Zonneactiviteit: eindelijk een thema waarover discussie op gang komt!

De klimaathysterie komt niet alleen onder politieke druk, zij wordt ook met wetenschappelijke kritiek geconfronteerd.

Waarom een onderzoek naar klimaatgevoeligheid voor koolstofdioxide en zonneactiviteit dubbel ongemakkelijk kan worden.

Auteur: André D. Thess.

In onze tijd, die niet bepaald wordt gekenmerkt door een gebrek aan kortstondige sprookjes, mythen en metaforen, zijn twee overtuigingen bijzonder hardnekkig. De overtuiging van de onweerlegbare kennis van klimaatverandering en die van het onderdrukken van kritische stemmen over klimaatonderzoek.

Op 3 november 2021 publiceerde de natuurkundige Frank Stefani van het Helmholtz-Zentrum Dresden-Rossendorf een studie in het tijdschrift Climate die beide overtuigingen aan het wankelen zou kunnen brengen.

Talloze goed-opgeleide burgers buiten het wetenschappelijke circuit maken gebruik van hun recht op vrijheid van meningsuiting door vermeende weerlegging van de theorie van door de mens veroorzaakte klimaatverandering te publiceren. Meestal vermijden ze interne academische kwaliteitscontrole – in technisch jargon bekend als peer review. Het publiceren van kritische stemmen wordt volgens hen stelselmatig belemmerd.


Stefani is geen hobbyklimatoloog, maar een academische zwaargewicht. Volgens de erecode van zijn beroep onderwerpt hij zich altijd aan de harde peer review. Stefani geniet een onberispelijke internationale reputatie in zijn vakgebied. Hij verwierf in 1999 wereldfaam met zijn sleutelrol in het Riga-dynamo-experiment. Hij wordt beschouwd als een uitblinker in zijn discipline van de magnetohydrodynamica. Als winnaar van de gerenommeerde ERC-prijs van de European Research Council behoort hij tot de wetenschappelijke elite.

Ondanks zijn verdiensten bleef de confrontatie met anonieme experts hem niet bespaard. Last but not least, zijn werk “Solar and Anthropogenic Influences on Climate: Regression Analysis and Tentative Predictions” is gepubliceerd en zou fundamentele bevindingen van het mainstream klimaatonderzoek in twijfel kunnen trekken. Het feit dat het werk werd gepubliceerd, is in strijd met de stelling dar de opvattingen van critici zouden worden geweerd uit de literatuur.

Maar waar gaat het werk eigenlijk over?

Kleine wetenschappelijke sensatie

Het is al lang bekend dat de opwarming van de aardatmosfeer wordt aangedreven door twee effecten: zonneactiviteit en CO2-concentratie. Stefani’s onderzoek richt zich op het bekende probleem van welk deel van de temperatuurstijging te wijten is aan het broeikaseffect van CO2 en welk deel aan variaties in zonneactiviteit. Deze laatste wordt vaak als verwaarloosbaar beschouwd gezien de lage variabiliteit van de totale invallende zonnestraling. De straling verandert slechts met 0,1 procent tijdens de elfjarige zonnecyclus. Maar dat is niet de hele waarheid. Want het ultraviolette deel van de zonnestraling op de ozonlaag, dat met meer dan 5 procent fluctueert, speelt een belangrijke rol. Het kan leiden tot merkbare veranderingen in atmosferische stromen via het mechanisme van stratosferische verwarming en top-down koppeling. Speelt zonneactiviteit mogelijk een grotere rol dan eerder werd gedacht?

De centrale variabele van klimaatverandering is klimaatgevoeligheid. Volgens de huidige kennis ligt deze tussen 1,0 en 2,5. Deze getallen voor de zogenaamde Transient Climate Response (TCR) drukken de temperatuurstijging uit in graden wanneer het CO2-gehalte in de atmosfeer verdubbelt. In het eerste deel van zijn werk gaat Stefani in op de vraag of deze normwaarden mogelijk te groot zijn omdat een deel van de gemeten temperatuurstijging terug te voeren is op verhoogde zonneactiviteit.

Om op deze vraag een betrouwbaar antwoord te kunnen geven, zijn metingen van zonneactiviteit over een periode van meer dan honderd jaar nodig. Omdat er geen voldoende nauwkeurige zonnegegevens zijn, gebruikt Stefani een geavanceerde methodische benadering. Hij analyseert de geomagnetische aa-index – een grootheid die sinds 1844 nauwkeurig wordt gemeten. Deze vertegenwoordigt een zeer goede maatstaf voor zonneactiviteit. Met behulp van geavanceerde data-evaluatiemethoden kan Stefani een regressieanalyse uitvoeren van de temperatuurstijging op aarde als functie van de CO2-concentratie en de aa-index.

Stefani laat zien dat de CO2-gevoeligheid met grote waarschijnlijkheid tussen de 0,6 en 1,6 ligt. Het is dus kleiner dan de tot nu toe gehanteerde standaardwaarden. Hieruit volgt dat zonneactiviteit verantwoordelijk is voor 30 tot 70 procent van de klimaatverandering. Als dit klopt, liggen er verstrekkende gevolgen voor ons begrip van klimaatverandering in het verschiet. Gezien deze verrassend hoge waarden zal de toekomstige temperatuurontwikkeling voor een groot deel bepaald worden door de ontwikkeling van zonneactiviteit.

Tegen deze achtergrond voorspelt Stefani in het tweede deel van zijn werk de temperaturen voor de komende 130 jaar. Voor CO2 gaat hij uit van het ongunstige geval van aanhoudende lineaire groei. Voor zonneactiviteit gaat hij uit van een dubbele synchronisatie van de zonnedynamo door planetaire getijdenkrachten en door de rozetvormige baan van de zon rond het zwaartepunt van het zonnestelsel. Het resultaat is een kleine wetenschappelijke sensatie: uitgaande van een hoge gevoeligheid (1,6) zal de temperatuurstijging tegen het einde van de eeuw beperkt zijn tot ongeveer één graad. Bij een lage gevoeligheid (0,6) zal de toekomstige temperatuurcurve ongeveer vlak blijven.

Het is nog te vroeg voor een definitieve beoordeling van de nieuwe bevindingen. Het onderzoek moet worden gecontroleerd en geëvalueerd door onafhankelijke onderzoeksgroepen voordat het kan worden opgenomen in de verzameling van erkende, bewezen kennis.

Sinds 3 november 2021 is één ding duidelijk: de wetenschappelijke basis van het klimaatarrest van het Federaal Grondwettelijk Hof hangt niet aan een zijden draadje, maar aan de voorspelling van de geomagnetische aa-index voor de komende 130 jaar.

***

Over André D. Thess

André D. Thess is hoogleraar energieopslag aan de Universiteit van Stuttgart en auteur van het boek “Sieben Energiewendemärchen?”

Dit bericht verscheen voor het eerst op ACHGUT.

***

Bron hier.