Van een onzer correspondenten.

Een groepje belastingstakers weigert nog langer belasting te betalen dat gaat naar fossiele bedrijven. Een gevaarlijke actie, meent een fiscaal specialist.

Een klein groepje burgers ging vrijdag langs bij het ministerie van financiën. Het is de aftrap van een zogeheten belastingstaking voor het klimaat. ‘Ik weiger nog langer mee te betalen aan mijn eigen ondergang’, vertelt actievoerder Anne Hofstede (49).

De klimaatactivisten zijn boos, omdat onderzoek aantoont dat de Nederlandse overheid nog steeds veel subsidies geeft aan de fossiele sector. Dan gaat het om onder meer belastingvrijstelling voor kerosine voor de luchtvaart, grote belastingkortingen voor grootverbruikers van energie, en subsidies aan raffinaderijen.

Alle subsidies bij elkaar zijn goed voor zo’n 17,5 miljard euro, dat is ongeveer 5 procent van de Rijksbegroting. Dat bedrag steekt Hofstede, omdat zij zelf bij al haar investeringen rekening probeert te houden met het klimaat.

‘Ik ben aangesloten bij groene energieleverancier, een duurzaam pensioenfonds en een groene bank.’

‘Straks is het einde zoek. Dan maken bijvoorbeeld veganisten ook bezwaar, omdat we te veel belastinggeld uitgeven aan de veehouderij.’

Om die reden willen Hofstede en de andere belastingstakers bezwaar maken tegen 5 procent van hun inkomstenbelasting. Met het bezwaar hopen ze een deel van het geld dat al door hun werkgever is betaald terug te krijgen. Om dit proces makkelijk te maken, is op de website een voorbeeld bezwaarbrief te vinden.

Fiscaal specialist en hoogleraar belastingrecht aan de universiteit van Leiden Jan van de Streek begrijpt wel waarom de klimaatactivisten kiezen voor deze actie.

‘Bezwaar maken bij de belastingdienst is laagdrempelig. Iedereen kan zonder tussenkomst van een jurist bezwaar indienen.’

Hetzelfde geldt voor beroep bij de belastingrechter.

Toch is hij niet erg over de actie te spreken. Volgens Van de Streek is het geen geldige grond voor bezwaar als iemand het niet eens is met hoe het belastinggeld wordt uitgegeven. Het indienen van zulke bezwaren kan zelfs leiden tot ondermijning van de rechtsstaat.

‘Straks is het einde zoek. Dan maken bijvoorbeeld veganisten ook bezwaar, omdat we te veel belastinggeld uitgeven aan de veehouderij.’

Ook in de bezwaarbrief ontbreekt een geldige rechtsgrond voor de actie.

Dit soort kwesties moet volgens Van de Streek uitgevochten worden op politiek niveau. Of zoals bij de Urgenda-zaak, via het aansprakelijkheidsrecht. ‘De belastingdienst heeft het al druk genoeg’, meent hij.

Ook in de bezwaarbrief ontbreekt een geldige rechtsgrond voor de actie. In de brief wordt gesproken over het beginsel van wederkerigheid in het belastingrecht: ‘voor wat, hoor wat’. Van de Streek legt uit dat er nergens in het belastingrecht wordt gesproken over een tegenprestatie vanuit de overheid.

‘Je bent als burger gewoon verplicht om te betalen.’

Hofstede hoopt dat de actiegroep groot genoeg wordt om echt een verandering teweeg te brengen. Zelfs als dat gedoe met de belastingdienst oplevert. ‘In het licht van de klimaatcrisis baart dat mij de minste zorgen. We staan nu al met onze rug tegen de muur.’

***