Een gastbijdrage van Paul Scheffers.
Sinds 2005 wordt benzine in Nederland verdund met (bio-)ethanol als ‘klimaat’maatregel.
In diverse Europese landen – vooral in Duitsland, Frankrijk en België – bieden tankstations met (bio-)ethanol verdunde / aangelengde benzine aan. In Nederland is met name E5 verkrijgbaar en vanaf 1 oktober 2019 zal ook E10 verplicht als brandstof naar keuze worden aangeboden bij tankstations, bestemd voor toenemende aantallen auto’s die daarvoor een geschikte motor bezitten. Bio-ethanol wordt wel als sterke aantasting van de natuur aangemerkt. Bovendien vreest men bij wereldwijde schaalvergroting een negatieve invloed van de (bio-m)ethanolproductie voor negatieve akkerbouwtendensen en bijgevolg ook voor de voedselprijzen en voedselvoorziening.
Biobenzine E5 en E10 met (Bio-)ethanol
Het productieproces van (bio-)ethanol (https://nl.wikipedia.org/wiki/Ethanol / bio-ethanol ) is in essentie het omzetten van suikers in ethanol. Via landbouwopbrengst wordt bio-ethanol geproduceerd in fabrieken die CO2 uitstoten. De landbouwgrond is verkregen door het kappen van oerwoud en savannes. De E van E5 en E10 staan voor ethanol, het getal voor het percentage ethanol waarmee de benzine werd verdund. (Bio-)ethanol heeft een lagere verbrandingswaarde dan pure benzine. E5 (Euro 95 en/of SuperPlus) staat voor maximaal 5 procent aangelengd met (bio-)ethanol. Het brandstof verbruik van E5 ligt ongeveer 1% hoger dan benzine zonder (bio-)ethanol.
De getallen bij benzine-95 en -98 staan voor het octaangetal en wordt altijd vermeld aan de pomp. E10 is dus de nieuwe politieke verdunner van benzine, een mengsel van 90 procent fossiele brandstof en maximaal 10 procent bio-ethanol, ten behoeve van de klimaatbeheersing door CO2-emmissie vermindering. Het is de bedoeling van Nederlandse NGO’s E10 door de Europese Unie (EU) verplicht te laten stellen en daarmee E5 te gaan vervangen als nieuwe sterkere ‘klimaat’maatregel.
Met E10 is het brandstofverbruik wederom 2% hoger. Volgens de ANWB, in een rekwest aan de minister, zijn er 900.000 auto’s in Nederland die niet op E10 kunnen rijden en daarvoor verzoekt de ANWB om E5-benzine te handhaven aan de pomp en de cumulatieve prijsverhoging bij E10 door de diverse belastingopslagen te beperken, dit ten faveure van de consument en economie. Auto’s met kenteken van voor 2000 waarbij motor in principe niet geschikt is voor E10 adviseert de ANWB SuperPlus benzine te tanken.
Biodiesel met (bio-)methanol
Ook bij de productie van biodiesel is er het zelfde negatieve effect op de reeds onder druk staande natuur, vooral in de 3de wereld. Biodiesel wordt gewonnen uit plantaardige oliën en via een eenvoudig chemisch proces omgezet tot (bio-)methanol. Hiervoor wordt koolzaad maar ook palmolie geschikt geacht en grootschalig gebruikt. Het voordeel van biodiesel / bio-methanol ten opzichte van bio-ethanol is, dat er geen ingrijpende aanpassingen aan de motor (van het voertuig) nodig zijn. Echter voor permanent biodieselgebruik moeten wel aanpassingen aan de brandstofleidingen en pakkingen met een materiaal dat zich niet laat aantasten door de (bio-)methanol.
Het nadeel bij (bio-)methanol is, dat de grondstoffen voor de productie tot biodiesel eerst voorbewerkt moet worden voor productie, wat sterk milieubelastend is en ook aanzienlijk CO2-uitstoot veroorzaakt. Voordelen van biodiesel ten opzichte van gewone diesel is het veel lagere zwavelgehalte en er is een gereduceerde uitstoot van roet, koolwaterstoffen en aromaten. Sinds 2012 kan ook chemische methanol geproduceerd worden uit CO2 en waterstofgas, de laatste middels elektrolyse verkregen via ‘duurzame’ elektriciteit.
Een lichtpuntje moet vermeld! De KLM meldde, dat ze binnen Europa op frituurvet vliegt als bijdrage aan “klimaatbeheersing’. Het gaat om afgewerkt frituurvet waar bio-kerosine (methanol) van gemaakt is! Jippie! Echter deze bio-kerosine voor de KLM kreeg negatieve reclame omdat in 2015 een grootschalige fraude van 130 miljoen € bij het Nederlandse productiebedrijf werd ontdekt.
Natuur- en milieu-destructie door ‘stop een tijger in je tank’
‘Stop een tijger in je tank’ was een bekende reclame slogan van ESSO in de jaren ‘70 en ’80. Het ging toen om de extra lood toevoeging aan benzine waardoor de ‘klopvastheid’ (hogere compressie mogelijk in de motor) van de benzine kon worden verhoogd, met loodvergiftiging aan het milieu als gevolg, maar gelukkig enige decennia terug al gestopt.
Huidige bio-ethanol-landbouw zorgt nu inderdaad, dat de tijger van de aardbol verdwijnt door het gestaag slopen van oerwoud voor bio-ethanol in je tank via de landbouw van mais, granen, suikerriet, palmolie en koolzaad. Natuur- en milieudestructie voor (bio-M)ethanol wordt door de WWF en milieuorganisaties wereldwijd inmiddels als enorm ingeschat.
In Brazilië verdwijnen nog immer aanzienlijke savanne- en Amazon-oerwoud-biotopen voor suikerrietplantages, waaruit suikerriet-bio-ethanol wordt gemaakt. In Azië zijn het de oerwouden die nog immer gestaag gesloopt worden voor nieuwe palmolieplantages, waarbij de tijger het moet afleggen..
Relatief nieuw is de productie van bio-ethanol uit cellulose van daarvoor gespecialiseerde groeigewassen, zoals 2de generatie bio-crops Jatropha of nog beter gewoon suikerbiet, die bij grootschalige bio-brandstofproductie de voedselvoorziening kan verdrukken en voedselprijzen doet stijgen.
Louise Fresco’s (KNAW) : ‘Stop geen voedsel in je tank’
In haar boek ‘Hamburgers in het Paradijs’, inmiddels vertaald in 20 wereldtalen, pakt Louise Fresco gevoelige ideologische dogma’s één voor één aan, met respect voor de emoties, maar ook met nuance wordt door Fresco nog eens omstandig uitgelegd hoe goed het gaat met de voedselproductie in de wereld en ook zal gaan met het herstel van de natuur als we “bio-brandstoffen” als voedsel voor de brandstoftank afschaffen.
Fresco keert zich tegen biobrandstoffen als verdringer van voedselproductiecapaciteit en is daarbij nog steeds optimistisch over de huidige en toekomstige productiecapaciteit voor voedsel op wereld voor zo’n 10 miljard en wellicht meer aanstaande aardbewoners aan het einde van deze eeuw. Het boek, inmiddels vertaald in vele talen, is vooral kritisch ten opzichte van diverse ideologische en dogmatische heiligenhuisjes bij milieuclubs, maar pleit ook bescherming van de tijgers, oerwouden en savannes.
Fresco waarschuwt ideologen en politici op te houden met pleiten om voedsel in de tank van de auto te stoppen. Fresco (vegetariër) biedt verder een frisse kijk op het te veel doorgeschoten anti-vlees-idealisme en natuurfanatisme vanuit milieuclubs. Er zijn volgens Fresco kansen zat om de aardse rijkdom aan planten en dieren (biodiversiteit) te kunnen herstellen en tevens via wetenschap de industriële voedselproductie en kwaliteit te verbeteren op minder vruchtbare streken vooral in arme ontwikkelingslanden.
Meer brandstofverbruik en dus meer overheidsbelasting door toevoeging (bio-)ethanol
E5, door een lagere energetische waarde, bevat ongeveer 1% minder energie dan pure benzine. Bij E10 komt het brandstofverbruik neer op ongeveer 2% meer brandstofverbruik vergeleken met E5. Daardoor zal het brandstofverbruik nog eens toenemen met E10. Hierbij geldt de regel hoe hoger het percentage (bio-)ethanol des te hoger het brandstofverbruik per kilometer, hierbij speelt rijgedrag ook een versterkende rol. Ook zijn er fiscale nadelen voor de economie en consument aan bio-ethanol verdunning van benzine, omdat het hoger brandstofverbruik in de motor de accijnzen, BTW en ecotax de brandstofprijzen aan de pomp nog eens gaan aanslingeren.
Klimaatbeheersing effect blijkt onmeetbaar, ook met biobrandstoffen
Het opmerkelijke milde klimaatrapportdeel door de klimaatwerkgroep (WG1) in het eindrapport AR5 door het VN-IPCC was slechts catastrofaal / alarmistisch in haar politieke samenvatting voor de beleidsmakers (SPM). Daarna kwam hun tussenrapport SR15, dat nu slechts 1,5 gr Celsius opwarming als wetenschappelijke verantwoorde toekomst voor deze eeuw stelt, hetgeen feitelijk binnen de grenzen valt van een natuurlijke opwarmingscyclus.
Ook hebben we kunnen constateren, in mijn vorige bijdragen, dat de energie- en klimaatwetten door de RutteIII-coalitie geen meetbaar effect (0,0007 grC) hebben op de gewenste klimaatbeheersing voor het eind van deze eeuw.
Waarom dan bio-ethanol en bio-methanol toevoegen aan de pomp, die slechts omvangrijke natuur- en milieuschade veroorzaken en voor het klimaat nul tot neutraal klimaateffect hebben? Zijn het dan slechts de fiscale voordelen van een hoger volume brandstofverbruik die voor de politiek de doorslag hebben gegeven?
Biobrandstoffen ‘goed voor klimaatbeheersing’ en stikstof reductie?
Kan nu de conclusie luiden dat, ondanks de omvangrijke negatieve natuur- en milieu-aspecten, biobrandstoffen een positieve en effectieve oplossing zijn door hun beperkte CO2-reductie ten behoeve van een ideologisch gewenste klimaatbeheersing annex ‘Stoppen van klimaatverandering’?
De Duitse TÜF-testbankresultaten met biobrandstoffen met diverse percentages mengsels van methanol en ethanol toonden aan, dat het brandstofverbruik toenam, maar ook de uitstoot van stikstof toenam, terwijl de thermische efficiëntie van de motor, het nadelige effect van de rook, zwavel en de uitstoot de diverse koolwaterstoffen wel positief daalden.
Wat kunnen we concluderen over de bijdrage door biobrandstoffen?
De CO2-emissie-reductie door toevoeging van (bio-m)ethanol in de mobiliteit is klimaat’neutraal’, m.a.w. heeft geen meetbaar positief klimaateffect. Bij de productie / raffinage van beide wordt CO2 en ook Nitraat uitgestoten.
De negatieve effecten van biobrandstoffen door natuurdestructie, milieuvervuiling en voedselverdringing zijn groter dan het positieve effect van gereduceerde uitstoot van roet, zwavel en koolwaterstoffen.
De fiscale voordelen voor de overheid door verdunning van fossiele brandstoffen in de mobiliteit met (bio-m)ethanol is blijkbaar de belangrijkste bijdrage.