Het Haagse wereldje en de scheiding der machten

Datum:
  • donderdag 6 februari 2020
  • in
  • Categorie: , ,



  • DOOR  · 6 FEBRUARI 2020
    De greep in de kas van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, die Ruud Lubbers zich had voorgenomen, ging niet door. Maar hoe moest een loonsverhoging voor ambtenaren dan wel worden gefinancierd?
    De gemakkelijkste oplossing, waar feitelijk ook voor gekozen is, was om het benodigde geld voorlopig even te lenen en verder te hopen dat door het aantrekken van de economie de belastingopbrengsten zouden stijgen, waardoor er meer financieringsruimte zou komen in de volgende jaren.
    Als we de economische ontwikkelingen van de laatste decennia bekijken zouden we daar misschien in de toekomst wat minder optimistisch over moeten zijn. Als spectaculaire technische ontwikkelingen als computerisering, het internet en een voortschrijdende automatisering niet tot een economische groei van betekenis hebben geleid, dan mag je er vanuit gaan dat het voorlopig kwakkelen blijft. Zeker als de stroom vluchtelingen aanhoudt, die economisch gezien de grootste domper op de groei lijkt te zijn.
    De enige echte oplossing is om een stop te zetten op de salariskosten bij de overheid en bij van de overheid afhankelijke instellingen. Binnen die instellingen moet men dan maar besluiten of dat wordt opgevangen door minder personeel in dienst te nemen of door solidair te zijn en met zijn allen de achteruitgang te delen.
    Als we daarbij in aanmerking nemen dat het bestaande overheidsapparaat bijna vijftig procent van BNP voor zijn rekening neemt en dat die kosten in meerderheid uit loonkosten bestaan, dan lijkt het voor de hand te liggen het niet te laten bij een loonstop maar een stap verder te gaan en de loonkosten van de overheid jaarlijks met een vast percentage te verminderen.
    Als we daarbij kiezen voor een vermindering van de overheidssalarissen dan zou dat betekenen dat iedereen in overheidsdienst over tien jaar iets in de orde van grootte van tien procent minder verdient.
    Gemiddeld verdient men op het ogenblik bij de gemeenten drie duizend euro per maand en bij het rijk iets meer. Helemaal vergelijkbaar zijn overheidssalarissen niet met salarissen in het bedrijfsleven, maar het gemiddelde loon ligt bij de overheid zeker tien procent hoger dan in het bedrijfsleven, terwijl de toegevoegde waarde van een ambtenaar gemiddeld een behoorlijk stuk lager is dan van een employee in het bedrijfsleven.. Uit een oogpunt van rechtvaardigheid zou er daarom veel te zeggen zijn voor loonsverlaging bij de overheid.
    Voldoende om de kosten van de overheid terug te brengen naar een redelijk niveau is zo’n verlaging overigens niet. Door een hogere efficiency en het opheffen van afdelingen die geen aanwijsbare toegevoegde waarde hebben, kunnen de kosten zeker nog veel meer naar beneden. Maar het zou wel erg verstandig zijn om daar een goed plan aan ten grondslag te leggen en er politiek draagvlak bij te zoeken.
    In dat verband zou het waarschijnlijk verstandig zijn om in de toekomst een strikte scheiding (zie ook hierRed.) aan te brengen tussen politiek en ambtenarij. Iemand met andere woorden, die meer dan een te bepalen aantal jaren in overheidsdienst heeft doorgebracht kan nooit meer volksvertegenwoordiger worden. Omgekeerd kunnen politici dan nooit meer een bestuurlijke of ambtelijke functie krijgen.
    Als dat gebeurt kan de politiek voortaan weer daadwerkelijk de overheid controleren, net als vroeger en kan de overheid haar aandacht weer richten op de dienstverlening aan de samenleving . Dan is er geen sprake meer van een naar binnen gericht Haags wereldje.

    Dit artikel over de scheiding der machten verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
    VEREN of LOOD

    0 reacties :

    Een reactie posten