Een aankomende Kleine IJstijd?

Datum:
  • maandag 26 december 2022
  • in
  • Categorie:
  •  Het is duidelijk dat klimaatmodellen tekortschieten op zeer fundamentele kwesties van klimaatvariabliliteit;.....




    Een aankomende Kleine IJstijd?


    (Door: “Malpaso”)

    “Omdat de resultaten van harde metingen de theorie van broeikasopwarming op een relatief eenvoudige manier weerleggen, zijn er nu goed gefinancierde aanvallen op degenen onder ons die dergelijke datasets bouwen, gebruiken en op de datasets zelf. Samen met collega’s heb ik als klimaatwetenschapper gemerkt dat ik in een wereld terecht ben gekomen die nauwer verbonden is met karaktermoord en misleiding in plaats van in een objectief debat, dat gebruikelijk is in de wetenschappelijke wereld. Onderzoeken van óns door politiek en media worden gedreven door het idee dat iedereen die het niet eens is met de visie van het klimaat-establishment over een ‘gevaarlijke klimaatverandering’ wel op de loonlijst moet staan van bepaalde organisaties of anderszins mentaal niet helemaal in orde is. Er wordt propaganda gepusht die probeert deze gegevens (en onderzoekers) in diskrediet te brengen met foute en valse beweringen. Het is duidelijk dat klimaatmodellen tekortschieten op zeer fundamentele kwesties van klimaatvariabliliteit; niet in staat zijn om te reproduceren wat er in het verleden is gebeurd met betrekking tot de wereldtemperatuur; en niet ‘weten’ waarom ook maar iets daarvan is gebeurd.” (Verklaring 2 februari 2016 voor de ‘House Committee on Science, Space and Technology’ door Dr. J. Christy)

    De ‘opwarming van de aarde’ als gevolg van COis alles behálve onomstreden. Rapporten van het IPCC steunen zwaar op computer-klimaatmodellen en de onjuiste claim van ‘consensus onder wetenschappers’, terwijl sceptici bouwen op de harde feiten via de wetenschappelijke methode van geméten gegevens. Het vergelijken van het gemiddelde van 102 IPCC-klimaat-modellen met gemeten temperaturen over dezelfde periode laat zien dat de IPCC-computer-modellen falen en de temperatuurstijgingen met zeer grote hoeveelheden hebben overschat (zie figuur verderop). Nog in het jaar 2017 waren er 121 kranten die wél nog sceptisch waren over deze modellen van klimaatopwarming en over een afkoeling schreven, de laatste jaren hoor je daar niets meer over, zelfs het ooit vrij neutrale Wikipedia heeft lijsten met sceptici verwijderd; allemaal in lijn met de propaganda die Dr. Christy in 2016 al zag aankomen.

    En dat heeft nogal wat gevolgen… : met de afschaffing van ‘heffingen voor het klimaat’, púúr gebaseerd op die IPCC-modellen, zou ieders energie- en brandstofrekening veel minder dan 40% zijn van wat men nu moet betalen. De nu door hoog belaste energieprijzen aangejaagde inflatie zou niet veel hoger zijn dan normaal. Boodschappen zouden te betalen zijn. Het aantal mensen dat in armoede en in de kou zit en alleen nog maar simpel kan eten zou stérk afnemen. En alsof deze waanzin nog niet groot genoeg is, heeft de EU onlangs besloten tot CO2-heffingen voor ‘klimaatopwarming’, die wellicht al in 20 jaar een Kleine IJstijd wordt.

    Als u aan een IJstijd denkt, denkt u waarschijnlijk aan de laatste Grote IJstijd met enorme ijskappen op het vasteland van Noord-Amerika en Eurazië, tot zo’n 10.000 jaar geleden. In de geologische periode het Kwartair zijn er meer ijstijden geweest, een koud klimaat is gewoner dan ons warmere klimaat. In de meest recente mini-diepvries, de ‘Kleine IJstijd’ van ongeveer 1350 tot 1850, waren winters in Europa ijskoud en zelfs de Theems bevroor. In de winters van 1645 tot 1715 bevroor de Oostzee en Zweedse troepen konden daarover zo Denemarken binnen marcheren. In de winter 1794-1795 konden Franse troepen over de dichtgevroren grote rivieren Holland binnen lopen. Volgens historische gegevens waren in de winter van 1683-84 in Europa de grote rivieren bevroren met 30 cm. dik ijs. Al dit veroorzaakt door een fenomeen dat bekend is als een ‘groot zonne-minimum’, een periode van verminderde zonne-activiteit. Het volgende ‘grand solar minimum’ staat de komende jaren op de ‘planning’. Zonne-onderzoekers verwachten dat in de jaren 2030 de bewegingen van twee golven in de zon leiden tot een vermindering van 60% van haar activiteit. De daling van temperaturen op het noordelijk halfrond zou dan vergelijkbaar zijn met Europa in bovenstaande eeuwen. Wiskundige modellen van de zonnecyclus, o.a. ontwikkeld aan de Northumbria University, wijzen erop dat zonneactiviteit een “significante” daling zal zien, waardoor temperaturen op Aarde zullen dalen. Zo’n langdurige koudegolf, bekend als het ‘Maunder Minimum’, wordt in verband gebracht met een vermindering van zonneactiviteit, al eeuwen waargenomen door astronomen. De rol die het zeer dynamische systeem van de oceanen speelt, die 72% van het oppervlak van de Aarde bedekken, blijkt ook veel groter dan gedacht, ook op de lange termijn klimaat- en weercycli van de Aarde. Men denkt dat twee interne golven in de zon haar hele activiteit aandrijven. Wanneer deze worden gedesynchroniseerd, dalen de temperaturen op Aarde. De golven werken in cycli en schommelen tussen het noordelijk en zuidelijk halfrond van de zon. Wanneer de golven in fase blijven, zien we veel zonneactiviteit en wanneer ze uit fase zijn, zien we lage activiteit, dat gaat zo al erg lang en voorspelbaar, als eb en vloed. Die lage zonne-activiteit ziet men nu weer. Echter de zon als cyclische klimaat aanjager wordt niet gebruikt in de klimaatmodellen, terwijl weerkundigen de zon wél kennen als dé aanjager van alle dagelijkse weersystemen…. op de hele aarde: veel zon = warmte, weinig zon = kou.

    Wetenschappelijke feiten die CO2 als dé oorzaak van globale opwarming ontkrachten*

    De theorie van “opwarming van de Aarde” als gevolg van de stijgende CO2 is een omstreden kwestie. Argumenten voor deze bewering in rapporten van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) zijn sterk afhankelijk van computer-klimaatmodellen en zogenaamde “consensus onder wetenschappers”-claims, terwijl sceptici van deze theorie uitgaan van de toepassing van de wetenschappelijke methode op harde daadwerkelijk gemeten gegevens. Vergelijking van het gemiddelde van 102 IPCC-klimaatmodellen met gemeten temperaturen over dezelfde periode laat heel duidelijk zien dat alle computermodellen jammerlijk hebben gefaald en de temperaturen met grote hoeveelheden hebben overschat.

    De “97% consensus” dat alle wetenschappers geloven dat COde opwarming van de Aarde veroorzaakt, is gebaseerd op ernstig gebrekkige gegevens en is een volledig verkeerde voorstelling van feiten. Pogingen om de wetenschappelijke methode te verdringen door starre dogma’s schenden fundamentele wetenschappelijke praktijken. Klimaatvoorspellingen op basis van computermodellen zijn een jammerlijke mislukking en komen nog niet in de buurt van werkelijke metingen. Oppervlakte-temperatuurrecords van de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) en de National Aeronautics and Space Administration (NASA) zijn gecorrumpeerd. Satelliet-temperatuurmetingen zijn wel betrouwbaar. Cyclische klimaatpatronen in het geologische verleden bieden daarentegen een solide basis voor het voorspellen van toekomstige klimaatveranderingen. De zon speelt hierin op veel verschillende manieren een zeer grote rol voor het klimaat van de hele Aarde. Het IPPC (Intergovernmental Panel on Climate Change) heeft echter de zon afgewezen als de primaire aanjager van het klimaat op basis van minuscule waargenomen veranderingen van zonne-straling of zonne-helderheid. Recente grote veranderingen in het gedrag van de zon, tot niveaus vergelijkbaar met het Dalton- of zelfs Maunder-minimum, zullen de testcase opleveren of de zon, en niet de broeikasgassen, inderdaad de dominante klimaat aandrijver is, door een combinatie van directe en indirecte factoren.

    Klimaatvariabiliteit over een periode van vele duizenden jaren is een wereldwijd geaccepteerd fenomeen beschreven voor alle oceanen en continenten. Cycli zijn bekend van de bovenste, middelste en lagere breedtegraden, die alle klimaatzones omvatten, van het Noordpoolgebied tot de Tropen. De verschillen in de temperatuurschommelingen zijn meestal meer dan 1°C en hebben dus een vergelijkbaar of vaak groter bereik dan de opwarming die sinds de Kleine IJstijd (na 1850) heeft plaatsgevonden. Bovendien vertonen veel Holocene, natuurlijke klimaat-fluctuaties precies hetzelfde niveau van abruptheid als de opwarming van de 20e eeuw. Een gemeenschappelijk kenmerk van deze gedocumenteerde klimaatvariaties is hun perfecte samenvallen met veranderingen in zonneactiviteit, en ook met de Noord-Atlantische klimaat-gegevens. Naast veranderingen in zonneactiviteit kunnen ook trage oceaan-cycli bijdragen aan de waargenomen klimaatschommelingen bijdragen.

    Zowel zonne- als interne cyclische klimaat aanjagers worden echter niet gebruikt in klimaatmodellen, die zelfs nog steeds niet in staat zijn om de variabele Holocene klimaat-ontwikkeling in het relatief recente verleden te reproduceren.

    Sinds 1990 bevindt de zon zich in de afnemende fase van de quasi-bicentenniële (ca. twee-eeuwen) variatie van totale zonnestraling (TSI). De afname van de straling die sinds 1990 door de Aarde is geabsorbeerd, is niet gecompenseerd door de langegolf-uitstraling van de Aarde in de ruimte, door de thermische traagheid van de oceanen. Als gevolg hiervan heeft de Aarde nu feitelijk een negatieve jaarlijkse energiebalans, een ongunstige thermische toestand, en zal deze blijven hebben. Het tijdperk van de nieuwe Kleine IJstijd is eigenlijk al eind 2015 begonnen na de maximale fase van zonnecyclus 24, het SolarMaximum richting een SolarMinimum dat wordt verwacht in de jaren naar 2043.

    Het gebruikte klimaatmodel past slechts zeer basale natuurkunde toe op het klimaat en schat alleen maar de gevoeligheid voor CO2. Het heeft twee ernstige architecturale fouten. Het staat alleen feedbacks toe als reactie op oppervlakte-verwarming, dus het laat alle andere klimaat-bepalende feedbacks weg. Het ‘waardeert’ extra opgenomen zonlicht, dat het aardoppervlak verwarmt en uitgaande langegolfstraling (OLR) verhoogt precies hetzelfde als meer CO2, dat de totale uitgaande straling niet verhoogt. Het model overschat de potentie van COomdat het de sterke zonnerespons toepast óp COterwijl men in plaats daarvan een zwakke CO2 -respons zou moeten toepassen. Door de klimaatgegevens aan te passen aan een alternatief model, zullen we vinden dat de klimaatgevoeligheid hoogstwaarschijnlijk minder dan 0,5° C is, waardoor CO2 nog een stuk minder dan 20% van een opwarming van de Aarde veroorzaakt.

    Het verleden is de sleutel tot de toekomst – terugkerende cyclische patronen van omvang en intensiteit van klimaatveranderingen in het geologische verleden kunnen worden gebruikt om toekomstige veranderingen te voorspellen. De omvang en de abrupte snelheid van klimaatveranderingen in het late Pleistoceen waren veel groter dan klimaatveranderingen die zich in de afgelopen eeuwen hebben voorgedaan. Zuurstofisotopen in ijskernen en paleotemperatuur-gegevens laten opmerkelijke schommelingen in het klimaat zien gedurende de hele afgelopen 100.000 jaar. Alleen al de afgelopen 500 jaar fluctueerden de opwarmings- en afkoelings-temperaturen van Groenland ongeveer 40 keer heen en weer, met veranderingen om de 25-30 jaar. Ten minste drie opwarming periodes in de afgelopen 25.000 jaar waren 20-24 keer zo sterk als de opwarming in de afgelopen eeuw, vier waren 6-9 keer zo sterk als de opwarming in de afgelopen eeuw. De enige opwarming wellicht veroorzaakt door CO2 (‘78-‘98) is onbeduidend in vergelijking met alle eerdere perioden van opwarming.

    *de uitgebreide wetenschappelijke achtergrond van dit artikel, van diverse wetenschappers, is te lezen en te downloaden op: Sciencedirect.com

    Ook interessant:

    de-inconvenient-truth-voor-klimaat-plakkers

    Prof Ian Plimer op ‘Sky News’ : ‘Green policies keep people in poverty’

    Door:
    “Malpaso”
    (voor www.ejbron.wordpress.com)

    0 reacties :

    Een reactie posten