Ford kondigde de afbouw van 800 arbeidsplaatsen in Groot-Brittannië aan.
De elektrische autodroom van Groot-Brittannië spat als een zeepbel uit elkaar
(Door: Heinz Steiner – Vertaling: E.J. Bron)
De linkse Britse regering wil aan de automobielindustrie meer flexibiliteit wat betreft verkoopcijfers van elektrische auto´s toestaan. Want de branche staat wegens gebrek aan vraag naar elektrische auto´s voor enorme problemen. Aan het fundamentele doel, namelijk vanaf 2030 geen auto´s met verbrandingsmotoren meer te laten verkopen, wil men echter niet tornen.
In de Britse automobielindustrie heerst een katerstemming. Wat in het begin klonk als een ambitieus masterplan voor een zogenaamde “groene” toekomst, ontpopt zich nu als economisch-politieke losse flodder. De socialistische regering in Londen ziet zich er volgens Britse mediaberichten toe genoodzaakt opnieuw na te denken over haar hoogdravende plannen voor elektrische mobiliteit – een bekentenis van het mislukken, dat men elegant als “flexibilisering” probeert te verkopen.
Minister van Economische Zaken Jonathan Reynolds zal een spoedconsultatie betreffende de herziening van de huidige regels aankondigen. De reden? De realiteit heeft de politieke dromen ingehaald. Terwijl er in Whitehall nog gezwetst werd over de grote elektrische auto revolutie, kampt de industrie met ontnuchterende verkoopcijfers en is genoodzaakt tot drastische banenkrimp. De alarmbellen rinkelen al: Ford kondigde de afbouw van 800 arbeidsplaatsen in Groot-Brittannië aan. Nissan waarschuwt voor “onherstelbare” schade voor de Britse industrie. En Stellantis, eigenaar van Vauxhall, dreigt ermee tegelijk twee fabrieken in Ellesmere Port en Luton te sluiten – er staan duizenden arbeidsplaatsen op het spel.
Het “Zero Emission Vehicle”-mandaat tot nu toe, dat de producenten voorschrijft een constant stijgend deel van hun verkopen met elektrische auto´s te behalen, dient nu “flexibeler” vormgegeven te worden. De regering bezweert weliswaar dat er aan de uiteindelijke verkoopstop vanaf 2030 voor auto´s met verbrandingsmotoren niet getornd wordt, maar de autobouwers dienen meer speelruimte te krijgen hoe ze dit doel bereiken. Een insider, die op de hoogte is van de onderhandelingen, beschrijft de gelande veranderingen als poging om “directe risico´s van banenverlies, instorting van investeringen en sluitingen van fabrieken af te wenden.” Met andere woorden: men heeft ingezien dat men ermee bezig was het kind met het badwater weg te gooien.
De Britse regering staat nu voor een klassiek dilemma: enerzijds wil ze haar groene imago niet beschadigen en houdt ze formeel vast aan de quota voor elektrische auto´s. Anderzijds kan ze het zich niet veroorloven een van de belangrijkste industrietakken van het land kapot te laten gaan. Wat we hier meemaken, is een schoolvoorbeeld van hoe de zogenaamde “klimaatpolitiek” kan afketsen op de economische realiteit. De Britten leren op dit moment op de harde manier dat de overgang naar elektrische mobiliteit niet per decreet afgedwongen kan worden – een les, die ook goed zou zijn voor andere Europese regeringen.
De auto zelf heeft het helemaal vanzelf tegen paarden en koetsen gewonnen, zonder staatsdwang. Wanneer alternatieven voor de klassieke verbrandingsmotoren de mensen eveneens meer zullen aanspreken, dan zullen ze er ook naar vragen en ze kopen. Helemaal zonder gedwongen staatsmaatregelen en verkoopverboden. Dat lijken de klimaat hysterici echter niet te willen begrijpen.
Bron:
report24.news
Door: Heinz Steiner
Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron
0 reacties :
Een reactie posten