Tegenargumenten van enkele prominente sceptici
29-6-2025
Klimaatrealisme versus IPCC
Door Hans Labohm (en ChatGPT)
Confrontatie van een enkele concrete claims uit het IPCC-rapport (AR6, 2021) met sceptische tegenargumenten van prominente klimaatrealisten.
Claim uit het IPCC AR6 (2021)
“Het is ondubbelzinnig dat de menselijke invloed de atmosfeer, de oceaan en de cryosfeer heeft opgewarmd.” (IPCC AR6, Summary for Policymakers, A.1).
“De waargenomen opwarming sinds 1850 kan niet verklaard worden zonder menselijke invloed.”
→ gebaseerd op simulaties met én zonder antropogene forcing.
Dit steunt op:
- Aantoonbare toename van broeikasgassen door menselijke uitstoot
- Klimaatmodellen die deze opwarming reproduceren enkel wanneer menselijke factoren worden toegevoegd
- Opwarmingstrend van ~1.1°C sinds het pre-industriële tijdperk (1850–1900)
Tegenargumenten van enkele prominente sceptici
Richard Lindzen
- Natuurlijke variabiliteit onderschat: De opwarming van 1910–1940, die moeilijk aan CO₂ toe te schrijven is, lijkt qua tempo op de recente opwarming.
- Modellen overschatten klimaatgevoeligheid (ECS): Hij stelt dat werkelijke ECS eerder rond 1°C ligt dan de 2.5–4°C die het IPCC hanteert.
- Wolk-feedback onzeker: De positieve feedback door wolken, cruciaal in IPCC-modellen, is volgens hem onvoldoende empirisch onderbouwd.
Judith Curry
- Epistemologische onzekerheid: Zij benadrukt dat het IPCC uitspraken doet met een schijn van zekerheid die niet strookt met de complexiteit van het klimaatsysteem.
- Vertrouwen op modellen met gedeelde systematische fouten: Omdat modellen gezamenlijk gekalibreerd zijn op historische data, onderschatten ze mogelijk alternatieve verklaringen.
- Klimaat is ‘ontregeld’, maar oorzaak deels onduidelijk: Ze aanvaardt menselijke invloed, maar betwijfelt of die de dominante oorzaak is boven natuurlijke cycli (zoals AMO, PDO, zonneactiviteit).
Gregory Wrightstone
- Wrightstone noemt CO₂ een “essential for life” en zelfs een “miracle molecule,” met als missie om “the benefits of increasing CO₂” te benadrukken. Zie hier.
- CO₂-groeneffect (fertilization effect)
Hij wijst op satellietgegevens die laten zien dat ongeveer 50% van de planeet een toename in vegetatie heeft ervaren en dat tot 70% daarvan wordt toegeschreven aan CO₂-verrijking climategate.nl. - Opwarming is niet gevaarlijk.
Hij stelt dat de huidige opwarming bescheiden is, dat warmere periodes vaak gunstig zijn geweest (zoals de Romeinse warme periode), en dat er geen bewijs is dat extreme weersomstandigheden door klimaatverandering zijn toegenomen..
Steven Koonin
- Data en Catastrofe: In Unsettled stelt hij dat de data die het IPCC presenteert “consistent zijn met een geleidelijke verandering, niet met een existentiële crisis”.
- Samenvattingen voor beleidsmakers zijn politiek gestuurd: Hij bekritiseert het feit dat wetenschappelijke nuance vaak verdwijnt in de samenvattingen die beleidsmakers en media gebruiken.
- Afhankelijkheid van modellen: De attributie van menselijke invloed komt grotendeels uit modelvergelijkingen (“mens + natuur” vs. “alleen natuur”), maar deze modellen zijn volgens hem niet betrouwbaar genoeg om zulke stellige conclusies te trekken.
William Happer
- CO₂ is geen vervuiler, maar een “zegen” “De aarde zit in een CO₂-hongerregime. Meer CO₂ is gunstig voor het leven op aarde.”
- Happer stelt dat CO₂ een essentiële voedingsstof is voor planten en dat de aarde bij ~280 ppm (pre-industrieel niveau) te laag zat voor optimale plantengroei.
- Hij noemt het “wetenschappelijk onzinnig” dat CO₂ als vervuilende stof wordt geclassificeerd.
- Hij wijst op satellietdata van NASA die een vergroening van de aarde tonen sinds de jaren 1980, wat hij toeschrijft aan verhoogde CO₂-concentraties.
- “Klimaatmodellen zijn niet in staat het klimaat van de afgelopen 100 jaar te voorspellen, laat staan de toekomst.”
- Happer beweert dat de klimaatmodellen die het IPCC gebruikt systematisch te gevoelig zijn voor CO₂.
- Hij beschuldigt modelbouwers van “tuning” op historische data zonder werkelijke voorspellende kracht. Net als Richard Lindzen stelt hij dat de werkelijke klimaatgevoeligheid mogelijk rond de 1°C per CO₂-verdubbeling ligt, niet de 2.5–4.0°C zoals het IPCC beweert.Geen bewijs voor klimaatcrisis.
- “Er is geen klimaatnoodtoestand. Er is sprake van een licht warmere planeet, die overwegend gunstig is voor de mens.”
- Happer wijst op perioden in de geschiedenis zoals het Romeins Warmte Tijdperk en de Middeleeuwse Warmte Periode als bewijs dat warmte historisch gezien welvaart en bloei bracht.
- Hij ontkent niet dat de aarde is opgewarmd, maar stelt dat die opwarming mild en grotendeels natuurlijk is.
- Hij noemt extreme weersgebeurtenissen “binnen de bandbreedte van natuurlijke variatie”.
John Clauser
Amerikaans natuurkundige, gespecialiseerd in quantummechanica, met name in de experimentele bevestiging van het Bell-theorema (quantumverstrengeling).
Won de Nobelprijs in 2022 samen met Alain Aspect en Anton Zeilinger.
Geen formele publicaties in klimaatwetenschap, maar sinds 2023 actief als publiek criticus van het IPCC en klimaatbeleid.
Klimaatverandering is grotendeels natuurlijk, “Ik ben van mening dat er geen klimaatcrisis is.”
Clauser stelt dat de invloed van CO₂ op het klimaat sterk wordt overdreven.
Hij meent dat wolken en zonlichtreflectie de dominante factoren zijn in temperatuurfluctuaties, niet broeikasgassen.
Modellen zijn fundamenteel gebrekkig. “Het klimaat wordt zodanig slecht gemodelleerd dat voorspellingen niet serieus te nemen zijn.”
Volgens hem verwaarlozen de meeste klimaatmodellen de rol van wolken, wat leidt tot foutieve projecties.
Hij noemt veel klimaatonderzoek “pseudowetenschap gedreven door politieke agenda’s”.
Klimaatbeleid veroorzaakt meer schade dan de opwarming “Wat het WMO en IPCC promoten is een gevaarlijke corruptie van de wetenschap.”
Clauser waarschuwt voor de economische en maatschappelijke schade van klimaatactie gebaseerd op “verkeerde wetenschap”.
“Het populaire klimaatnarratief weerspiegelt een gevaarlijke corruptie van de wetenschap.”
“Klimaatwetenschap heeft zich ontwikkeld tot een massapsychose.”
“CO₂ is nuttig en geen bedreiging.”
Ivar Giaever
Won de Nobelprijs in 1973 voor zijn werk op het gebied van tunnel-effecten in supergeleiders.
Achtergrond: fysica, geen formele expertise in klimaatwetenschap of atmosfeerwetenschap.
Sinds 2008 actief als klimaatscepticus, met veel publieke optredens, o.a. bij TEDx, Heartland Institute en Hoover Institution.
Klimaatverandering is “geloof, geen wetenschap”. “Klimaatverandering is een religie geworden.”
Giaever stelt dat er een blind vertrouwen in klimaatmodellen bestaat zonder echte verificatie.
Hij gelooft dat het debat gesmoord wordt door groepsdenken en sociale druk.
Opwarming is verwaarloosbaar. “De temperatuur op aarde is in 150 jaar slechts 1 graad Celsius gestegen — dat is buitengewoon stabiel.”
Hij erkent dat er opwarming is, maar beschouwt het als onbeduidend en niet problematisch.
Vindt het absurd dat men wereldwijde temperatuur tot op een tiende graad nauwkeurig meet én beleidsbesluiten erop baseert.
CO₂ is niet het probleem. “De correlatie tussen CO₂ en temperatuur is niet overtuigend.”
Giaever betwist dat CO₂ de primaire drijver is van opwarming, en beschouwt de rol van zon, wolken, oceaanstromingen als onderschat.
IPCC is politiek, niet wetenschappelijk. “Het IPCC maakt scenario’s, geen voorspellingen. En politici gebruiken ze om paniek te verspreiden.”
Hij noemt het IPCC een bureaucratische organisatie met een politiek gestuurd narratief.
Empirische kwestie: Temperatuuranalyse
Periode | Opwarming | CO₂-concentratie | Sceptisch bezwaar |
---|---|---|---|
1910–1940 | +0.4 °C | Relatief laag (~310 ppm) | Moeilijk toe te schrijven aan menselijke uitstoot |
1975–2020 | +0.7 °C | Sterke stijging (~330 → 415 ppm) | Kan deels door natuurlijke oscillaties zijn veroorzaakt |
Sceptici wijzen erop dat vergelijkbare opwarmingsperioden ook zonder massale CO₂-emissie zijn opgetreden.
Samengevat
IPCC (AR6) | Sceptische kritiek |
---|---|
Opwarming is ondubbelzinnig door menselijke invloed | Natuurlijke variabiliteit is ondergewaardeerd |
Klimaatmodellen tonen opwarming alleen met menselijke factoren | Modellen zijn onzeker, intern gekalibreerd, feedbacks onbetrouwbaar |
Klimaatgevoeligheid ligt tussen 2.5–4.0°C per CO₂-verdubbeling | Klimaatgevoeligheid mogelijk < 1.5°C (sommige studies: 1°C of minder) |
Klimaatbeleid nodig om opwarming te beperken | Beleid is kostbaar, effect marginaal, en mogelijk gebaseerd op overschatting |
Conclusie
De claim van een dominante menselijke invloed op de opwarming van de aarde (eigenlijk atmosfeer) is het officiele klimaatnarratief. Maar de mate, snelheid en gevolgen van opwarming zijn onderwerp van wetenschappelijke discussie, vooral rond modelonzekerheid en klimaatgevoeligheid.
Sceptici spelen een belangrijke rol in het aan de orde stellen van wetenschappelijke en methodologische zwaktes.
***
0 reacties :
Een reactie posten