Speelde angst maar weer een rol in deze crisis

Datum:
  • donderdag 19 augustus 2021
  • in
  • Categorie: ,
  • Ik ben niet bang voor het virus. Toch heb ik angst. Ik zou graag angstvrij willen leven, een beetje zoals de mensen die bang zijn voor het virus. Want zo ziet het er uit. Onbezorgd, onaangedaan. 


    Sietske Bergsma 19-8-2021


    “De mensen zijn gewoon bang,” hoor ik vaak. Bang gemaakt, bang geworden, bang gebleven. Voor het virus dat onze samenleving vanaf 2020 op zijn kop heeft gezet. Het is de meest geaccepteerde, meest politiek neutrale en voor velen begrijpelijke verklaring. En het is lastig bekvechten daarover, want over gevoel valt niet te twisten. Alle gekke dingen die mensen nu doen, van mondkap dragen tot hun schouders ophalen over kinderen vaccineren, of de derde accepteren vanwege “nieuwe varianten”, de kleurcodes van vakantielanden bijhouden, aangelijnd blijven aan het dashboard van Hugo. Dat doen ze omdat ze bang zijn. Logisch toch? 

    Ook wie oppert dat veel van die angst irrationeel is, zegt: “we worden aan onze sterfelijkheid herinnert en dat hakt er flink in”. Dan vinden we het dus ook normaal dat als de feiten kunnen geruststellen (minder mensen op de IC’s dan er nu bij je lokale bakker staan) dat de angst niet verdwijnt. Zo verklaren we dat, want het kan een existentiële angst zijn. Ja, het doet wat met mensen, zo’n gevaarlijk virus. Dat gegeven valt niet te ontkennen, zeggen ze dan.

    Nou dat denk ik wel. Ik geloof helemaal niet dat mensen bang zijn. Ze zouden willen dat ze bang waren. Een verlangen naar angst zou wel eens dichter bij de waarheid kunnen liggen dan het handelen uit angst, wat we menen te zien als we de tv aanzetten, gespiegeld in de ogen van onze redders. Of wat hopen dat het is als onze blikken elkaar kruisen in de winkel of met de familie op een verjaardag zitten, en moeten uitleggen aan elkaar waarom we dat in de maanden daarvoor niet deden. Het is pijnlijk dat de angst ons maar niet te hulp schiet. Als verklaring.

    Afwezigheid van angst ontneemt ons de diepte van het leven

    Want wat maakt dat je vreest? Een gevoel van overweldigd zijn, om te beginnen. Denk aan hoogtevrees: vrees je de hoogte, of juist de diepte? Wat drijft je dan naar de reling van de brug waar je nu juist liever zo ver mogelijk vandaag wilt blijven? Ben je bang of te vallen, of juist dat je zult springen? Is het angst voor de brug zelf? Is het de angst om zelf ‘te verdwijnen’? Alle regeltjes, maatregelen, pleisters, middeltjes, vaccins en zelfgekozen isolaties ontnemen ons de mogelijkheid angst te ervaren. Wie over de reling van deze tijd durft te kijken ziet dat het gevaar (van covid) niet uit de weg wordt gegaan, maar de angst zelf.

    ‘Het begrip angst’ werd door de Deense filosoof, theoloog en schrijver Søren Kierkegaard in 1844 op een baanbrekende manier geanalyseerd. Hij schreef de eerste monografie over angst, in een tijd dat de psychologie nog deel uitmaakte van de filosofie. Het duurde wel tot 1926 voordat er weer een boek over angst verscheen: Hemmung, Symptom und Angst van psychiater Sigmund Freud. 

    Pas in de loop van de twintigste eeuw, toen men begon in te zien dat angst tot de kernproblemen van het moderne leven behoort, kregen velen ook meer oog voor het werk van Kierkegaard. Hij was ervan overtuigd dat je door de angst heen vertrouwen kunt leren. In je kunnen, in jezelf. Met die hoogtevrees is het de diepte van je bestaan die je kunt ervaren. De schrik is de schrik van een eenjarige die stapjes zet en schrikt van zijn nieuwe kunstje. Het is letterlijk vallen in nieuwe mogelijkheden.

    Kierkegaard: “Wie de school van de mogelijkheid doorloopt, weet dat je absoluut niets van het leven kunt eisen en dat het verschrikkelijke verlies, de ondergang, bij ieder mens naast de deur woont. En: “wie de angst werkelijk heeft leren kennen zal, wanneer de angsten van de eindigheid beginnen op te spelen, en wanneer de leerlingen van de eindigheid hun verstand en hun moed verliezen, zich voortbewegen alsof hij ten dans gaat”.

    Duizeling van de vrijheid

    Kierkegaard had veel sympathie voor de mens die wat hij ook deed en zou doen altijd aan het kortste eind zou trekken. In zijn eigen leven speelde dat in relatie tot zijn verloofde. Hij kon niet trouwen met haar als hij waarachtig aan zijn filosofie zou willen werken, maar haar afwezigheid kwelde hem ook tot zijn dood. Zo was het met alles zei hij. ‘Angst is de duizeling van de vrijheid.’

    Als je zijn woorden vouwt om de vele voorbeelden uit de recente geschiedenis waarin angst in beeld is gebracht ontstaat een totaalplaatje. Die van de aarzeling om te leven en dus het leven maar op te offeren. Dat laatste zijn we aan het doen, gewillig.

    Ik zie geen angst om mij heen, bij de gelukzalige slaven en verdedigers van de angst. Ze stappen niet naar de reling om naar beneden te kijken, maar sluiten zich op in kelders vol schijnzekerheden, wachtend op meer slecht nieuws waar ze niet bang voor hoeven te zijn. Het slechte nieuws houdt hun kritische gedachten in remissie, hun leven in de spaarstand en de vrees op afstand. 

    Daarom zijn ze bang voor mij, bij mij zien ze de angst. 

    Onuitstaanbaar.



    0 reacties :

    Een reactie posten