We zijn met meer dan genoeg om het tij nog te keren

Datum:
  • woensdag 22 september 2021
  • in
  • Categorie:
  •   Column                                                                                     

    “We moeten het tij keren, we hebben geen keus. Maar om dat te doen moeten we uit de underdog rol. En ik heb goed nieuws, want de minderheid als feit is een fictie.”


    22-9-2021

    ‘We zijn met meer’ is natuurlijk handig als je in een donker steegje in Caracas, Venezuela (de gevaarlijkste stad ter wereld) tegen een bewapende bende oploopt. Het is handig om met meer te zijn als je een psychiatrische patiënt in bedwang moet houden of als je de Nazi’s wil verdrijven. Maar anders dan dat is ‘we zijn met meer’ (kortgezegd: “wij”) vooral een toverspreuk geworden, een moderne zekerheid boven alle andere schijnzekerheden. Een instrument van de macht om consensus te faken. Want wie in de meerderheid is heeft gelijk en is tegenover (ingebeelde) vijanden moreel superieur. Einde van de discussie. “Neem maar de prik”.

    Mark Rutte zei het in 2016 na de aanslag op het vliegveld in Brussel: “wij zijn met meer”. Iedereen moest zich maar aangesproken voelen door dat ‘wij’ van de staat en nu helemaal met Corona is de ‘wij’ niet van de lucht. ‘Wij’ doen het samen, ‘wij’ moeten hier doorheen. Wat doen ‘wij’ met de kinderen, de ongevaccineerden, de onreinen? Het is alleen de ‘ik’ die niet mee wil, maar wij wel! En wij zijn met meer…


    Maar hoe homogeen en eensgezind is een samenleving nou helemaal? En hoe lang blijft dat zo – uit zichzelf?

    De geschiedenis leert dat ‘we’ slechts ‘met meer’ zijn totdat we niet meer met meer zijn. Met meer zijn heeft ons bijvoorbeeld niet geholpen tegen de Woke terreur op universiteiten, die dringt nu tot in de haarvaten van onze instituten door. De macht van de minderheid kun je in omwentelingen als een wetmatigheid zien, zegt ook een wetenschappelijke studie: “Minority Rules: Scientists Discover Tipping Point for  the Spread of Ideas”. 

    Wetenschappers aan het ‘Rensselaer Polytechnic Institute’ hebben ontdekt dat als slechts tien procent van de bevolking een onwrikbaar geloof of een overtuiging koestert, zeg maar een flinke steen in de vijver gooit, dat dit altijd zal worden overgenomen door de meerderheid van de populatie. Niet acht of negen procent, maar tien procent. Dat is het omslagpunt.

    Jammer van die Woke ellende, maar wat een opluchting. Nooit gedacht dat ik zo blij zou zijn om te horen dat we niet eeuwig hoeven vastzitten in die gekmakende, onzichtbare en anonieme ‘wij’. Dat we niet oneindig ’met meer’ hoeven zijn in deze slaafse volgzaamheid aan het Covid-narratief. Niet medeplichtig hoeven zijn aan de gevolgen daarvan, waaronder apartheid en vervolging. Dat die lugubere lichamelijke onderwerping aan de staat niet voor de massa hoeft te zijn. Dat die massa zich kan keren tegen die ‘wij’. Tegen zichzelf als het ware, in een transitie naar een gezamenlijk, verantwoordelijk Ik. 

    We moeten spreken tot meer, meer, meer mensen die om de hoek staan en die dolgraag de meerderheid in wording volgen. De Doutzens, De Eric Claptons, Hans Teeuwens, Nena’s, Nicki Minajs, Van Morrisons. Ze staan niet op zichzelf. Zij zorgen ervoor dat er meer over de dam gaan. Hun invloed is onmogelijk te onderschatten. Reden ook waarom er zoveel paniek is bij de minste weerstand voor de QR-samenleving vanuit die kringen. Er is maar tien procent nodig. De meeste BN’ers weten dat ze ‘ook moeten’ als het zover is. 

    Die eerste ‘paar’ mensen zijn essentieel als we het tij willen keren omdat je sentimenten niet kan laten omslaan met discussie over de feiten. Velen die de afgelopen tijd een poging deden raakten de wanhoop nabij. Zij snapten niet dat de meerderheid die anderhalf jaar lang bevattelijk was voor het “wij”-argument geen rationele gronden nodig had om mee te doen. Ze waren tegen het Covid virus zoals ze tegen de terroristen waren. Ze waren tegen de “anti-vaxxers” zoals ze tegen de “populisten” waren. Dat is wat “meer zijn” de laatste jaren behelst. Meer niet. Een hersendode staat van gelijkhebberigheid. Met de overtuiging dat “wij” hier uit komen als “wij” maar gehoorzamen. 

    De enige common ground die je kunt vinden met de meelopers is dat je ze precies dat geeft: een andere route om in mee te lopen.

    Met mensen die niet voldoen aan het door de mainstream gecreëerde en overhandigde vijandbeeld. Dan wordt de hypnose doorbroken, dan verliest het fragiele narratief houvast. Want het bestond alleen bij de gratie van “allemaal meedoen”.

    De onderzoekers van zojuist zeggen: ‘over het algemeen vinden mensen het niet leuk om een onpopulaire mening te hebben, dus zoeken ze naar consensus.’ Als consensus het doel is, en een onpopulaire mening als gevaarlijk wordt gezien: creëer rond dat laatste zichtbare overeenstemming. Mensen reizen zo als het ware van de ene consensus naar de andere, zeker als ze incalculeren dat die reis ze een ‘gevecht’ bespaart. Laat ze lafjes overlopen, laat ze fantaseren over wat wij doen en denken terwijl ze zelf geen redenen meer zien om bij de verliezers rond te hangen. De gevangenisbewaarders, de gifspuiters, de humorlozen, de slavendrijvers, de klikspanen, de haatzaaiers, de jaknikkers en de wegwuifers. Not cool, not okay.

    Een groep van tien procent heeft de potentie dat te kunnen. Als we uitstralen te zullen winnen. En dat laatste is een keuze.

    Wees niet de schuldige verliezer van morgen. De meerderheid van nu trekt aan het kortste eind – niet omdat ze niet meer met ‘meer zijn’ (anders hadden we niet nog steeds in deze puinhoop gezeten) maar omdat ze moeten opboksen tegen het vuurtje van tien procent onbuigzaamheid. Verzet. Dat is momenteel hun gevecht, niet meer ‘de pandemie’. Ze zullen geweld moeten gaan gebruiken of dat goedpraten om met “meer” te blijven. Dat is voor velen niet aantrekkelijk, en het is uitputtend. Dus wees met tien, laat je zien.

     

    0 reacties :

    Een reactie posten