niet eerst de radiofobie wordt aangepakt. Daartoe heb ik bijgaande video gemaakt. Ik zie uit naar uw reacties.